Column Sterkliniek - In zicht!

Column
Lodewijk Kamps.
Lodewijk Kamps. (Foto: Corine Zijerveld)

Ik heb al eens eerder geschreven over onze adoptiekat Diesel, die nu precies een jaar bij ons is. Hij was in een praktijk in Haarlem aangeboden om ingeslapen te worden, wat werd geweigerd. Diesel had enorme last van voedselallergie en in de heftigste periodes krabde hij zijn hele kop open. Met het juiste voer ging het echter snel beter. Diesel kreeg echter ook eten van de buurman en die weigerde hypoallergeen dieetvoer te geven.

door Lodewijk Kamps

Zodoende had de arme kat altijd last van heftige jeuk en zag zijn kop eruit als een maanlandschap. Ondanks interventie van de Schalwijkse wijkagent was deze situatie niet op te lossen, zodat besloten was hem te euthanaseren. Gelukkig staan wij wijd en zijd bekend als een kliniek die van alles probeert voor 'hopeloze gevallen', zodat wij de kans kregen iets voor Diesel te betekenen. Door een speling van het lot kwam hij bij ons terecht en het bleek een geweldige match. Als een magneet kleeft hij aan mijn vrouw vast en zit dagelijks overal op schoot en hij mag dingen waar ik niet eens over durf te dromen.

Pas belde mijn vrouw mij in paniek op: "Diesel heeft één hele grote pupil, je moet er naar kijken!", "Ja maar ik ben bezig, ik kijk vanavond." "Nee, je moet nu komen, het is vreselijk, ik denk dat '­ie blind wordt of nog erger." Ik besloot dus in de middagpauze op en neer te rijden en Diesel na te kijken; ik had net een nascholing over oogproblemen gevolgd dus dat kwam mooi uit.

Na een gewoon onderzoek thuis nam ik hem mee naar de praktijk voor een ophtalmologisch onderzoek. Samen met Sanne en Marian bekeek ik in de donkere kamer het oog van hoorn- tot netvlies. Marian zag dat zijn lens vertroebeld was, Sanne zag dat er rare deeltjes in het 'glasachtig lichaam' zweefden en ik zag dat de bloedvaatjes in zijn netvlies verschrompelden. Reden genoeg om naar een specialist te gaan.

Een dag later kon ik al in Den Haag terecht, bij oogspecialist Van der Sandt. In de wachtkamer zat ik naast een andere bezorgde eigenaar die mij fluisterend toevertrouwde dat ze dierenartsen zo bijzonder vond, omdat ze allemaal zo begaan zijn met hun patiënten. Ik kon dat slechts beamen. "Ja, wat u zegt, het zijn hele bijzondere mensen."

Toen werden Diesel en ik binnengeroepen. Na een gedegen inspectie van zijn ogen concludeerde ze het volgende: "Hij heeft cataract (troebele lens), corpus vitreum degeneratie (neerslagen in het glasachtig lichaam) en retina atrofie (bloedvatverschrompeling)." Ik straalde: dat waren precies de drie afwijkingen die wij alle drie afzonderlijk hadden benoemd. De eindconclusie was helaas dat hij zeer slechtziend en bijna blind was.

We hebben nu een goed inzicht in zijn visuele beperkingen. Hij springt geregeld mis, schrikt soms enorm van een stoel en vertrouwt helemaal op zijn gehoor en tastzin. Maar het is bovenal een wonder hoe goed hij zich weet te redden.