Column ‘Herman vindt er wat van’

Algemeen
Afbeelding
(Foto: )

Ik kan me nog herinneren dat we in de jaren  70 telefoon kregen in Heiloo. Zo’n lelijk grijs PTT-ding met een draaischijf. Ik leerde opnemen en vroeg netjes: ‘Met wie spreek ik?’ 

Ik werd vaardig in het draaien aan die schijf, in de groove, met als beloning de stem van de persoon die ik probeerde te bereiken. Als die thuis was tenminste. Daarna kregen we een upgrade. Naar druktoetsen! Dit was de tijd van ‘niet te lang bellen’. En om de paar jaar hadden we datzelfde model in een andere hippe kleur. De draadloze telefoon, waarmee je in bad kon bellen, kocht ik ook. Hij is een paar keer verdronken. Toen de eerste GSM bereikbaar kwam voor gewone mensen als u en ik schafte ik er meteen een aan, 23 jaar geleden intussen. Ik mocht mijn eigen nummer uitkiezen en die heb ik nog steeds. Mobieltjes hadden hippe kleuren, lichtjes en op een gegeven moment zelfs een schermpje. 

Intussen is de wereld verdeeld in Apple-adepten en Androidgebruikers. Eén ding hebben ze gemeen: die foon is vergroeid met hun hand en ze kunnen geen moment meer zonder. Kijk eens om je heen bij de bushalte, op straat, in de winkel, in je huiskamer. En eerlijk is eerlijk: kijk eens in je eigen hand. Oeps... Kunt u zich voorstellen dat ze er ooit niet waren? Sommigen verlangen terug naar de Nokia, waarmee je alleen kon bellen en niet elk moment van de dag getraceerd kan worden. Een mobiele telefoon met draaischijf, dat zou zomaar eens een trend kunnen worden. Hebben we iets om over te converseren met onze kids. 

Of appt u ze liever?

Herman.