Gemeente lijdt verlies

Algemeen
Marc de Jong
Marc de Jong (Foto: Aangeleverd)

LANDSMEER - De gemeente Landsmeer heeft het jaar 2019 afgesloten met een verlies van 246.000 euro. Dit is ongeveer 195.000 euro méér dan de bedoeling was. Dit bedrag had nog hoger kunnen zijn, maar de gemeente had in het afgelopen jaar een aantal leuke meevallers.

De gemeente heeft in het afgelopen jaar een aantal opvallende extra uitgaven gedaan. Een van de grootste extra kostenposten bedraagt bijna 250.000 euro. Dit is ontstaan door hogere uitgaven aan specialistische jeugdhulp, volgens de gemeente “met name door een aantal intensieve trajecten” in het zogenaamde B- en C-segment. Bij dit soort trajecten gaat het vaak om zogenaamde ambulante hulp, waarbij een hulpverlener bij een gezin thuis komt en er langdurige begeleiding van het gezin nodig is.

De hogere kosten zijn aan de andere kant geen echte verrassing. Vorig jaar gaf de gemeente al aan vooral op het vlak van Jeugdhulp de komende jaren flink wat extra geld nodig te hebben. Er wordt steeds meer gebruikgemaakt van zwaardere, specialistische zorg en dat kost relatief veel geld. De gemeente zei destijds al dat het slim zou zijn om de komende jaren méér te investeren in ‘preventieve maatregelen’; hierdoor zou vaak voorkomen kunnen worden dat uiteindelijk zwaardere zorg nodig is.

Een andere hoge kostenpost bestond uit uitgaven voor de ICT van de gemeente. In totaal gaf Landsmeer bijna 125.000 meer uit dan in eerste instantie de bedoeling was. Dankzij investeringen in ‘cloud’-oplossingen wilde de gemeente qua IT-voorzieningen op een hoger niveau uitkomen. Dit lijkt nog maar voor een deel gelukt te zijn, gezien de moeizame ervaringen met digitaal vergaderen in de afgelopen maanden.

Naast tegenvallers zijn er ook uitgestelde uitgaven te vinden in de jaarrekening over 2019. Zo is de start van de laatste fase van het Breekoever-project volgens het College uitgesteld naar 2020. De gemeente moest hiervoor in eerste instantie ruim 1,34 miljoen euro uitgeven, maar uiteindelijk zou er weer 1,38 miljoen terug moeten vloeien naar de gemeente. Het College van Burgemeester en Wethouders gaf eind april nog aan dat er een ontwerpbestemmingsplan wordt voorbereid. Hieruit zal duidelijk worden tegen welke huizenmassa de huidige buurtbewoners aan moeten kijken zodra het nieuwe blok gebouwd wordt. Daarnaast zal ook bekendgemaakt worden in hoeverre de gemeente uiteindelijk überhaupt geld overhoudt aan dit project.

De jaarrekening 2019 wordt op 11 juni 2020 voor de eerste keer besproken in de gemeenteraad. Uiteindelijk moet het stuk op 18 juni 2020 door de gemeenteraad worden vastgesteld.