De uitvaart, een kwestie van inleven - Dodelijk saai, vergeet het maar

Nieuws
Evelien Leguit. (Foto: JWvD)
Evelien Leguit. (Foto: JWvD) rodi.nl

Column Evelien Leguit

Leeftijdsverschil

Een vrouw van voor in de dertig doet de deur open. Ze heeft dikke huilogen en haar opgestoken haar is scheefgezakt. In de woonkamer staat een box, maar ik zie of hoor geen kindje. Ze is alleen thuis. Bij de eettafel waaraan we plaatsnemen hangt een foto aan de muur van een oudere man met een klein jongetje. Ze biedt me koffie aan. ''Wat is er gebeurd?'' vraag ik. Het is mijn man, ze wijst naar de foto. Hij is overleden. Ze kleurt rood. We schelen 37 jaar, zegt ze verlegen. "Dan hebben jullie gewonnen; mijn man en ik scheelden 22 jaar", zeg ik. Ze ontspant. "Ik heb een vervelende jeugd gehad. Ik ben vrachtwagenchauffeur geworden om van huis weg te zijn. Hij was planner bij het vervoersbedrijf en was gescheiden. We werden verliefd". Ik knik. Ze vervolgt: "Wij vonden het eerst ook niet kunnen. Hij heeft kinderen die ouder zijn dan ik." Ze neemt een slok koffie. "We zijn gelukkig dus we gaan ervoor, zei hij na een jaar. Maar mensen hebben veel vooroordelen... Ik ben wel eens nageroepen: Als je nou eens een goeie beurt wil hebben, roep je me maar." Het klinkt me bekend. Ze slaat haar ogen neer, dan: "Toch zijn we getrouwd en ik had een kinderwens. Hij had zelfs al kleinkinderen, maar door onze relatie mocht hij die niet meer zien. Ons kindje is nu net een jaar."
Een paar maanden geleden werd haar man ziek: een agressieve vorm van kanker. "Ik heb hem zo lang mogelijk thuis verpleegd, maar op het laatst ging het echt niet meer." Ze begint met gierende uithalen te huilen. Ik pak haar hand vast. "Ik ben zo bang voor de uitvaart, zijn kinderen wilden nog steeds niet komen." Ik ga je helpen, probeer ik haar te bemoedigen. Ze knikt: "We waren zo gelukkig, het leeftijdsverschil deed er helemaal niet toe. Die kwaaie kinderen." "Hou de eer aan jezelf en stuur iedereen een rouwkaart." Ze knikt weer en er volgt een diepe snik. Vijf dagen later loopt ze met haar kindje in de wandelwagen de volle aula binnen. Demonstratief vullen de kinderen en kleinkinderen van de man breeduit de eerste rij. Er is geen plek vrij voor haar. Ik loop naar het gezelschap, geef ze een hand en condoleer hen. "Maken jullie even een plaatsje vrij", vraag ik daarna en blijf er bij staan als ze schoorvoetend inschikken. Op een rijdende baar wordt de man na de plechtigheid naar het graf gebracht. Met haar kindje loopt ze achter de kist aan, gevolgd door de rest van de familie. Op de kist een hart van bloemen dat ze zelf heeft gemaakt. Bij het graf spreek ik een paar laatste woorden en zeg dat de vrouw graag met haar kindje als laatste bij het graf wil blijven. Alle genodigden lopen één voor één langs als laatste groet. Zijn kinderen en kleinkinderen doen vijf stappen naar achteren en blijven daar demonstratief staan. Provocerend kijken ze de vrouw aan. Vertwijfeld kijkt ze naar mij. "Kom, zeg ik, laten we afscheid nemen." Ze knikt, haalt haar kind uit de buggy en neemt hem op haar arm. "Zeg maar: Dag papa." Het jongetje zwaait. Zij huilt. Ik pak de buggy, sla mijn andere arm stevig om haar heen en begeleid haar naar het pad. Kijk maar niet achterom, fluister ik haar toe en druk een kus op haar haar. De kinderen lopen direct naar het graf. Vanaf een iPad wordt een toespraak voorgelezen.