'Een fiets van Dekker is altijd goed'

Sport
De techniek achter de fiets is voor Harry Dekker zijn lust en zijn leven.
De techniek achter de fiets is voor Harry Dekker zijn lust en zijn leven. (Foto: Vincent de Vries)

HEERHUGOWAARD - Kinderen groeien als kool. Dus als ze ambities hebben om te gaan wielrennen, kan het best een dure grap worden als ze elk jaar een andere (want: grotere) fiets nodig hebben. Gelukkig kunnen ze altijd terecht bij Harry ‘De Meester’ Dekker, ook wel bekend als ‘het oude mannetje in het schuurtje’ aan de Middenweg 214. Zijn eenmansbedrijfje DSC maakt fietsen op maat, die geleased kunnen worden. Ideaal voor dat snel groeiende kroost! Want een fiets van Dekker is altijd goed!

Harry Dekker kan honderduit praten over zijn passie: wielrennen. En dan vooral over het materiaal: de fiets. Veertig jaar knutselt hij al fietsen in elkaar. Eerst deed hij dat nog samen met zijn broer, maar toen ze niet op één lijn bleken te zitten ging hij alleen verder. “Als je alles zelf moet maken, ben je best even bezig”, vertelt Harry, die in het verleden onder anderen Niki Terpstra, Matthé en Jos Pronk, Thomas Dekker, Cees Bol, Nina Kessler en Liesbeth Bakker tot zijn klantenkring mocht rekenen en zijn werkzaamheden inmiddels aan het afbouwen is. Dankzij zijn leaseplan konden zij tegen een borg en een rente van 25 procent per jaar hun te klein geworden racefietsen inruilen voor een nieuwe. “En daar zijn ze, gezien hun staat van dienst, niet minder van geworden.” Met de meeste van die bekende oude klanten heeft hij nog altijd contact. Inmiddels komen ze met hun eigen kinderen. “Bussen vol zijn er door die deur geweest”, blikt Harry terug. “Iedereen wil het proberen, maar lang niet iedereen houdt het vol. Fietsen doet pijn, daar moet je wel tegen kunnen. En is het niks voor je kind, dan kun je zo’n geleasede fiets gewoon weer terugbrengen.”

Pure wetenschap
In de jaren zeventig deed Harry zelf mee aan de Tour de Waard, in de tijd dat de profs er ook rondreden. Hoewel hij niet onverdienstelijk zijn rondjes reed, was het toch vooral het materiaal dat zijn hart wist te stelen. Bij de profs ziet vakidioot Harry dat er, zeker de afgelopen twintig jaar, veel veranderd is. “Tegenwoordig is het pure wetenschap geworden. Die fietsen worden gemaakt door studenten van de TU Delft, waarbij het allemaal draait om lichtgewicht materiaal als carbon en fiberglass en aerodynamica. Binnen een half uur zetten ze zo’n fiets in elkaar. Vroeger was dat wel anders. Dan moest alles uitgezocht worden en duurde het even voordat zo’n fiets klaar was. Dan keek je er echt naar uit als ‘ie klaar was. Maar sneller, moderner en lichter maakt de fiets niet per se beter of veiliger. En doordat je nu sneller een nieuwe fiets nodig hebt, is wielrennen onnodig een dure hobby geworden.” Zelf soldeerde hij indertijd de onderdelen nog met zilver aan elkaar. “Dat is niet alleen mooi, maar ook nog eens stevig en ijzersterk. Mijn moeder zei dan altijd: ‘wat ben je nou toch allemaal aan het doen, niemand die het ziet’. Maar ik wilde het zo goed en stevig mogelijk maken. Dat is nu eenmaal de aard van het beestje.”