Wethouder Evers niet van plan bezwaar te maken tegen windturbine

Algemeen
Afbeelding

Wethouder Sjef Evers (VVD) ziet het niet zitten om bezwaar te maken namens Maassluis tegen de voorgenomen plaatsing door Rotterdam van een grote windmolen aan de overkant op de landtong.

door Chrit Wilshaus

Dat blijkt uit de beantwoording door de portefeuillehouder op vragen van Marcel ’t Hart (CDA), afgelopen dinsdagavond gesteld in het Actualiteitenhalfuur in de gemeenteraad. Daarin vroeg hij wat de mogelijkheden zijn voor Maassluizers om bezwaar te maken tegen de planvorming en of de wethouder bereid is dat mogelijk te maken. ’t Hart: “Als Maassluis waren we al eerder op de hoogte van twee kleinere windmolens. Maar de exploitant is van plan in plaats daarvan een grote te plaatsen met een ashoogte van 139 meter en een tiphoogte van 239 meter. De aanvankelijke molens hadden een tiphoogte van 193 meter, een verhoging dus van meer dan twintig procent!” Dat alles roept vragen op bij de CDA-fractie. Bijvoorbeeld of het college op de hoogte was om af te wijken van het oorspronkelijke plan en daar ook door het Rotterdamse college in gekend is. Daarnaast merkte ’t Hart onder andere op het vreemd te vinden dat het stadsbestuur van de Maasstad in de informatievoorziening over de gewijzigde plannen doet alsof alles al in kannen en kruiken is.

Geluidshinder en slagschaduw

Volgens Jan van den Hoek (Forum voor Maassluis), die ook vragen stelde over de windmolen, houdt plaatsing “een aanslag op de gezondheid van onze burgers in” en zal het bovendien zorgen voor overlast in de vorm van geluidshinder en slagschaduw voor Maassluis. Ook zou de windmolen een direct gevaar vormen voor de volgens hem toch al schaarse flora en fauna op de landtong. Van den Hoek gaf verder aan zich zorgen te maken over de gevolgen voor de verdere woningbouw op het Balkon. En net als zijn CDA-collega wilde hij van de wethouder weten wat die gaat doen om plaatsing van de windmolen tegen te houden.

Half december

Wat dat laatste betreft maakte wethouder Evers duidelijk dat niet van plan te zijn omdat hij daar weinig heil van verwacht en meer ziet in diplomatieke onderhandelingen met Rotterdam, zoals hij het omschreef. Volgens hem heeft het weinig zin bezwaar te maken tegen iets als de kans van slagen nihil is. Evers beriep zich daarbij op opgedane juridische ervaring in het verleden. Opmerkelijk was dat de wethouder al half december vorig jaar telefonisch door zijn Rotterdamse collega op de hoogte werd gebracht van de gewijzigde plannen en met hem daarover overlegde. Maar voor zover bekend informeerde hij de raad daar niet over. ’t Hart wil dat Evers motiveert waarom hij geen bezwaar wil maken.

Objectieve gronden

Dat Rotterdam voor één grote in plaats van twee kleinere windturbines kiest, heeft volgens wethouder Evers te maken met moeilijkheden om de exploitatie rond te krijgen. Verder constateerde de portefeuillehouder dat bezwaarmakers met technische bezwaren zullen moeten komen. “En je moet objectieve gronden hebben om dit tegen te houden omdat de gemeente Rotterdam ook niet anders kan. Want ook Rotterdam moet voldoen aan het Klimaatakkoord.” Het collegelid wees er verder op dat Maassluis om territoriale redenen geen eigen windmolens kan plaatsen. Daaruit zou opgemaakt kunnen worden dat de wethouder van mening is dat Maassluis dan ook (juridisch) niet veel heeft in te brengen. ’t Hart moest het van het hart dat Rotterdam er vooral voor kiest windmolens aan de rand van de stadsgrenzen te plaatsen.