‘Jopie blijft Jopie en ook ik blijf mezelf’

Algemeen
Joop en Tilly: 65 jaar bij elkaar.
Joop en Tilly: 65 jaar bij elkaar. (Foto: Rodi Media/MvS)

Door Marcel van Stigt

LANDSMEER – Zij is een ‘jongensachtig meisje’, hij een ‘meisjesachtige jongen’. Maar ze zijn vooral zichzelf. En juist daardoor houden ze het al zo lang met elkaar vol: Joop en Tilly Schmidt zijn vijfenzestig jaar gelukkig getrouwd. Een coronaproof bezoekje aan het echtpaar in de achtertuin.

Een interview voor het Kompas? Ja, leuk! Maar dan wel op corona-afstand in de achtertuin. Bitter koud is het, maar de verslaggever lijkt er ondanks muts en dikke jas meer last van te hebben dan het echtpaar Schmidt. Joop gaat er zelfs bij zitten alsof het lente is en houdt zijn jas doodleuk open. Sowieso hebben ze niets weg van twee fragiele, bibberende bejaarden. Ondanks hun leeftijd – Joop 92, Tilly aanstaande woensdag 88 – ogen ze energiek en zitten ze vol levenslust.

Ze hebben elkaar ooit leren kennen in Amsterdam-West. “Ik had een studievriendin bij wie ik veel thuiskwam”, vertelt Tilly. “Maar op een dag kon dat niet vanwege een familiegebeurtenis: haar broer had gediend in Indonesië en zou terugkomen. Later heb ik hem bij haar thuis gezien. Het was januari, en omdat het erg stormde heeft hij me naar huis gebracht. Dat was Joop. Het was liefde op het eerste gezicht. Het was niet zo’n He-Man, want daar hield ik niet van. Eigenlijk een meisjesachtige jongen. Zoals ik een jongensachtig meisje was.”

Joop: “En stronteigenwijs.”

De liefde voor Tilly kwam bij Joop een tikkie later op gang, al vond hij haar wel direct heel leuk, maar toen ook hij zover was, werd het een stel. Dat leidde tot een huwelijk. Ze kregen van beide ouders toestemming, maar er golden wel twee strikte voorwaarden: Joop moest een hoed dragen, en Tilly schoenen met hoge hakken. Tilly: “Deze concessies hebben we gemaakt. Voor één dag.”

Het was nogal uitzonderlijk. Toen al waren Joop en Tilly geheel zichzelf en lieten ze zich niet vertellen wat ze moeten doen. Zo is het nog steeds. En daarbij laten ze elkaar in hun waarde. Het komt ook geen seconde in hun hoofd op om de ander te veranderen. Het is de basis van hun gelukkige huwelijk dat al vijfenzestig jaar duurt. Tilly: “Jopie blijft Jopie en ook ik blijf mezelf.”

Joop en Tilly hebben gewoond in Amsterdam en kwamen daarna op hun huidige stek ik Landsmeer terecht. Joop: “We waren naar een winkelcentrum in Purmerend geweest en reden binnendoor terug. Zo deden we dat altijd, want dat vonden we leuk. Toen zagen we in de Havenzathe een huis te koop staan. Daar wilden we wonen en we hebben het gekocht. Probleem was alleen dat we net in Diemen ook een huis hadden gekocht. Daar moesten we vanaf, want twee huizen is wel veel.”

Het probleem werd inventief opgelost. Joop zou het naar de makelaar toe in overleg met zijn werkgever zo brengen dat die hem geen lening wilde verstrekken. De makelaar heeft daarop contact met de werkgever opgenomen, maar die gaf geen krimp. “Mooie werkgever heb jij”, smaalde de makelaar daarna richting Joop. En inderdaad, een betere werkgever had Joop zich niet kunnen wensen.”

Joop en Tilly waren verlost van het huis in Diemen en verhuisden naar Landsmeer, waar ze nog steeds met veel plezier wonen. Drie kinderen hebben ze – Paul, Wouter en Theo – en zes kleinkinderen. Joop heeft gewerkt bij Landré en Glinderman aan de Amsterdamse Spuistraat. Het bedrijf verkocht elektrische onderdelen voor hijskranen. Voor Joop betekende het dat hij regelmatig naar de nok van een hijskraam moest klimmen. Geen pretje voor iemand met hoogtevrees… Tilly heeft in het onderwijs gezeten.

Tilly heeft daarnaast vrijwilligerswerk gedaan, Joop sloeg aan het fotograferen, zijn grote hobby. Zijn foto’s plakte hij in en zijn verzameling groeide uit tot vijftig fotoboeken. Hij heeft ze overgedragen aan de Oudheidkundige Vereniging Landsmeer. Voor deze vereniging is hij nog steeds actief. Hij maakt foto’s en verzamelt relevante krantenartikelen voor het archief.

Samen hebben ze het nog steeds reuze naar hun zin. Tilly: “Je bent iemand, maar blijft niet hetzelfde. Je groeit. Maar we geven elkaar de ruimte. Een partner is niet je bezit.”