Burgemeester Meerhof onthult foto Marcellis Charles Beerling, held tegen wil en dank

Algemeen
Burgemeester Meerhof onthulde de foto.
Burgemeester Meerhof onthulde de foto. (Foto: Rodi Media/JWvD)

OOSTZAAN – ‘Wat was-íe’ mager, hè!’ Het waren de woorden van Jopie van Berge-Beerling over haar vader bij de onthulling van zijn portret in de Beerlingzaal in De KunstGreep. Het is een foto die bewaard is gebleven en waar Beerling zit bij de kist waar de basisadministratie in werd opgeborgen om die vervolgens te laten ‘verdwijnen’.

Het verhaal is als een spannend jongensboek, maar het is alles behalve fictie. Jopie herinnert zich dat ze niets mocht vertellen over wat er bij hun thuis gebeurde, dat was gevaarlijk. Jopie vond het allemaal wel spannend. En dat is niet raar voor een meisje van amper tien jaar oud. Haar moeder, weet ze nog, vond het allemaal minder. Die vond het allemaal niet zo avontuurlijk. Maar om mensen te redden had ze er vrede mee. Vader stond in de keuken aan het aanrecht papieren te vervalsen terwijl er mannen in de deuropening op de papieren wachtten.

Ambtenaar op cruciale plek

Marcellis Charles Beerling was een ambtenaar die in Oostzaan op een cruciale plek zat. Hij kreeg alle post geadresseerd aan de burgemeester onder ogen. Zo kon het gebeuren dat sommige poststukken ‘verdwenen’ omdat ze gevaarlijk waren voor de medeburgers. Vaak betrof het verraad over illegale slachtingen of onderduikers.

De burgemeester was een NSB’er en ook een fanatiekeling. Toen de basisadministratie door de vijand werd opgevraagd twijfelde Beerling geen moment en zorgde ervoor, natuurlijk met behulp van de ondergrondse, dat de hele administratie verdween. Het betekende wel dat hij, onverwijld, met zijn gezin onder moest duiken. Dat gebeurde in Het Gooi. Jopie weet het nog als de dag van gisteren: onder een zeil in een vrachtwagen. En onderweg kwamen ze langs Soestdijk. Wat een belevenis. Daar woonden prinses Juliana en prins Bernhard. Nog nooit had ze zoiets bijzonders van heel dichtbij gezien. Tot juni 1945 bleef het gezin ondergedoken.

‘Men doet wat men moet doen’

Toen ze terugkwamen liep het dorp uit. Ze waren opeens helden. Helden tegen wil en dank. Jopie laat zich er niet op voorstaan; men doet wat men moet doen. Haar vader was ook een man met beide benen op de grond en haar moeder was sowieso een vrouw op de achtergrond.

In 1972 kreeg Marcellis Beerling een koninklijke onderscheiding in goud voor zijn inzet voor de bevolking van Nederland, met name voor de burgers van Oostzaan. Ook kreeg hij een oorkonde van Yad Vashem, de officiële staatsinstelling van Israël voor het herdenken van de Joodse slachtoffers van de Holocaust en de redders van Joden. Beide oorkondes heeft Jopie geschonken aan de gemeente Oostzaan. Ze horen daar thuis, vindt ze.

Een fijne geste

Nog jaren heeft Jopie gewoond in Oostzaan.Haar vader keerde terug op het gemeentehuis en werd later benoemd als gemeentesecretaris. Jopie wijst naar een raam in het voormalige gemeentehuis aan het Kerkplein. “Daar heb ik geslapen toen we terugkeerden. Ons huis was nog bewoond door anderen. Maar dat is allemaal goedgekomen, ook alle meubels waren ‘gered’ door de gemeenschap.” Het doet haar goed dat de beeltenis van haar vader nu in de Beerlingzaal hangt. “Dat is een fijne geste van de gemeente.”

Naast de onthulling van de foto’s van Beerling legde burgemeester Meerhof een krans bij het monument van Hannie Schaft. Zij zou op 16 september haar honderdste verjaardag hebben gevierd. En zo werd deze onthulling een alternatief voor 4 mei, die helaas in alle soberheid gevierd moest worden.

JWvD