Alarmfase

Algemeen

De politiek, bestuurlijk Nederland, de bouwwereld, kortom het land is in rep en roer. De Raad van State legt het ene na het andere bouwproject stil op grond van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Duizenden projecten worden op de lange baan geschoven omdat niet voldaan wordt aan PAS.

Te veel stikstof in de natuur is schadelijk voor verschillende planten en dieren. Bij landbouw wordt stikstof uitgestoten in de vorm van ammoniak: een kleurloos gas. Dit gas komt vrij bij dierlijke mest en kunstmest. Stikstof komt ook voor als stikstofoxide. Een stof die bijvoorbeeld auto's, schepen en industrieën uitstoten.

Volgens de Wet natuurbescherming is een vergunning nodig voor activiteiten die kunnen leiden tot schade aan Natura 2000-gebieden, bijvoorbeeld als gevolg van stikstofdepositie (uitstoot en neerslag van stikstof). Het verkrijgen van die vergunningen is geen 'a-b-c-tje' en leidt nu tot geweldige vertragingen bij de uitvoering van de voorgenomen bouwprojecten. Een vraagstuk waar menigeen zich het hoofd over breekt. En alsof dat nog niet genoeg, of niet erg genoeg is, dreigt er nóg een maatregel die zo mogelijk voor nog grotere problemen gaat zorgen.

Volkomen onverwachts is op 8 juli aangekondigd dat grond en bagger per 1 oktober 2019 alleen geleverd, afgeleverd of gestort mag worden indien na onderzoek is vastgesteld dat die grond voldoet aan 'PFAS-norm'. PFAS staat voor Poly- en perfluoralkylstoffen. Deze stofgroep bestaat uit ruim 6.000 stoffen. Hiertoe behoren onder meer de stoffen perfluoroctaanzuur (PFOA), perfluoroctaansulfonaat (PFOS) en HFPO-DA (GenX). PFAS zijn stoffen die door mensen zijn gemaakt vanwege hun specifieke eigenschappen, zoals brandwerendheid en vuil- en waterafstotendheid. Zij worden al decennia gebruikt in industriële en andere processen en in vele producten. Ze worden toegepast in allerlei alledaagse toepassingen, zoals verf, blusschuim, pannen, kleding en cosmetica.

Meer dan 85 procent van de grondmonsters bevat meer PFAS dan de huidige norm toe staat, oftewel meer dan 0,1 microgram per kilogram droge stof. Het betekent dat slechts een heel klein deel van de grond weer vrij toegepast kan worden en dat men met de overige grond op dit moment bijna geen kant op kan. Baggerwerkzaamheden, terreinen bouwrijp maken en de aanleg van riolering zijn maar een paar voorbeelden van werkzaamheden die hierdoor stil komen te liggen.

Kortom, PAS en PFAS problematiek zullen enorme negatieve effecten sorteren bij bouwprojecten. Neem nu bijvoorbeeld de ontwikkelingen op terrein Zijp en de Whereoever. Het graven van een bouwput is noodzakelijk, maar waar gaan de bouwers met de grond naar toe? Grond die slechts kan worden afgevoerd als wordt voldaan aan de PFAS-norm waaraan – zo blijkt uit tal van publicaties – hoogst zelden wordt voldaan. Het zal mij niet verbazen als die bouwprojecten nu al enorme vertragingen oplopen.

Z. Lijner