Met één been in het graf

Column
Afbeelding
(Foto: Pixabay)

Begraafplaatsen, ik heb er iets mee. Lekker rustig en vredig. Als mijn tijd om is, wil ik ook worden begraven. Cremeren vind ik niks. Een tikkie te klinisch en te kil. En dan zo’n urn op een tafeltje in de hoek van de huiskamer, ik weet niet of ik daar iemand een plezier mee zal doen. Bovendien lijkt het me niet zo handig met een paar speelse katten in huis. Straks stoten ze me in hun enthousiasme om; zie me dan maar eens bij elkaar te rapen. 

Soms bezoek ik de begraafplaats in Amsterdam-Noord. Daar liggen mijn vader en jongere broer in een familiegraf. Even gedag zeggen en wat dorre bloemen of onkruid verwijderen. Dan denk ik terug aan dat gesprek tussen mijn broers en mijn ouders. Over hun laatste wil als ze komen te overlijden. We hebben het allemaal netjes op papier gezet.

“Maar wat als één van jullie eerder gaat dan wij?”, zei mij moeder toen terloops. Mijn jongere broer en ik moesten er hartelijk om lachen. Nog geen jaar later legden we bloemen op zijn kist. 

Ik loop ook wel eens over de begraafplaats in Landsmeer en Oostzaan, meestal als er wat rek zit tussen twee interviews. Verwanten liggen er niet, wel kom ik bekende namen tegen. Ik kuier zomaar wat rond en mijmer een beetje voor me uit. Ideaal om een gat te overbruggen. 

De kans dat er iets misloopt is bij begrafenissen overigens wel groter dan bij een crematie. Laatst heb ik wat belevenissen gehoord van een bevriende uitvaartleider. De familie van een overleden, wat alternatieve man, had gekozen voor een kist van karton. Hij had bij leven aangegeven dat hij dat graag wilde, dus wat moet je dan? Stug negeren? Nee toch? Het was bovendien weer eens wat anders.

Ideaal is het natuurlijk niet, dat karton. We leven immers in Nederland en in Nederland wil het wel eens regenen. Hard regenen ook.

De kist hing op het moment suprême aan twee kettingen boven het graf, klaar om onder het oog van de nabestaanden langzaam te worden neergelaten. Maar het begon te regenen en al snel werd het een fikse bui. Daar was het omhulsel niet tegen bestand. 

Terwijl de menigte bezoekers al naderde, begonnen de kettingen door het karton te snijden. “Zakken! Meteen zakken!”, siste de uitvaartleider slagvaardig. Het kwam nog net goed.

Hij heeft ook eens meegemaakt dat een van de dragers bij de eindbestemming zijn evenwicht verloor. Eerst stond hij nog letterlijk met één been in het graf, maar daarna donderde hij erin. De man was al op leeftijd en het was nog een hele toer om hem er weer uit te tillen. Best gênant.

Nee, dan dat Belgische stel dat voor het eerst van hun leven naar een begrafenis gaat. Een antieke mop, maar ik vind hem nog steeds ijzersterk. 

Eenmaal thuis wordt hen gevraagd hoe ze de begrafenis hebben ervaren.

“Nou, we vonden het best leuk”, zegt de man. “Mooie bloemen en na afloop prachtige muziek, lekkere koffie en rijk belegde broodjes. Je kon zoveel eten als je wilde. Helaas was het wel een beetje een stijf gezelschap. We waren de enigen die dansten.”