Waar komt het molentje van Schagerbrug vandaan?

Historie
Afbeelding
(Foto: archief De Zijpe)

SCHAGERBRUG - Een maand geleden werd het watermolentje in Schagerbrug door gemeentewerken weggehaald om gerestaureerd te worden. Menigeen vroeg zich toen af waar het molentje eigenlijk vandaan komt? De redactie stelde deze vraag in de krant, waarop diverse antwoorden kwamen. Het uitgebreidste antwoord kwam van Fred Bakker.

Fred is de zeventig gepasseerd en inmiddels met pensioen. Hij heeft jarenlang als technisch tekenaar gewerkt bij de Zijpe en weet alles van het watermolentje. Hij heeft er toentertijd nog een artikel over geschreven voor het plaatselijke blad.

"Deze molen een z.g. Pepmolen is in opdracht van toen geheten Technische Dienst van de Gemeente omstreeks 1962 in het dorp ’t Zand geplaatst. Gesitueerd tussen twee overstort rioolvijvers (achter de Pater de Witstraat) deed deze molen dienst als beluchting en bemaling,'' vertelt Bakker.

"Er was toen nog geen rioolpersleiding naar de Rioolzuiveringsinstallatie nabij de Stolpen, en ook geen overstort verbinding naar het Noord - Hollands kanaal. Na jaren daar trouwe dienst te hebben gedaan daar in ’t Zand, werd door de verandering van het rioolstelsel deze molen overbodig en belandde toen op de Gemeente werf in Schagerbrug, alwaar deze jarenlang in de hoek van de werf lag weg te rotten. Door opruimwerkzaamheden werden we toentertijd voor het blok gezet om hem te slopen of te herstellen.

Timmer- en schilderwerk

Uiteraard moest er aan de molen nog een en ander worden aangepast en gerepareerd. De aanpassingen werden in eigen beheer gedaan door de timmerlieden en de reparaties aan de wieken en opbouw door het Werkvoorzieningschap te Schagen. Het schilderwerk werd door de toen nog in dienstzijnde schilders gedaan. Zo was b.v. het onderstel waar de molen op had gestaan en het horizontale bemalingsrad verloren gegaan. Hiervoor werd van azobé een vierkante omranding gemaakt met daar om heen een raamwerk waar je op kon staan.

Stormstand

Ter plaatse werden er een viertal houten palen ingeheid, waarop passend met behulp van een kraan, de onderbouw kon worden geplaatst. Voor het tweede gedeelte, de bemaling werd er een alternatief verzonnen.Gelet op het feit dat er voor de “Prins” werd/wordt gemaald, deed een kruis van hardhout (schoepen), gekoppeld aan de verticale as en via twee tandraderen aan de wieken, dienst voor enige beroering in het water. Voordeel hiervan was dat er zo enig weerstand op werd gebouwd op het draaien van de wieken en hiermede het in “stormstand” staan (uit de wind draaien van de molen) zoveel mogelijk werd voorkomen.

Na enige jaren zo te hebben gedraaid, werd tijdens een winter met ijs het schoepenrad dusdanig beschadigd dat dit onderdeel later is verwijderd. Door de opgroeiende beplanting in de nabijheid werd het uit de wind gaan enigszins beperkt.

Het unieke aan deze molen is dat er aan een mechanische stormverankering is gedacht, waarmee wordt voorkomen dat bij een storm of stevige wind de molen op hol zou kunnen slaan. Bij het op “hol” slaan zou er van alles kunnen worden vernield of ernstig worden beschadigd. Doordat de bovenbouw geheel draaibaar is, en de molen zelfstandig zijn gunstige stand op zoekt, zodat er in feite niemand nodig is, is deze mechanische stormverankering een uitkomst."

Uit het bovenstaande blijkt dat aan zo’n op het eerste gezicht eenvoudige molentje een hele geschiedenis aan vast zit.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding