Monumentale status woonhuis Grietje Tump onderstreept betekenis voor Landsmeer

Algemeen
De overhandiging van het bordje op corona-afstand én in stijl: met een authentieke snip.
De overhandiging van het bordje op corona-afstand én in stijl: met een authentieke snip. (Foto: Rodi Media/MvS)

Door Marcel van Stigt

LANDSMEER – Tien jaar heeft beheerder Frans Poulain er op moeten wachten en afgelopen vrijdag was het dan eindelijk zover: na de toekenning dat het woonhuis van Museum Grietje Tump een gemeentelijk monument zou worden schroefde burgemeester Dennis Straat eigenhandig het felbegeerde blauwe bordje op de gevel. “Het is een waardevol pand,” stelde Straat na afloop, “en de inhoud maakt het nog waardevoller.”

Waarom de aanvraag van Poulain niet tien jaar eerder is gehonoreerd? Daarop moest de burgemeester het antwoord schuldig blijven. “Het speelde al toen ik hier werd aangesteld. En het is met een hamerstuk geregeld. Het pand hóórt bij het dorp en herbergt de geschiedenis van Landsmeer, eigenlijk van de hele regio.”

Beheerder Frans Poulain toonde zich een tevreden man en vierde de officiële handeling met koffie en gebak – op de voorgeschreven corona-afstand te midden van zijn bonte verzameling gebruiksvoorwerpen die een natuurgetrouw beeld geven van het dagelijks leven in de vorige eeuw.

Rentenierswoning

Aannemer Leguijt heeft het pand in 1899/1900 gebouwd als rentenierswoning voor eierhandelaar Klaas Tump. In 1913 kwam het in eigendom van Cornelis Cornelisz. Tump. Zijn dochter Grietje was in 1973 de laatste bewoonster en naar haar is het museum vernoemd. En het gemeentebestuur mag het geduld van Poulain dan tien lang hebben beproefd, het toekennen van de monumentale status vond uitgerekend plaats in het honderdvijfentwintigste geboortejaar van Grietje én honderdtwintig jaar na de bouw van de woning. Dat heeft toch ook wel weer wat.

Het woonhuis is ooit in de authentieke stijl uitgebreid en is dienst gaan doen als museum. Frans Poulain koestert het als zijn bloedeigen kind. Hij is er zeer op gebrand dat het pand inclusief de bijzondere verzameling behouden blijft, ook als hij er zelf niet meer is. Met de monumentale status heeft hij meer zekerheid dat er geen sloophamer aan te pas zal komen.

Vijftig oliestellen

Wat nog wel ontbreekt is een club mensen om zich heen die hem helpt om de gang van zaken in en rond het museum te stroomlijnen. Alleen al vanwege de wekelijkse aanvoer van nieuwe spullen, want hij heeft een grote gunfactor. Maar wat moet hij bijvoorbeeld met de vijftig oliestellen die hij tot zijn beschikking heeft?

Poulain wil nu niet meer uitbreiden, maar is vooral gericht op het aanbrengen van verbeteringen. Zo moet de website worden aangepast, want dat is al twintig jaar niet meer gebeurd. Meer rechterhanden heeft hij nodig, dat besef is er. Maar er is ook een andere kant. Delegeren is een kunst die hij niet helemaal beheerst. “Ik doe nog veel zelf. En ik vind het best moeilijk om dit los te laten. Immers, het museum ben ik, en ik ben het museum.”

Burgemeester Dennis Straat schroefde het bordje eigenhandig op de gevel.