Niet op tijd terug van vakantie, reden voor ontslag op staande voet?

Partnerbijdrage
Niet op tijd terug van vakantie: reden voor ontslag?
Niet op tijd terug van vakantie: reden voor ontslag? (Foto: AdobeStock)

Nadat een werknemer niet op tijd terug was van zijn vakantie, werd hij door zijn werkgever op staande voet ontslagen. De werknemer was arbeidsongeschikt en re-integreerde in het tweede spoor. Hij had verlof gevraagd van 6 augustus 2018 tot en met 30 augustus 2018. Dit was geweigerd: de werknemer had verlof gekregen tot 19 augustus 2018. Maandag 20 augustus 2018 was de werknemer niet op zijn thuisadres aanwezig. Na herhaalde verzoeken van zijn werkgever volgde een doktersverklaring en een foto van een ticket/reserveringsbevestiging van een vlucht naar Nederland.

De arbo-arts oordeelde aan de hand van de doktersverklaring dat de verwachte duur van het herstel in geen enkele verhouding stond tot de gestelde diagnose, waarop de werkgever overging tot ontslag op staande voet. Het ontslag hield bij de kantonrechter en het gerechtshof stand. De werknemer kwam in cassatie en klaagde dat het gerechtshof bij de beoordeling of sprake was van een dringende reden, geen rekening had gehouden met het feit dat de werkgever de verlofaanvraag van de werknemer gedeeltelijk had geweigerd. De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:596) was het daarmee eens: het antwoord op de vraag of de werkgever het verlof had mogen weigeren, is relevant voor de beoordeling van het ontslag op staande voet. Hoofdregel is immers dat voor de beoordeling of sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande alle relevante feiten en omstandigheden dienen te worden meegewogen.

Kritiek op de baas: reden voor ontbinding?

Tegenwoordig heeft iedereen wel een mening en worden meningen soms ook ongezouten geventileerd, ook in de werksfeer. Hiërarchie is niet meer van deze tijd en “platte organisaties” de norm. Toch betekent dit niet dat je als werknemer altijd maar ongezouten kritiek op je werkgever kunt uiten. Volgens het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2021:3774) had de werkneemster in kwestie de normale werkgevers-werknemersrelatie volledig uit het oog verloren. Haar kritiek, de scherpe bewoordingen en het (constant) pareren van kritiek op haar eigen functioneren, leidden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Astrid Lof - www.schipperenlof.nl

Dit artikel is onderdeel van het Tweeluik Recente Rechtspraak: Arbeidsrecht.