Met de billen bloot

Column

In de Hema in Oostzaan kocht ik een nieuwe zwembroek. Als vanzelf dacht ik terug aan de gênante vertoning die ik ooit in een zwembad heb veroorzaakt. Eigenlijk wil ik die intern houden. Hoewel, wat maakt het uit.

We waren met het gezin neergestreken bij een openluchtbad op ons vakantieadres. Na een wat stroeve gang van een stenen glijbaan zocht ik het belendende sportbad op. Ik nam een duik van de lage duikplank en trok wat baantjes. 

Al snel had ik het gevoel dat er naar me werd gekeken. De blikken kon ik niet helder zien, want mijn bril lag opgeborgen in zijn koker, maar het had er alle schijn van dat ik met mijn duik indruk had gemaakt. En wat doe je dan als man? Inderdaad, dan keer je direct om, loop je terug naar de duikplank en doe je het nog eens, maar dan wel zo dat iedereen het ziet.

Voor de goede orde kuchte ik een paar keer hard, liep de duikplank op en bleef met veel gevoel voor theater even staan, zogenaamd om me te kunnen concentreren. Ik sprong een paar keer lichtjes op en schudde met mijn armen. Volgens mij zag het er zo bij elkaar goed uit. En nu wist ik het zeker: er werd naar me gekeken. Ik nam een aanloopje en dook zo soepel mogelijk het water in. Eenmaal boven proestte ik het hevig uit.

Ik klom op de kant en besloot rond het bad te paraderen. Al die blikken – héérlijk. Niet helemaal toevallig liep ik in de richting van een bankje waarop vier jonge meiden zaten. Ik werd een beetje warm van binnen. De trots dat er naar mij, een man van 53, werd gekeken gloeide en groeide. Voor de zekerheid trok ik mijn buik een beetje in. 

Toen ik langs de vier plaatselijke schonen liep boog ik beleefd mijn hoofd. Er werd hartelijk gelachen en dat duurde voort nadat ik was doorgelopen. Er begon nu een prettige roes bij me op te komen. Ik genoot. 

Andere badgasten hadden kennelijk in de gaten dat er iets bijzonders aan de gang was. En dat ik daarin een centrale rol speelde. Reden genoeg voor mij om even door te lopen en mezelf ook aan andere dames te laten zien.

Nog steeds zwevend van trots liep ik naar ons plekje op het gras. Voordat ik op mijn badhanddoek plaatsnam draaide ik me nog één keer om, nagenietend van de aandacht die me ten deel was gevallen.

‘Wat heb jíj nou?’ hoorde ik mijn vrouw ineens zeggen.

‘Mmm? Wat bedoel je?’ reageerde ik wat dromerig.

‘Ben je van die stenen glijbaan geweest?’

‘Ja,’ zei ik.

‘Met die versleten zwembroek?’

‘Ja, maar wat is er dan?’

‘Wat is er dan? De achterkant van je zwembroek is helemaal stuk. De flarden hangen er bij. Iedereen kan zo je blote billen zien.’