‘Duurzame toekomst voor Nederlandse staalindustrie’

Algemeen
Afbeelding
(Foto: Aangeleverd)

IJMOND - Het Zweedse/Finse SSAB is afgehaakt als potentiële koper van de Nederlandse vestiging van Tata Steel. Dat het Indiase bedrijf van de vestiging in IJmuiden af wil, is duidelijk: de ontvlechting met de Engelse onderdelen van Tata Europe gaan door. Dat biedt kansen voor een nieuwe, meer duurzame toekomst voor het voormalige Hoogovens. Maar onder welke vlag?

‘’Heel erg jammer’’, zegt Roel Berghuis, bestuurder van FNV Metaal bij Tata Steel IJmuiden. ‘’We hadden goede hoop dat dit een mogelijkheid was om de staalindustrie in Nederland te vergroenen en verduurzamen, met de kennis en kunde van de Zweden. En de bedrijven waren ook complementair aan elkaar. Dat ze alsnog zijn afgehaakt is voor veel mensen een teleurstelling.’’

‘Tata Steel moet geen speelbal worden van investeerders’

Door het afhaken van SSAB dringt zich de vraag op hoe het verder moeten met het Nederlandse staalbedrijf. ‘’IJmuiden is altijd in staat geweest om zelf geld te verdienen en winst te maken’’, stelt Roel Berghuis. ‘’Het is een rendabel bedrijf met hoogwaardige producten. Helaas is de winst van de afgelopen jaren verdwenen naar het buitenland; om de verliezen van Engeland te dekken en naar de aandeelhouders in India. Het was veel beter geweest als de winst meer was geïnvesteerd in het moderniseren van de installaties in IJmuiden.’’

Vernieuwen is nodig

Dat de noodzaak om te vernieuwen en verduurzamen groot is, blijkt ook uit de klachten van omwonenden die zich steeds meer roeren in de media. ‘’Begrijpelijk dat mensen zich melden, en het bedrijf doet er alles aan binnen de mogelijkheden om de overlast te beperken. Maar de echte oplossing daarvoor moet komen van een partij die wil investeren in het moderniseren van het bedrijf. Tata gaat dat niet doen en het is de vraag welke eventuele koper dat wel gaat doen. Voor de FNV mag het staalbedrijf uit IJmuiden geen speelbal worden van internationaal opererende investeerders. Zij zien een bedrijf waar best nog een aantal jaren geld mee te verdienen valt, zonder dat je er al te veel geld in hoeft te stoppen.’’

Het beeld dat Berghuis schetst is verontrustend. Als IJmuiden in handen komt van iemand die er geen geld in wil stoppen, maar alleen voor de kortetermijnwinst gaat, blijft de toekomst ongewis. Zeker voor de bijna 9.000 medewerkers en nog eens 35.000 banen in de toeleverende industrie. Want hoe lang blijft het bedrijf dan nog rendabel? Maar ook voor de omwonenden, die zullen merken dat er maar weinig terecht komt van duurzame oplossingen op het gebied van uitstoot en vervuiling.

Investeren

‘’De overheid is nu ook aan zet’’, stelt Roel Berghuis. ‘’Toen de Zweden in beeld kwamen als nieuwe eigenaar, was heel politiek Den Haag blij met deze duurzame toekomst. Niet alleen vanwege de vergroening, maar ook voor het behoud van zoveel werkgelegenheid in Noord-Holland. Nu dat niet doorgaat zou het goed zijn als de overheid het bedrijf te hulp schiet, bijvoorbeeld door (deels) eigenaar te worden. Moderniseer het bedrijf en zorg voor een goede toekomst voor medewerkers, toeleveranciers en omwonenden. En wellicht kan het dan op termijn weer verzelfstandig worden; met Nederlandse roots en als interessante partij voor een modern staalconcern. Een win-win-situatie voor iedereen. Als we de banken en de KLM kunnen redden, dan verdient de Nederlandse staalindustrie als belangrijk onderdeel van de maakindustrie en iedereen die daarbij betrokken is ook een kans op een betere toekomst.’’

Investeren is dé kans om te laten zien dat in de maakindustrie geld verdiend kan worden

Dat het voormalige Hoogovens tot op de dag van vandaag de eigen broek op kan houden en winst maakt – met hoogwaardige staalproductie – wordt nog wel eens vergeten in alle discussies over de toekomst van de Nederlandse maakindustrie. Terwijl de wereldwijde corona-uitbraak ook maar weer heeft laten zien hoe belangrijk het is om producten in eigen land te kunnen maken.

Lagelonenlanden

‘’Er wordt soms wel heel gemakkelijk gedacht over het verplaatsen van industrie naar lagelonenlanden’’, aldus Roel Berghuis. ‘’Zeker in ons postzegel-landje waar we dicht op elkaar wonen en ‘overlast’ al snel een reden is om afscheid te nemen van de maakindustrie. Maar reken er dan maar niet op dat staal elders schoner wordt geproduceerd, onder arbeidsomstandigheden die voldoen aan onze maatstaven. De wereld wordt eerder erger vervuild, mensen moeten meestal onder mindere omstandigheden werken voor minder geld, maar wij hebben het weggeorganiseerd. Dat is dus verplaatsen van het probleem. Investeren in IJmuiden is dé kans om te laten zien dat in de maakindustrie geld verdiend kan worden op een schone, veilige manier, met oog voor welzijn van mens en planeet.’’