De uitvaart, een kwestie van inleven - Dodelijk saai, vergeet het maar

Nieuws
Evelien Leguit (Foto: JWvD)
Evelien Leguit (Foto: JWvD) rodi.nl

Column Evelien Leguit

Kort na elkaar

Een man van 79 jaar zit in de eindfase van zijn ziekte, zijn hoofd is kaal. Hij wil samen met zijn gezin en mij zijn uitvaart bespreken. Hij zit tussen zijn twee dochters op de bank, zijn vrouw in een fauteuil. Ik ken de familie, we hebben elkaar wel eens ontmoet op feestjes van een gemeenschappelijke kennis. Vader wil een crematie. Ze zoeken een kist uit: "doe een goedkope, hij gaat toch in de fik." De muziek: Glenn Miller. Hij kijkt zijn vrouw aan: "daar dansten we op toen we verkering kregen." Haar ogen worden nat. Er wordt gelachen als hij zegt:"ik wil er wel een borrel bij, maar niet zoveel dat iedereen slingerend naar huis gaat." Ze verwachten veel mensen, hij heeft de nodige maatschappelijke functies bekleed. Als ik wegga pak ik zijn magere hand . "Ik zal mijn best doen er een mooie uitvaart van te maken." Hij knikt en maakt een kusgebaartje. Diezelfde week overlijdt hij. Op de voorkant van de kaart zeilt de boot waarop hij voorheen over de Hollandse wateren ging.
Na een dag belt een van de dochters in paniek. "Moeder heeft een herseninfarct gehad. Ze ligt in het ziekenhuis en we weten niet of ze het zal overleven." Over vier dagen zal de crematie van vader zijn. Ik neem alle mogelijke scenario's door. Uiteindelijk krijgt moeder van de artsen toestemming de uitvaart -onder medisch toezicht-bij te wonen. Als de dochters de kist met hun vader het crematorium in begeleiden, komt moeder aan in de ambulance. In de aula worden stoelen weggeschoven om plaats te maken voor de brancard. Twee broeders staan gedurende de plechtigheid achter moeder. Haar gezicht hangt scheef, ze kan niet meer praten. Als de plechtigheid afgelopen is verzoek ik iedereen te blijven zitten. Moeder verlaat met haar dochters als eerste de zaal, ze gaat direct terug naar het ziekenhuis. De sfeer in de koffiekamer is bedrukt, de dochters willen eigenlijk naar hun moeder. Onrustig schudden ze handen en ontvangen kussen. Het is nog geen maand later als de dochters mij vragen de uitvaart van hun moeder te begeleiden. Ik bel aan bij dezelfde voordeur. Moeder is in de tussentijd niet meer thuis geweest, het huis is deels leeg. "We zijn maar aan het opruimen geslagen, mam zou in het beste geval naar een verpleeghuis gaan." We nemen plaats op een paar keukenstoelen, de tafel is al weg. "Mijn zus en ik trekken het niet om binnen een maand weer iedereen te zien en het verhaal steeds weer te moeten vertellen, zegt de oudste. Vader was de man van aandacht en gezelschap, onze moeder niet." Ze willen haar in stilte cremeren en kaarten achteraf sturen. "En we willen het graag deze week afronden, anders heeft iedereen het bericht van mamma's overlijden al gehoord." Het is woensdag en het crematorium heeft deze week overdag geen plaats meer. Op vrijdagavond zitten alleen de dochters en hun mannen rond de kist in het crematorium. De lichten zijn uitgelaten, we hebben alleen voorin kaarsen branden, een intiem hoekje gecreëerd. Er wordt muziek gedraaid en wijn gedronken, de dochters vertellen zittend in het kringetje over hun moeder. Ze kijken naar mij:"Kom je er ook bijzitten." Ik krijg ook een glas, we toosten op moeder en zo, dicht bij de kist, nemen we afscheid.