De uitvaart, een kwestie van inlevenDodelijk saai, vergeet het maar

Nieuws
Evelien Leguit. (Foto: JWvD)
Evelien Leguit. (Foto: JWvD) rodi.nl

Column Evelien Leguit

Als een werkklus

Ik zit naast een vrouw van begin zestig op de bank. "Ik wil mijn uitvaart met u bespreken", begint ze het gesprek. Haar man en twee dochters bezetten de andere zitplaatsen in de woonkamer. Over de dunne benen van de vrouw ligt een dekentje. Ze heeft pluizig haar en neemt af en toe een hapje uit een bakje met iets ondefinieerbaars. "Krachtvoer", zegt ze. "Ik zie dat u het nodige achter de rug heeft", zeg ik. "Ja, en u begrijpt ook dat het fout gaat aflopen", antwoordt de vrouw. Ze begint een wetenschappelijk betoog over haar ziekte en strooit met Latijnse namen. "Ik kom uit een familie van wetenschappers. Mijn broer is huisarts, mijn zus specialist. Ik werk in een apotheek, ik zit in het bestuur van een groot bedrijf", gaat ze verder. "Ik ben gewend de leiding te hebben." In stilte luister ik haar verhaal aan.
Het is koud in huis, de verwarming staat net een graadje te laag. Als haar man zich opricht om zich in het gesprek te mengen legt ze hem meteen het zwijgen op. Beide dochters kijken naar iets aan het plafond. Dan ben ik aan de beurt. "Wat is uw achtergrond", vraagt ze me. "Is dat relevant in deze?" vraag ik. "Ik wil wel weten wie mij wegbrengt, dus wat is uw vooropleiding?" Ik loop met haar in grote lijnen mijn c.v. door. "Gaat u door", zegt ze als ik pauzeer. "Ik moet weten wie u bent. We zullen toch met elkaar op moeten schieten." "Het lijkt me vooral ook belangrijk dat ik een goede verstandhouding heb met uw hele gezin", zeg ik om te proberen ook de rest van het gezin bij het gezin te betrekken. "Zij zijn degenen die u straks moeten missen." Het drietal kijkt weg en mevrouw reageert niet en gaat verder: "Waarom doet u dit werk? Hoe denkt u over de dood? Wat is uw gezinssamenstelling?" Als alle vragen -kennelijk naar tevredenheid- zijn beantwoord, zegt ze: "Oké, ik wil wel met u verder, laten we een kist uitzoeken."
Als ze de kist en de kaart in haar eentje heeft uitgezocht, legt ze een lijstje met muziekwensen op tafel en geeft haar dochter opdracht een kopje thee voor 'mevrouw' te verzorgen. Als een werkklus handelt ze met een agenda in de hand het naderend einde af. "Ik weet wat ik wil; ik heb de aula van het crematorium al gecontroleerd en ook de opbaarruimte van het uitvaartcentrum waar ik naartoe wil." Als alles is besproken vraagt ze mijn aantekeningen om ze na te lezen. ''Mevrouw, u heeft het correct weergegeven.'' Ik sta op, neem afscheid en loop richting deur. Als ik me nog even omdraai voor een laatste groet, zegt ze schor: "Ziet u het wel zitten met me?" Ze barst in snikken uit. Het decorum is verdwenen.