column

Tafeleend of eend op tafel?

Column
Tafeleend.
Tafeleend. (Foto: Marco Meeuwisse)

Teruglopend van de tandarts loop ik door de Lisdodde in Oudkarspel. Ik zie een paartje Tafeleenden dobberen. Gosh, die zag ik nog niet eerder hier. Eenmaal thuis pak ik mijn camera en ga terug. Ik lig in het riet wat foto’s te maken als een oudere heer achter mij stopt. “Zie je wat bijzonders?”

Ik wijs en zeg: “Tafeleenden, die zag ik nooit eerder in een woonwijk.” Zodra ik het heb uitgesproken zie ik dat de man iets wil zeggen, maar glimlachend toch weer inslikt. De grap hangt al in de lucht.

Het brengt me meteen terug in mijn jeugd. Mijn moeder braadde bij bijzondere gelegenheden een hele kip. In die tijd was dat luxe. Straatarm waren we begin jaren zeventig. Ik keek dus vreemd op toen er zomaar op een doordeweekse dag ineens gebraden kip op tafel kwam. Hadden we iets te vieren dan?

“Nee, zei paps trots, ik had geluk vandaag. De kip niet.” Hij lachte, bad, eiste meteen een hele poot op, en zei met volle mond: “Eet smakelijk”. Ik vond de kip maar raar smaken. Toen het geheel was verworden tot een hoopje afgekloven botjes kwam ook de waarheid op tafel. Paps, binnenschipper van beroep, nam weer het woord. “Wat denken jullie gegeten te hebben?” Het gezin bleef stil. Mams, in alle schijnheiligheid, ook.

“Eend!” Schreeuwde mijn vader trots. “Was bij het aanmeren tussen de boot en de kade geraakt.” Mijn zus zette het meteen op een janken. Ik mompelde slechts; ‘Grappig ... een Tafeleend’. Ik schiet nog één foto, sta op en loop naar mijn fiets.

De man, die mij al die tijd rustig had gadegeslagen, zegt het dan alsnog: “Als deze Tafeleend maar niet als eend op tafel belandt.” In gedachten hoor ik mijn zus alweer huilen.

(door Marco Meeuwisse)