Sjaak Vriend (71) lag negentien weken plat vanwege corona

Algemeen
Sjaak: 'De ene dag gaat het beter dan de andere, maar ik kijk graag weer vooruit.'
Sjaak: 'De ene dag gaat het beter dan de andere, maar ik kijk graag weer vooruit.' Foto: Theo Annes

ZWAAG - Het bed dat in de woonkamer staat, laat zien dat hij er nog lang niet is. Sjaak Vriend (71) uit Zwaag liep in maart het coronavirus op, overleefde het maar nét en is nu thuis om te herstellen. Een lange weg die volgens de artsen wel een jaar kan duren. “Mijn conditie is helemaal weg, maar gelukkig ben ik er nog’, vertelt Sjaak thuis aan de keukentafel.

Het begon allemaal op 24 maart. Sjaak voelt zich een beetje grieperig; hij heeft het koud en rilt. “Natuurlijk dacht ik niet meteen aan corona”, blikt Sjaak terug. “Ik dacht: lekker naar bed gaan en dan gaat het wel weer over. Maar twee dagen later was het nog niet beter en kreeg ik het benauwd. Dat was voor mijn vrouw reden om de huisarts te bellen.” Afra (66) vertelt verder: “De huisarts stond meteen op de stoep. Sjaaks zuurstofpercentage in zijn bloed werd gemeten en die bleek maar 45 procent te zijn. Omdat de huisarts daar zo van schrok, dacht ze nog even dat het apparaat niet goed werkte. Maar ook bij de tweede meting was het 45 procent. Dat was het moment dat de huisarts sterk vermoedde dat Sjaak corona had. Met spoed werd hij naar het ziekenhuis gebracht.”

Stilstand is achteruitgang

De huisarts bleek de situatie goed ingeschat te hebben. Afra: “Ik werd gebeld door het ziekenhuis dat Sjaak inderdaad positief was getest op corona. De verpleegster zei tegen me: ‘wilt u nog wat tegen uw man zeggen? We gaan hem namelijk drie weken laten slapen’. Ik was verbouwereerd.” Na drie weken was het de bedoeling dat Sjaak zelf weer wakker zou worden, of in ieder geval ‘aan de oppervlakte zou komen’, zoals de artsen en verplegers dat zeggen. Afra: “Maar dat gebeurde dus niet. Daarom werd een scan van zijn hoofd gemaakt, die er gelukkig goed uitzag. Maar Sjaak reageerde nergens op. Af en toe keek hij wel wat in het rond, maar hij zag niks. De artsen benadrukten dat hij in de zesde week écht vooruitgang moest laten zien, anders zouden ze de behandeling stoppen. Stilstand was in dit geval achteruitgang en daarom moesten we rekening houden met een afscheid. De situatie was ‘zeer zorgwekkend’ werd steeds gezegd. Een dikke pluim voor de aardige verpleegsters trouwens; zij belden mij twee keer per dag om te vertellen hoe het met Sjaak ging. Dat hebben ze heel goed gedaan. Al die tijd mocht ik niet langskomen. De eerste drie weken moest ik zelf in quarantaine thuis blijven. Daarna werd ik ook getest op corona en wat bleek? Ik had het zelf ook gehad! Ik was verbaasd. Geen dag was ik ziek geweest, ik heb er helemaal niets van gemerkt.”

Revalideren in Lindendael

Na ongeveer zeven weken lijkt het met Sjaak tóch de goede kant op te gaan. “Langzaamaan begon hij te reageren op bijvoorbeeld de namen van onze kinderen. Af en toe mocht hij in een stoel zitten en van de beademing af. Wel was ‘ie nog erg in de war. Ik weet nog dat we in die tijd gingen Facetimen. Sjaak hoorde mijn stem wel, maar wist niet waar het geluid vandaan kwam. Hij zag alle apparaten om hem heen en riep: ‘kunnen al die attributen hier weg?!’ en ‘ik wil weg uit dit hok’. Achteraf kunnen we daar gelukkig om lachen.” Op 6 mei mocht Sjaak van de IC af en werd hij overgebracht naar de longafdeling. “Op een dag belde hij zelf op om te vertellen dat ik langs mocht komen. Eindelijk! Wat een mooi moment was dat.” Heel langzaam gaat het elke dag iets beter met Sjaak. Na twaalf weken in het ziekenhuis gaat hij naar Lindendael om te revalideren. “Ik moest opnieuw leren lopen. Het was de bedoeling dat ik daar tot september bleef, maar begin augustus mocht ik een dagje naar huis en dat ging zó goed dat ik niet meer terug hoefde.”

Doorligplekken

“Weet je wat ik in het begin best lastig vond toen Sjaak weer thuis was?”, zegt Afra. “Dan vroegen mensen aan hem hoe het ging en dan zei hij: ‘prima hoor’. En dan dacht ik: nee, het gaat helemaal niet prima. We hebben een enorm spannende en moeilijke tijd achter de rug. Het lastige is dat Sjaak dat allemaal niet mee heeft gekregen. Hij heeft het zelf niet meegemaakt.” Inmiddels weet Sjaak wel beter. “Ik ben blij dat Afra alles in een schriftje heeft bijgehouden. Ik begrijp nu wat er allemaal gebeurd is en hoe moeilijk dat geweest moet zijn voor Afra en onze kinderen.” De nasleep van de ziekte is groot. Sjaak is verschillende keren geopereerd aan doorligplekken en nog steeds is hij niet klaar. Elke ochtend komt de verpleging langs om de plekken te verzorgen en binnenkort staat een volgende operatie te wachten. Een stukje spier wordt uit zijn onderbeen gehaald en verplaatst naar zijn knie waar een flinke doorligplek is ontstaan. “De eerste twaalf dagen in het ziekenhuis lag ik constant op mijn buik, waardoor ik ook in mijn gezicht doorligplekken kreeg. De littekens zijn nu nog te zien.” Verder volgt Sjaak twee keer per week fysiotherapie en moet hij zich aan een speciaal dieet houden dat ervoor zorgt dat zijn spieren, die lange tijd stil hebben gelegen, weer aansterken.

Medeleven

De ene dag gaat het beter dan de andere. “Ik heb vooral last van moeheid. Vandaar het bed in de kamer. Als ik het even zat ben, kan ik even m’n ogen dichtdoen. Elke dag ga ik met de rollator naar buiten. Het lukt me nu om kleine stukjes te wandelen, maar ik merk dat mijn conditie gewoon weg is. Die wordt uiteindelijk wel beter, maar het duurt lang.” Sjaak en Afra zijn blij met de steun en het medeleven dat ze vanuit het dorp krijgen. “We hebben ontzettend veel kaarten en bloemen ontvangen. Geweldig.” Bang om weer corona te krijgen is Sjaak niet. “Natuurlijk let ik extra goed op en houd ik sowieso goed afstand van andere mensen. Ik heb psychologische hulp aangeboden gekregen, maar dat vind ik niet nodig. Afra en ik zijn wat dat betreft heel nuchter. We kijken graag weer vooruit!”