VHP-jubileumboek: herwaardering van een slaapstad

Algemeen
Wouter van Waardt presenteert met trots het jubileumboek, geflankeerd door co-auteurs Yoeri van den Busken (links) en Peter Smit. Op de achtergrond bouwt en groeit Purmerend gewoon door.
Wouter van Waardt presenteert met trots het jubileumboek, geflankeerd door co-auteurs Yoeri van den Busken (links) en Peter Smit. Op de achtergrond bouwt en groeit Purmerend gewoon door. (Foto: Rodi Media/MvS)

Door Marcel van Stigt

PURMEREND – Beiden verfoeiden ze de komst en vooral het dodelijk saaie karakter van de nieuwe, moderne woonwijken. Maar juist door te werken aan het jubileumboek ‘Waar woon je? Purmerend 1945-2020’ van de Vereniging Historisch Purmerend zijn Yoeri van den Busken en Peter Smit meer en meer doordrongen geraakt van de schoonheid en charmes van Purmerend. Hopelijk gebeurt hetzelfde met de Purmerenders die het boek gaan lezen. Dat kan vanaf nu, want het boek, uitgebracht in samenwerking met Stichting Uitgeverij Noord-Holland in Wormer, ligt vriendelijk geprijsd (€ 19,95) in de boekhandel en museumwinkel. En aanstaande zaterdag kunnen de VHP-leden die een bestelling hebben geplaatst hun exemplaar ophalen.

Een tevreden, trotse glimlach staat op zijn gezicht gebeiteld. Projectleider Wouter van Waardt heeft een doos boeken bij Drukkerij Rijser opgehaald en loopt ermee het terras van restaurant Spijkerman op. Daar treft hij de verslaggever van deze krant en de co-auteurs Yoeri van den Busken en Peter Smit. Behoedzaam opent hij de doos en haalt er een boek uit. Het moet wel een beetje omzichtig, bijna onder tafel, want het eerste exemplaar moet op dat moment nog officieel aan burgemeester Bijl en wethouder Tijmstra worden uitgereikt. Maar het drietal is alvast een blik gegund.

Boek voor de Purmerenders van nu

Het moest een boek worden voor de 80.000 Purmerenders van nu, een levendige beschrijving van de geschiedenis van de stad vanaf 1945 tot 2020, vanaf de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog tot de uitbreiding van de nieuwe wijk Weidevenne. Die geschiedenis wordt in brokken opgediend en gelardeerd met archieffoto’s. Aparte hoofdstukken zijn gewijd aan Kunst, Jongeren, Sport en Cultuur.

Een fraai vormgegeven boek is het geworden. Maar wil je dat het niet vluchtig wordt doorgebladerd, maar aandachtig van A tot Z wordt gelezen, dan valt of staat dat toch met degenen die de tekst hebben aangeleverd. Met een dorre opsomming van feiten en jaartallen, hoe interessant en belangwekkend ook, schiet je je doel voorbij. Liever levendige, boeiende beschrijvingen en veel persoonlijke verhalen.

Professionele schrijvers

Om dat waar te maken heeft Van Waardt een groepje professionele schrijvers bij elkaar verzameld die weten hoe je de lezer raakt en op het puntje van zijn stoel houdt: Peter Smit, Yoeri van den Busken, Evelien Poels, Natasza Tardic, Jan Dekkers (in 2020 overleden), Pieter Hoexum en Linuccia Burghoorn. Verschillende schrijvers, maar met een essentiële gemene deler: ze hebben of hadden een band met Purmerend.

“Je kunt dit alleen doen als je iets hebt met Purmerend”, benadrukt Yoeri van den Busken. “Een schrijver uit bijvoorbeeld Amsterdam moet je hier niet voor vragen. Ik kende Wouter als eigenaar van Het Leesteken. De aanleiding was mijn boek over voetballer Cees Kick, het idool van Johan Derksen. Het bleek ook het idool van Wouter te zijn. Ik gaf er een lezing over in zijn winkel en we hebben contact gehouden. Twee jaar geleden vroeg hij mij om aan het jubileumboek mee te werken. Ik vond het leuk om te doen, om in de geschiedenis van Purmerend te duiken, ook omdat ik ooit als journalist bij een krant in Purmerend, de toenmalige NNC, ben begonnen. Voor mij was de cirkel rond, dat gevoel zat diep. Het was voor mij een sentimental journey.”

Sporters met een link met Purmerend

De taken zijn onder de schrijvers verdeeld en Van den Busken kreeg het hoofdstuk Sport toebedeeld. Een voor de hand liggende keuze, gezien de reeks hoog gewaardeerde sportboeken en -verhalen die op zijn naam staan. Voor het jubileumboek heeft hij een aantal stukken geschreven over sporters met een link met Purmerend. Dat zijn er meer dan je zo op het eerste gezicht zou denken. Zoals Cees de Wolf, die bij Ajax voetbalde en op 7 december 1966 met een rake kopbal de score opende tijdens de beroemde ‘mistwedstrijd’ tegen Liverpool. Hij heeft ooit bij Purmersteijn gevoetbald. Net als Martin Koeman, de vader van Ronald en Erwin. Maar de Koemannen worden automatisch geassocieerd met Groningen, niet met Purmerend.

Van den Busken weet er nog wel een paar. “Arjen Robben is de held van Bedum, de broertjes De Boer horen bij Grootebroek, Rintje Ritsma is de Beer van Lemmer. Maar Purmerend heeft geen sporticoon. Linkjes met Purmerend zijn er wel, maar net niet voor de eeuwigheid.’’

Stad van ‘net niet’

Net niet. Van den Busken laat het spontaan vallen, maar raakt daarmee wel de kern. Purmerend is lang de stad van ‘net niet’ geweest. Een slaapstad. Een stad met saaie wijken en lege winkelstraten die je in elke willekeurige groeistad in Nederland zou kunnen aantreffen. De ‘verpurmerending’ van Nederland, noemde wijlen Gerrit Komrij het ooit. Het was niet complimenteus bedoeld.

Pieter Hoexum, co-auteur, verwijst ernaar in het jubileumboek. Daar voegt hij een leuke anekdote aan toe. Tijdens zijn lezingen kwam vaak zijn woonplaats ter sprake, Purmerend. Er viel dan standaard een veelzeggende stilte. Hij liet zijn gehoor even sudderen, maar pas wanneer hij vertelde dat ook in Purmerend mensen wonen, ontspande de sfeer.

Almere en Lelystad

Het zegt veel over het imago dat jarenlang aan Purmerend heeft gekleefd, hardnekkig als aangekoekt kookvet. Purmerend werd – en wordt misschien nog steeds – in één adem genoemd met Almere en Lelystad, steden die evenmin als bruisend bekend staan.

Nu was er ook lange tijd geen reden om aan dit imago te twijfelen. Toen de zondagsopenstelling werd ingevoerd deed slechts een handjevol winkeliers mee. De Koemarkt lag er vaak verlaten bij. De straten bleven vaak leeg. Een hoog Purmerend-gehalte. Zo werden saaie steden genoemd en zo werd het er allemaal nog maar eens ingewreven. In een van zijn voorstellingen in De Purmaryn heeft Youp van ’t Hek het ook maar even aangeroerd. “Dan loop je naar het theater over dat swingende plein, met al die mensen…”

Heel herkenbaar

Voor Peter Smit is het allemaal heel herkenbaar. En hij heeft sterke vermoedens waar we het probleem moeten zoeken. “Purmerend ligt op fietsafstand van De Zaanse Schans, De Rijp, Edam en Alkmaar, ingekapseld door veel moois. Dat is een nadeel, daar heeft Purmerend altijd tegen moeten opboksen.”

“Purmerend was een underdog”, stelt Van den Busken.

Maar er is een omslag gekomen. De waardering voor Purmerend is gegroeid en beide schrijvers beamen het uit eigen ondervinding. Net als Yoeri van den Busken heeft Peter Smit de schoonheid van de stad ontdekt, herontdekt eigenlijk, zodra hij voor het jubileumboek aan de slag ging.

Niet dorps, maar stads

“Als een van de weinige steden in Nederland kreeg Purmerend elke tien jaar een nieuwe wijk. Ik heb daar een doorlopend verhaal over geschreven. De informatie heb ik opgediept in het Waterlands Archief. Een halfjaar lang heb ik daar alle jaargangen van de NNC doorgespit en notities gemaakt. Daar heb ik wel wat handigheid in, want ik heb al vaker historische boeken geschreven. Het moest een boek worden voor alle Purmerenders. Niet dorps, maar stads. Daar heb ik rekening mee gehouden. Het is een mooi boek geworden. En over de ‘verpurmerending’ van Nederland denk ik nu een stuk positiever. Alleen al de Koemarkt. Dat is een plein dat Amsterdam had willen hebben.”

De twee schrijvers, verweven met Purmerend, bestellen nog maar eens een ijsthee en Spa Blauw. Op de achtergrond, in Weidevenne, reiken drie hijskranen naar het wolkendek. Purmerend blijft bouwen en groeien, wordt meer en meer een stad die meetelt. Over vijftig jaar is er genoeg stof voor een nieuw jubileumboek.

Vliegtuigrestaurant (1989).
Gedempte Where (1971).