Knipoog

Column
Afbeelding
(Foto: Pixabay)

Ik liep de huiskamer binnen en de reacties van mijn kinderen lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Mijn zoon keek me vluchtig aan, richtte zijn blik weer stoïcijns op zijn mobiel, maar kon een grijns niet onderdrukken. Mijn dochter sloeg een hand voor haar mond en barstte in lachen uit.

Het ging niet zozeer om het montuur van de nieuwe leesbril die ik aan mijn kritische kroost wilde showen. Nee, het punt was dat mijn ogen er achter de glazen ineens een stuk groter uit bleken te zien. Vergelijk het maar met een kikker die heel verbaasd kijkt. Ik had het zelf niet in de gaten.

Nou ja, dacht ik, dat is dan maar zo. Ik ben erg blij met mijn bril. Nu zie ik tenminste weer letters.

Met mijn ogen is van alles aan de hand. De kans op glaucoom is permanent aanwezig – erfelijk dingetje - en dus moet ik ze dagelijks, tot mijn onherroepelijke dood, druppelen. Verder is het hoornvlies van beide ogen vervormd. Niet rond, maar kegelvormig. De vakterm luidt: keratoconus. 

Dat schijnt nogal bijzonder te zijn. Toen een oogarts dit mankement ooit bij mij ontdekte sprong hij uit pure verrukking bijna op. Terwijl hij mijn ogen nog eens goed door de spleetlamp bestudeerde wenkte hij zijn twee assistentes met driftige armgebaren. “Snel, kom hier! We hebben er eentje! Kijk zelf maar even. Zó ziet een keratoconus eruit!”

Nieuwsgierig blikten beide assistentes om de beurt in mijn ogen. Ze stootten elkaar even aan, verheugd dat ze dit mochten meemaken. Zelf was ik een stuk minder enthousiast. Toegegeven, ik ben graag uniek en bijzonder. Maar om nou met een zeldzame oogafwijking rond te moeten lopen…

Probleem was vooral dat mijn zicht – met name rechts – door het bouwfoutje ernstig werd belemmerd. Een bril haalde nooit zoveel uit. Alleen maar vage contouren zag ik. Lenzen hielpen evenmin. Die bleven niet netjes zitten, maar schommelden en konden zomaar in een ooghoek verdwijnen. Lastig. Vooral als ik net in de auto zat en er een druk kruispunt naderde. 

Maar de technische ontwikkelingen gaan razendsnel en dat geldt ook voor lenzen. Er zijn nu lenzen gefabriceerd die op mijn weerbarstige ogen passen. Die draag ik nu. Ze duwen het puntige, hangende hoornvlies als een bh omhoog en houden het hele zakie stevig in bedwang. 

En mijn zicht... is aanmerkelijk verbeterd: rechts zelfs van 50% naar 100%! Goed nieuws meteen voor mijn betere linkeroog, want dat heeft jarenlang moeten bijspringen. Een nieuwe, heldere wereld is voor mij opengegaan. En voor het lezen gebruik ik mijn nieuwe bril.

Ik moet nog wel aan mijn lenzen wennen, zeker dat vermaledijde rechteroog stribbelt soms tegen. Dat gaat dan knipperen alsof er een vuiltje in zit. 

Daar moet ik nog best voorzichtig mee zijn. Laatst liep ik op straat en toen begon het geknipper weer. Het meisje dat bij een bushalte precies in mijn blikveld stond keek me ‘not amused’ aan. Haar vriend maakte aanstalten om me te lijf te gaan. Het voerde te ver om het allemaal aan ze uit te leggen. Ik ben daarom maar snel doorgelopen.