Oorlogsmonumenten in gemeente Medemblik vertellen een verhaal

Algemeen
Peter Sasburg, zoon Jaap Huisman en dochter Leny Huisman bij het oorlogsmonument in Benningbroek.
Peter Sasburg, zoon Jaap Huisman en dochter Leny Huisman bij het oorlogsmonument in Benningbroek. (Foto: Theo Annes)

Achter elk oorlogsmonument gaan herinneringen schuil die elk hun eigen onvergetelijke verhaal vertellen. De monumenten zijn indrukwekkende gedenktekens op tastbare en herkenbare plekken. De persoonlijke verhalen achter deze monumenten gaan over bezetting, vervolging, verzet, onderduik en verraad. Ze verbinden de lokale oorlogsgeschiedenis met de algemene geschiedenis en de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Zestien verhalen zijn op film vastgelegd, met ooggetuigen uit de jaren 40-45 of met de kinderen van hen. Hun boosheid, verdriet, angst, gemis, maar ook hun hoop op de Bevrijding komen daarin naar voren. Al deze verhalen zijn te zien op www.oorlogsmonumentenmedemblik.nl.

Door burgemeester J. Elmers werd in 1947 een gedenksteen onthuld in de muur van het toenmalig raadhuis in Benningbroek Ter nagedachtenis aan twee omgekomen verzetsmensen, Henk Pronk en Jaap Huisman, en burgerslachtoffer Jan Verhoef.

Het verhaal van Jaap Huisman

Dochter Leny (12-1-’44) mist haar vader nog steeds, ruim 75 jaar na de Bevrijding. De vader die ze nooit heeft gekend. Twaalf dagen na haar geboorte vluchtte Jaap Huisman de boomgaard in achter zijn boerderij. De ‘Grüne Polizei’ stond voor de deur om hem te arresteren. Om zijn gezin te beschermen, liet hij zich oppakken. Hij was verraden door een ‘valse’ onderduiker in zijn huis, een NSB-er uit Medemblik. Deze onderduiker had contact met NSB buurman Kaper, dat bleek later pas…

Verzet

Landarbeider Jaap Huisman (1913) woonde in een boerderij op Dorpsstraat B165, met zijn vrouw Helena en vier kinderen: Jaap, Vera, Piet en Leny. Allemaal geboren in de oorlogsjaren. Jaap en Helena trouwden in 1940 en Jaap was direct actief in het verzet tegen de Duitsers. Hij deed dat vanuit een bewuste keuze voor vrijheid en gelijkwaardigheid van mensen en was altijd bereid om te helpen. Er was nog een onderduiker in huis, de broer van Helena die niet in Duitsland wilde werken. Daarbij bracht Jaap in de dorpen het illegale streekblad ‘De Vrije Stem’ rond. Hij nam zodoende een groot risico, met gevaar voor zijn leven en zijn gezin. Temeer omdat zijn buurman de felle NSB’er Willem Kaper was. Kaper was fruitkweker en kreeg af en toe NSB leider Mussert op bezoek. Ook hield hij wekelijks bijeenkomsten met NSB leden uit de dorpen Sijbekarspel en Benningbroek.

Illegaal streekblad

‘De Vrije Stem’ werd geschreven en gestencild in het Provinciaal Ziekenhuis Medemblik, onder meer door boekhouder Pieter Brittijn en psychiater Reinder Zijlstra. De vrouw van Zijlstra regelde, op de fiets, de verspreiding van het illegale blad in de omliggende dorpen. Op de buurt waar het gezin Huisman woonde was het gezellig. Jaap werkte bij buurman Donker aan de overkant. Gert en Maartje Donker organiseerden op zaterdagavonden zogeheten ‘nachtfeesten’. De jongelui hadden echt behoefte aan ontspanning tijdens Duitse bezetting. Er werd muziek gespeeld, gedanst, gedronken, en in de hooiberg werd gevreeën.

Verraad

Het verraad van de NSB onderduiker veroorzaakte voor Jaap en zijn gezin dramatische gevolgen. Na zijn arrestatie kwam hij in de gevangenis van Haarlem terecht en via Kamp Vught werd hij op 23 mei 1944 op transport gezet naar concentratiekamp Dachau. Op 12 juni 1944 werd Jaap overgeplaatst naar concentratiekamp Allach (een subkamp van Dachau negen kilometer verder), waar onder meer porseleinen beeldjes werden gemaakt. Na 8 juli 1944 kreeg Helena geen brieven meer van Jaap. Hij is op 25 augustus ‘44 in het beruchte concentratiekamp Flossenbürg aangekomen. Dat is te lezen op een zogeheten ‘persoonlijke bezittingen’ kaart van Jaap, die bij aankomst werd opgemaakt. Die kaart is helemaal blanco. Hij had niets meer, zelfs geen schoenen, jas, kam of trouwring. Jaap verrichtte circa drie maanden zware dwangarbeid onder verschrikkelijke omstandigheden in een steengroeve. Door ondervoeding en ziekte kreeg hij difterie en overleed op 1 december 1944. Hij was nog maar 31 jaar oud. Op 25 april 1945 werd kamp Flossenbürg door het Amerikaanse leger bevrijd.

Opgelucht

Dochter Leny heeft in 2000 de concentratiekampen bezocht waar haar vader gevangen zat. Moeder Helena leefde nog, zodat Leny haar kon vertellen wat er met haar man was gebeurd. Ze was daar heel verdrietig over, maar ook wel opgelucht dat ze nu alles wist. De vier kinderen ervaren vrijheid als iets moois en goeds, maar met een dubbel gevoel. Zij hebben immers een hoge prijs betaald voor het offer dat hun vader heeft gebracht. Ze moesten zonder vader verder leven, zijn zonder hem opgegroeid, hebben hem nooit echt gekend.

Herdenken

Belangrijk is om op 4 en 5 mei onze slachtoffers en helden te herdenken. Peter Sasburg uit Midwoud schreef dit aangrijpende verhaal. “Een verhaal dat vertelt moet blijven en wordt doorgegeven aan toekomstige generaties.”

Herdenken op 4 mei en het vieren van de bevrijding op 5 mei. Laten we in elk geval stilstaan bij de vele slachtoffers die we in de oorlog hebben verloren.