Grote Zilverreiger gesignaleerd in Hollands Kroon

Algemeen
De Grote Zilverreiger.
De Grote Zilverreiger. (Foto: Otte W. Zijlstra)

NIEUWE NIEDORP De redactie van Hollands Kroon ontving afgelopen week deze bijdrage van de in Nieuwe Niedorp woonachtige Otte W. Zijlstra: ‘hierbij een klein artikel over de succesvolle grote zilverreiger: landelijk maar ook in onze omgeving Hollands Kroon’. De redactie wilde onderstaande bijdrage de lezers niet onthouden.

‘Als je vroeger een Grote Zilverreiger wilde zien moest je een flinke reis ondernemen naar onder andere Zuid-Frankrijk (Camargue) of Midden-Europa (Neusiedler See). Dat heb ik gedaan in 1980 en daar inderdaad deze mooie witte reiger gezien. Sindsdien heeft deze reiger zijn broedareaal flink uitgebreid naar het westen. Een kwart eeuw geleden was het hier nog een zeldzaamheid!’

Wit verenpak

‘In de broedvogelatlas van 2002 stond één broedpaar genoteerd voor 1998, twee in 1999 en elf in 2000. Dat beeld nu geheel anders. Eenieder herkent de onmiskenbare aanwezigheid van de Grote Zilverreiger vooral in de winter. Ze komen in de winter net zo verspreid voor als de Blauwe Reiger, maar vallen meer op door hun witte verenpak. Als je wat dichterbij komt zie je ook de mooie sierveren (aigrettes) op de rug hangen; dames droegen die vroeger op hun hoedjes! Die tijd is gelukkig voorbij.’

Klein verschil

‘Er is wel een klein verschil in zomer- en winterkleed bij de Grote Zilverreiger: in de winter hebben ze een gele snavel en in de winter hebben ze een zwarte sneb. In de herfst nemen de aantallen snel toe door overwinteraars uit oostelijk gelegen broedgebieden (Letland, Polen en Wit-Rusland). Ook reageren ze verrassend snel op hoge dichtheden van veldmuizen. Dan wordt er weinig gevist en de boer is daar ook blij mee natuurlijk. Die heeft het jaar daarop geen muizenplaag.’

Kolonie

‘Ook Velduilen voelen snel aan waar ergens een tijdelijk groot voedselaanbod is. Hoe dat fenomeen werkt is mij niet bekend. De broedaantallen namen ook snel toe na de eeuwwisseling. In de Oostvaarderplassen (nabij Lelystad) ontstond een kolonie evenals op de Makkumer-Noordwaard die vanuit een vliegtuig worden geteld. In 2016 was het een heel goed jaar met ruim driehonderd broedparen. Het aantal overwinteraars bereikt bijna de tienduizend en wordt mede bepaald door het voedselaanbod en winterse omstandigheden.’

Was getekend: Otte W. Zijlstra.