De harmonie verstoord

Column
Afbeelding
(Foto: Pixabay)

Op het Lint, ter hoogte van Purmerland, passeerde ik behoedzaam een lesauto. Hij bewoog zich wel érg langzaam voort. De jongen die reed zat op het puntje van de stoel, keek strak voor zich uit en klemde het stuur stijf in de voorgeschreven tien-voor-twee-stand tussen zijn handen.

Het deed me denken aan mijn eigen stuntelige debuut in het verkeer, lang geleden alweer maar nog vers in de herinnering. Vijf keer heb ik afgereden. Daarna pas durfde men het aan mij zonder begeleiding de weg op te sturen. Wat het harmonieorkest betreft waar ik ooit op stuitte had dat waarschijnlijk wel wat langer mogen duren. 

Mijn eerste auto was een beige Toyota Carina, precies het model waarin ik ooit rijles heb gekregen. Dat leek me wel zo vertrouwd. 

Met mijn aanwinst reed ik, kort na het behalen van mijn rijbewijs, eens rond het winkelcentrum in Amsterdam-Noord. Aan ver vooruitkijken deed ik nog niet. Laat staan aan anticiperen. Het kwam er gewoon niet van. Het besturen van de auto vergde nog te veel van mijn aandacht.

Na een bocht gingen twee auto’s die voor me reden vrij abrupt aan de kant staan. Ha, dacht ik, ruim baan. Meteen gaf ik een flinke dot gas, want toen al hield ik van opschieten. 

Door deze actie zag ik te laat wat die twee medeweggebruikers meteen al hadden gezien. Er kwam een harmonieorkest aan. Over de volle breedte van de straat. Voorop een ploeg majorettes, de knieën beurtelings hoog optrekkend, en daarna de blazers en slagwerkers. Allemaal keurig in het gelid.

Tenminste, toen nog wel.

Ik kon geen kant op. Links liep een fietspad, rechts waren alle parkeervakken bezet. Op dit soort tegenliggers had geen van mijn instructeurs mij ooit voorbereid. Ik moest het echt helemaal alleen uitzoeken

Even overwoog ik de versnelling in zijn achteruit te zetten en de enige vluchtweg in te slaan die resteerde. Die gedachte liet ik varen. De weg was vrij, maar gezien mijn nog povere routine zou ik absoluut langs één of meer geparkeerde auto’s schuren. Dan zou ik er een paar problemen bij krijgen. Ik had geen keus. Ik kon alleen maar blijven staan en hopen dat de bui heel snel voorbij zou trekken.

Tien meter voor mij zag ik de eerste gezichten betrekken. De blikken veranderden van licht geërgerd in zwaar geïrriteerd. 

Het werd een enorme chaos. De groep werd finaal uiteengereten. Links en rechts schuifelden majorettes en drummers langs mijn auto. De muzikanten waren behoorlijk van slag. Een paar blazers speelden dapper door, zoals ook het orkest van het zo jammerlijk gezonken schip The Titanic dit ooit moet hebben gedaan, maar van enige harmonie was geen enkele sprake meer

De verwijtende blikken waren duidelijk voelbaar. Maar voor mij niet langer zichtbaar. Want ik had ineens een sterke drang gekregen om een winkelwagenmuntje, zonnebril of wat dan ook te gaan zoeken dat ergens héél diep verscholen onder de passagiersstoel zou moeten liggen.