Column Sterkliniek - Gebroken hart

Column
Lodewijk Kamps.
Lodewijk Kamps. Foto: Corine Zijerveld

door Lodewijk Kamps

De familie Verschoor kwam langs met haar 7-jarige kater Bambi. Hij was de laatste tijd sterk vermagerd en duidelijk niet zichzelf. Hij leek sneller te ademen en hij lag veel meer te slapen. Al met al genoeg redenen voor de eigenaren om langs te komen.

Bernadette onderzocht Bambi en al snel viel haar op dat zijn hartslag sterk afwijkend was. In plaats van een normaal regelmatig ritme sloeg het hart af en toe op hol en hoorde ze een forse hartruis. Dat duidde op lekkende hartkleppen. Verder waren er geen afwijkingen, zodat Bernadette voorstelde om meteen een hartecho te maken. De eigenaren gingen akkoord en een dik half uur later hadden we een dramatische diagnose. Bambi's hart was in een vergevorderd stadium van HCM: een ernstige hartspierziekte.

Het is een sluipend proces waar je als eigenaar weinig van ziet, maar wat wij geregeld tegenkomen bij de zo belangrijke jaarlijkse gezondheidscontroles. Bij Bambi ging het eigenlijk alleen om het opvallende vermageren en de slechtere conditie. Nu we de diagnose hadden, moesten we hem wel opnemen om hem in te stellen op de juiste hoeveelheid en combinatie van noodzakelijke hartmedicijnen. In het geval van Bambi startten we zelfs met drie soorten medicijnen. Nauwkeurig monitoren van dit soort IC-patiënten is dan zeker gewenst.

's Avonds om 10 uur ging ik nog langs de praktijk en zat hij er pontificaal en redelijk fit bij. Om 2 uur 's nachts ging Bernadette weer controleren en om 5 uur 's ochtends was het mijn beurt. Toen mijn wekker in de vroege ochtend ging, las ik een berichtje, dat hij bij Bernadette's controle een half bakje voer had gegeten! Ook schreef ze dat ze de pensionkat - een oude nierpatiënt die door geen enkel kattenhotel werd geaccepteerd - voor de gezelligheid in de wachtkamer had losgelaten.

Vol vertrouwen reed ik naar Hillegom. Bij de kliniek aangekomen, sloeg de schrik me om het hart: Er zat een geweldig gat in de grote ruit van het operatie- en opnamegedeelte van de praktijk. Ik keek door het gat naar binnen en zag een stoeptegel liggen. Wat een godgeklaagde schande. Wat een zinloos vandalisme. Wie haalt het in zijn hoofd om zoiets te doen? Eerst maar even naar binnen en naar Bambi kijken, dacht ik snel. Die lag gelukkig te slapen, althans zo leek het. Maar hij reageerde niet, kwam niet overeind en miauwde niet: hij was acuut overleden. De geweldige knal en het denderende geluid van brekend glas waren te veel voor zijn hart geweest. Luid vloekend sloeg ik op de tafel, totdat ik aan de loslopende pensionkat dacht. Het zal toch niet waar zijn dat die ook nog eens door het gapende gat naar buiten was gevlucht?

Op handen en voeten kroop ik door de operatieruimte, zachtjes haar naam fluisterend. Vanachter de verwarming hoorde ik een bang, maar geruststellend miauwtje. Oef. Gelukkig maar. De oliedomme stoeptegelgooier kon echter wel voor dood door schuld worden aangeklaagd. De politie is druk met de aangifte.