Mollende mollen, wat doe je eraan?

Algemeen
Mollen laten sporen na.
Mollen laten sporen na. (Foto: Barbara van Wijk )

OOSTZAAN - Help! Een mol in de tuin! Vroeg of laat krijgen tuinbezitters te maken met de graafzucht van deze dieren. Momenteel ontstaan er op open velden en tuinen grote hoeveelheden molshopen en uitgebreide gangenstelsels, waarmee mollen zich heerlijk uitleven. De grond is niet hard bevroren, dus graven en wroeten ze dat het een lust is, een ware mollenplaag lijkt de grasvelden en menige tuin te verwoesten. Hij graaft gangen tussen de twaalf en vijftien meter per uur en dat doet hij ijverig en zonder problemen fulltime.

Hoogste tijd voor de eigenaar van het land, veld of tuin om eens goed na te denken: wat doe ik eraan? Ga ik zelf de strijd aan? Vraag ik de buurman? Of een professionele mollenbestrijder om de beestjes eens stevig toe te spreken, of pak ik het rigoureus en afdoend aan met een mollenklem?

Vast staat dat een mol onder de grond nauwelijks vijanden heeft. Hooguit soortgenoten die soms jacht maken op de kleintjes. Hij kan zich dus tamelijk ongebreideld vermenigvuldigen. Boven de grond wil hij nogal eens ten prooi vallen aan vossen, uilen, reigers en andere dieren, maar erg vaak komt hij niet boven de grond, want zijn oriëntatie daar is nihil. Hij is niet blind, zoals veel mensen denken, maar de functie van zijn oogjes is verwaarloosbaar. Zijn levensduur is ongeveer drie á vier jaar en hij plant zich voort met circa vier à vijf kleintjes per jaar. Zijn werkgebied, lees: leefgebied, beslaat zo’n vijfhonderd meter vanaf zijn nest en hij zal zich daarvandaan niet gauw uit zichzelf verplaatsen naar een ander gebied.

Een oude beproefde verdrijfmethode is om roerloos op een stoel voor een molshoop te gaan zitten. Roerloos omdat de mol niet naderbij zal komen als hij enige trilling van de grond bespeurt. Houd een spade in de aanslag. En dan? Dan begint het grote wachten, net als bij vissen. Beweegt de dobber, sla dan je slag. Hier gaat dat net zo: wacht op beweging onder de grond, steek dan vliegensvlug de spade achter hem in de grond en schep hem uit zijn gang. Dán kun je kiezen: geef je hem een klap op zijn kop? Of schep je hem in een emmer en breng je hem naar Het Twiske?

Als je pech hebt, dan beperkt zijn graafwoede zich niet tot een enkel molshoopje in jouw tuin, nee, hij kan je hele tuin omspitten, knaagt aan wortels van de planten en struiken en als hij zich thuis voelt in je tuin zal hij zeker ook niet gauw vrijwillig vertrekken. Tijd dus om in actie te komen.

Het eenvoudigst is een mollenklem kopen. Die steek je in een gang en wacht af, maar dat is een hardvochtige manier, die een goed mens tegen de borst zal stuiten. Het kan immers gebeuren dat een mol niet direct dood is, maar een langzame dood sterft. Dat moet je niet willen. Maar wat dan wel? Je kunt proberen de bloem van de keizerskroon te verspreiden, dit ruikt naar vossen en schrikt de mollen af. Er zijn nog diverse andere methoden: plaats een fles of glazen pot zonder bodem met de hals in de gang. De wind die er langs scheert veroorzaakt een fluittoon waar de mol van wegvlucht, maar de kans is groot dat ze dan hun werkterrein verleggen naar de buren. Willen we dat?

Er is ook een soort koker te koop, waar de mol levend in gevangen wordt. Even naar een natuurgebied brengen! Er zijn ook speciale mollenpennen te koop waarvan de mol instinctief weet dat hij zich daaraan kan bezeren, net als glasscherven, waardoor ze wegvluchten. Ook bestaat er een draad die een elektrisch schokje veroorzaakt en er kan gifgas ingezet worden dat de beestjes verjaagt. Lukt dit allemaal niet, dan blijft de professionele mollenverdrijver over. Om daaraan weerstand te kunnen bieden, zullen de mollen van hele goeden huize moeten komen. Feit is, dat er echt maatregelen getroffen moeten worden, want het mollenvolkje lijkt zich snel uit te breiden gezien de massale opgravingen en de vele ondergrondse gangen, waar mens en dier over kunnen struikelen en zich dus aan kunnen bezeren.

Barbara van Wijk