Jan Kort betrokken bij het georganiseerde verzet in Andijk

Historie
Foto uit 1936 van de familie Kort, v.l.n.r.: Jan, vader Simon, Pietje, Ali, Klaas, moeder Pietertje en Griet.
Foto uit 1936 van de familie Kort, v.l.n.r.: Jan, vader Simon, Pietje, Ali, Klaas, moeder Pietertje en Griet. ((Foto: particuliere collectie))

Achter elk oorlogsmonument gaan herinneringen schuil die elk hun eigen onvergetelijke verhaal vertellen. De monumenten zijn indrukwekkende gedenktekens op tastbare en herkenbare plekken. De persoonlijke verhalen achter deze monumenten gaan over bezetting, vervolging, verzet, onderduik en verraad. Ze verbinden de lokale oorlogsgeschiedenis met de algemene geschiedenis en de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Zestien verhalen zijn op film vastgelegd, met ooggetuigen uit de jaren 40-45 of met de kinderen van hen. Hun boosheid, verdriet, angst, gemis, maar ook hun hoop op de Bevrijding komen daarin naar voren. Al deze verhalen zijn te zien op www.oorlogsmonumentenmedemblik.nl.

Door Peter Sasburg.

Een nieuw oorlogsmonument werd in 1999 naast het gemeentehuis in Andijk opgericht. Ter nagedachtenis van vier doodgeschoten verzetsmensen (Johannes Smink, Gosse Dijkstra, Ruurd Dijkstra en Jan Kort) en een omgekomen militair (Wouter Mantel). Ook vijf in Nederlands-Indië omgekomen militairen zijn toegevoegd. Het monument werd in 2013 verplaatst naar het André Voltenplein. Het oorlogsmonument is geadopteerd door de vier basisscholen in Andijk.

Jan Kort

Jan (1914) was op één na de oudste uit een gezin van zes kinderen. Begin jaren ‘30 hadden vader Simon en moeder Pietertje een ‘galanteriewinkel’ op de Dijkweg. Ze verkochten kleding en sierlijke snuisterijen, maar ook potten, pannen, keukengerei en zelfs speelgoed. Simon ging rond 1935 in de bollenhandel en de winkel werd gesloten. Zoon Jan had zich in 1938 aangemeld bij de Luchtvaart Brigade van de Landmacht en kreeg in april 1939 een plaats bij de luchtverdediging van het militaire vliegveld in Bergen, dat in juni van dat jaar officieel in gebruik werd genomen. Door de oplopende spanningen in Europa was vanaf september de mobilisatie in Nederland in volle gang. Na zijn dienstplicht werd hij vertegenwoordiger in puddingpoeder voor een bedrijf in Amsterdam, waar hij ook kost en inwoning had. Jan woonde in de buurt van de Hollandsche Schouwburg en zag regelmatig Joodse mensen onder dwang vertrekken voor een transport naar kamp Westerbork. Ook werd hij geconfronteerd met razzia’s in de stad, dat waren angstige momenten. Voor Jan was dit aanleiding om op individuele basis in verzet gegaan. Zo regelde hij betrouwbare adressen voor Joodse onderduikers in Andijk.

Vrijheidsdrang

Medio 1943 kwam Jan terug naar huis; er was geen werk meer voor hem in Amsterdam. Inmiddels was het gezin Kort uitgebreid met vier onderduikers; drie mannen die niet in Duitsland wilden werken en een 18-jarig Joods meisje. Samen met Jan, zijn zussen Pietje en Ali, en zijn vader en moeder, in totaal negen mensen onder één dak. Jan raakte in Andijk direct betrokken bij het georganiseerde verzet, een plaatselijke LO/KP ploeg onder leiding van G. Ruiter. Jan had een natuurlijke vrijheidsdrang. Als kind uit een gereformeerd gezin, liet hij zich bovendien inspireren door het christelijk geloof. Bijvoorbeeld door de bijbeltekst: Verberg de verdrevene en vermeld de omzwermende niet. Het Andijker verzet regelde in Andijk veilige plekken aan circa vierhonderd onderduikers, waaronder veel Joodse mensen. Ze wisten ook het bevolkingsregister te stelen en voedselbonkaarten te regelen. Daarnaast zorgden ze voor de verspreiding van de illegale bladen De Waarheid en Trouw, in het dorp. Na D-Day op 6 juni 1944 kreeg Jan het gevoel dat het einde van de oorlog nabij was. Hij verloofde zich in 1944 met Gré Visser uit Andijk. Ze maakten serieuze plannen voor de toekomst.

Landwachters

Vijf verzetsmensen uit Andijk moesten zich op 1 mei 1945 melden bij een post van de Binnenlandse Strijdkrachten in Blokker. Allemaal op de fiets, ongewapend, gingen de mannen op pad. Er zou een nieuwe verzetsgroep worden gevormd van ruim vijftig personen, die gewapend kon optreden als dat nodig was in verband met de aankomende Bevrijding. Bij Zwaag op de Noorderdracht werden ze aangehouden door twee NSB Landwachters. In de fietstassen van Gosse Dijkstra vonden ze een verdacht pakket, waarop Gosse ter plekke werd doodgeschoten door Landwachter Dirk Jonker. Jan Ruiter Gzn. wist als enige op zijn fiets weg te komen en overleefde de oorlog. Ruurd, Johannes en Jan moesten onder begeleiding van de Landwachters hard fietsend naar het gemeentehuis in Zwaag. Daar werden ze tegen een muur één voor één neergeschoten door Landwachter G. van der Spek. Ter afschrikking bleven de lichamen de hele ochtend liggen.

Thuiskomst van Jan

Zus Ali, 11 jaar oud in 1945, vertelt: “Ik kwam thuis uit school en mijn vader kwam me tegemoet. Dat voelde niet goed… Hij zei: ‘Er is iets ergs gebeurd, je broer Jan is doodgeschoten…’ Het was of mijn wereld helemaal in elkaar stortte. Jan was mijn lievelingsbroer. Hij was gezellig en heel lief voor mij. Met Jan weer thuis in 1943, dat was de mooiste tijd van mijn leven. Jan werd thuis opgebaard in een kist met een verband om zijn hoofd. Op 4 mei 1945 zijn de vier mannen, waaronder Jan, begraven op de begraafplaats in Andijk. Op 5 mei 1945 vierden we de Bevrijding en op 10 mei 1945 kwamen de Canadese bevrijders in het dorp. Maanden later kregen we een doosje thuis met daarin Jan zijn alpinopet en trui met kogelgaten.”

Gedenksteen

In hetzelfde jaar werd bij het toenmalig gemeentehuis een gedenksteen geplaatst voor de vier doodgeschoten Andijker verzetsmannen en de omgekomen militair in mei 1940. De steen werd onthuld door waarnemend burgemeester J.C. Haspels, zelf ook verzetsman.

Na de oorlog heeft Ali nooit over de dood van haar broer Jan kunnen praten. Ook vader en moeder zwegen over deze verschrikkelijke gebeurtenis. Moeder is nog lang ziek geweest. Toen Ali rond 1950 verkering kreeg met Andijker Piet de Vries, heeft ze langzaam maar zeker het hele verhaal kunnen vertellen en haar verdriet een beetje kunnen verwerken. Ze trouwden met elkaar in 1955. Ali overleed in 2017. Voor Piet, nu 88 jaar, was het verhaal van Ali over haar broer Jan altijd aanwezig.

Ali staat in 1945 naast haar vader. Ze is 11 jaar. Naast haar Pietje en moeder Pietertje.