Motorcoureur Nick Vlaar uit Obdam stopt met racen

Algemeen
Nick Vlaar heeft zijn carrière als motorcoureur beëindigd.
Nick Vlaar heeft zijn carrière als motorcoureur beëindigd. (Foto: Erik de Ruijter)

Motorcoureur Nick Vlaar (23) kiest voor een toekomst zonder wedstrijdracen. “Ik heb er goed over nagedacht en ik heb besloten om te stoppen met motorracen. Na negen mooie racejaren is het tijd voor iets nieuws.”

De Obdammer wilde het afgelopen seizoen regelmatig podiumplaatsen behalen, maar dat is hem niet gelukt. “Dit is voor mij overigens niet de reden om te stoppen. Motorracen vergt super veel tijd en energie. Ik vond het ook altijd leuk om er veel voor te doen. Echter krijg ik op het moment niet de voldoening terug die ik eerder altijd kreeg, daarom vind ik dit een mooi moment om te stoppen. Daarnaast komt aan al het mooie een einde. Dit studiejaar studeer ik af voor mijn opleiding werktuigbouwkunde, waar ik ook graag mijn focus op leg.”

Mooie kans

Nick is enorm blij dat hij al deze jaren de kans kreeg deze mooie en bijzondere sport te beoefenen. “Ik besef dat dat niet voor iedereen is weggelegd. Ook ben ik er heel goed van bewust dat ik dit in mijn eentje nooit had bereik. Mijn ouders hielpen enorm mee door alles op te zetten en vervolgens te blijven ondersteunen. Ook alle sponsoren die mij elk jaar financieel steunden. Daar zitten veel trouwe sponsoren bij die ons vele jaren bijstonden, dit was voor ons de reden dat wij negen jaar achter elkaar konden racen.”

Raceteams

De coureur kreeg na zijn eerste trainingsjaar op de 600cc de kans om uit te komen voor het NIWA Racingteam in Zwaagdijk op een Suzuki 600cc. “Bij dit team heb ik leren racen tot en met het seizoen 2017. Vanaf 2018 kwam ik uit voor Racingteam Edwin Ott motoren waar ik twee seizoenen op een Yamaha R6 reed. Het tweede seizoen werd ik vice-kampioen in het Nederlands kampioenschap. De laatste twee seizoenen reed ik op de Yamaha R1. Ik ben beide raceteams erg dankbaar voor het realiseren van deze mooie tijd.”

Laatste raceweekend

Het allerlaatste raceweekend vond begin oktober plaats en moest extra bijzonder worden. “Op vrijdag hadden wij helaas nog steeds last van de gevolgen van de laatste crash. Elektronische problemen in de motor kregen wij op vrijdag niet verholpen, hierdoor namen wij vrijdagavond het besluit om over te stappen op een andere motor”, laat Nick weten.

De motorcoureur moest zaterdagochtend wennen aan de motor en tegelijkertijd een rondetijd neerzetten die voor beide races de bepalende startplaats was. “Door lastige omstandigheden, onder meer een nat wegdek, moest ik genoegen nemen met een achttiende startplaats voor beide races.” Na de middag was het droog en na een goede start en sterke eerste ronde bevond Nick zich in het voorveld. “Vanaf ronde drie had ik de aansluiting bij Vasco van der Valk die vijfde lag. Ik kon zijn tempo bijhouden en in het wiel blijven hangen. In de allerlaatste bocht remde hij verdedigend, waardoor ik een andere lijn moest nemen. Ik had een beter exit maar kwam net 0,028 seconden tekort over de streep. Met het resultaat van de achttiende naar de zesde plek was ik heel tevreden.”

Rijdend afsluiten

Ondanks alle pech dit seizoen kon Nick nog vijfde in het algemeen klassement worden. “Hiervoor moest ik zorgen in de tweede race voor Thijs Peters te eindigen, net als in de eerste race. Na een slechte start reed ik na één ronde op de vijftiende positie. Ik haalde een aantal tegenstanders in en reed op de achtste positie, vanaf hier had ik met een klein gaatje uitzicht op Thijs Peters. Hem inhalen was voor mij het doel. Helaas veranderde de weersomstandigheden. Met nog twee rondes te gaan, begon het heel hard te regenen voor slicks. Na het zien van verschillende crashes besloot ik dat het belangrijk was om mijn carrière rijdend af te sluiten. Uiteindelijke eindigde ik op de vijftiende plaats.”

Mooie afsluitdag

Nick kijkt terug op een mooie afsluitdag. “Naast de races genoot ik het publiek, wat hun uiterste best deed om de dag mooi af te sluiten. Daarnaast wil ik alle mensen bedanken die iets hebben bijgedragen in de afgelopen negen jaar.”

Nick Vlaar.