Spannende nachten

Column
Afbeelding
(Foto: Pixabay)

De komst van Sinterklaas bracht bij mij vroeger nogal wat spanning teweeg. Dat kwam vooral tot uiting bij het schoentje zetten. Tegen de nacht zag ik behoorlijk op. Want vroeg of laat zouden Sint en Piet binnensluipen om het schoeisel te vullen en dat was geen prettige gedachte.

Ik kan me herinneren dat ik op een nacht wakker werd van het doortrekken van het toilet. Wie was dat?! schoot het door me heen. Mijn vader? Mijn moeder? Een van mijn broers? Of…

Later is het mysterie ontsluierd. Toen het muntje viel en ik het spelletje doorhad, konden ze me niet meer voor de gek houden. Ik snapte ook wie thuis de schoentjes vulde. Mijn moeder. Uitgerekend dezelfde die op pakjesavond altijd zo’n show opvoerde. Op de deur bonzen, strooien, een volle zak bij de deur zetten, ineens uit een andere kamer binnen komen stormen en stomverbaasd kijken naar het tafereel dat ze nota bene zelf had aangericht. 

Later ging bij haar de scherpte er wat vanaf. De muur in de gang was inmiddels voorzien van een spiegel en vanuit de huiskamer konden we zien hoe ze op haar tenen en met strooigoed in de hand aan kwam sluipen.

Het was me allemaal duidelijk geworden. Maar voor mijn jongste broer, die nog wel in Sinterklaas geloofde, moest het nog even geheim blijven. Voor mij geen probleem. In de voor mij nieuwe situatie zag ik een heel aantrekkelijk aspect. Ik kon voortaan meer direct en ook heel gericht om cadeaus vragen.

Als vader beleefde ik de tijd rond Sinterklaas net even anders. Toen was ik het die de schoentjes vulde. Om het helemaal echt te maken, liet ik soms een in de haast vergeten pietenpet op de grond achter, keerde ik het schoteltje voor het water om of verspreidde ik delen van de niet helemaal opgeknabbelde winterpeen in het gangpad.

In het dorpje waar we woonden kwam Sinterklaas met paard en rijtuig aan. Het gezelschap reed langs ons huis en vanaf onze oprit konden we het allemaal mooi zien. In het nabijgelegen dorpshuis mochten de kinderen op het podium komen om een liedje voor Sinterklaas te zingen. De kinderen keerden na afloop dik tevreden naar huis. Allemaal een chocoladeletter én een speculaaspop én een mooi cadeau. Het organisatiecomité liet zich altijd van zijn meest scheutige kant zien.

In andere dorpjes moesten de kinderen - lees: de ouders - met minder genoegen nemen. Als journalist van een lokale krant ben ik wel eens getuige geweest van een intocht die me nog altijd bijstaat. 

Sint en Piet staken met een veerpont het kanaal over en werden in het aanpalende restaurant, het enige bedrijf dat het dorpje rijk was, verwelkomd door de uitbater. Na een klein uurtje vertrokken de gasten alweer. 

De kinderen hadden allemaal een klein zakje met pepernoten gekregen.

Dat zat een van de moeders kennelijk nogal hoog. Ze stapte naar de uitbater en vroeg: “Een zakje met pepernoten? Is dat alles?” 

“Tja,” antwoordde de man, “de intocht moet worden gefinancierd door de plaatselijke middenstand. En dat ben ik.”