Inkorten Kennemerlijn tot Uitgeest noodzakelijk
REGIO – Het doortrekken van de Noord-Zuidlijn naar Schiphol zorgt voor een directe NS-verbinding vanuit Alkmaar. Dit is een verkeerde veronderstelling. Toch zal het positief gaan werken voor het toekomstige spoorweggebruik rondom Uitgeest. Deze krant sprak Dave van Ooijen, strategisch beleidsadviseur gemeente Den Haag hierover.
Ruimte voor nieuwe verbindingen per spoor. Van Ooijen: “Sharon Dijksma heeft als wethouder van Amsterdam op de valreep, voor haar vertrek naar Utrecht, een groot voorschot geregeld van maar liefst 1,025 miljard euro bij KLM, NS en Luchthaven Schiphol om de metro Noord-Zuidlijn te verlengen naar Schiphol.
Wat heeft Uitgeest nu met een metroverbinding te maken, is daarbij de gedachte. Welnu, die metroverbinding zorgt ervoor, dat de huidige (tijdelijke) airportsprinter, die tussen Amsterdam-CS en Schiphol rijdt niet meer nodig is, waardoor er ruimte ontstaat voor andere verbindingen.”
Grotere grondopbrengsten in de regio
Er is voor de verlenging van de Amsterdamse metro Noord-Zuidlijn naar Schiphol en sluiting van de Ringlijn totaal zo’n 4 tot 5 miljard euro nodig, grotendeels vanuit het Rijk, maar ook de Vervoersregio Amsterdam draagt 525 miljoen bij, gemeente Amsterdam 300 miljoen en de NS 60 miljoen. Daarbij de verwachting van grotere grondopbrengsten in de regio.
Reizigers van en naar Uitgeest profiteren
Wat hebben de regio Alkmaar en de BUCH-gemeenten met een NS-station, Castricum, Heiloo, Uitgeest dan aan het verlengen van de metro Noord-Zuidlijn? “Welnu, omdat er minder treinverbindingen nodig zijn vanuit Amsterdam richting Schiphol en verder, door de verlenging Noord-Zuidlijn en sluiting van de ringlijn, ontstaat er ruimte op het spoor en vooral in de Schipholtunnel. Zodoende komt er ruimte voor nieuwe verbindingen per spoor, waaronder de al langer gewenste Intercity verbinding Alkmaar-Schiphol, waar ook reizigers van en naar NS-stations Castricum en Uitgeest van kunnen gaan profiteren.”
Station Uitgeest op de schop
Volgens Van Ooijen kunnen in dat geval vier Intercity’s rechtstreeks vanuit Noord-Holland naar Schiphol en verder mogelijk zijn per uur. De bereikbaarheid zal dus sterk verbeteren: met je koffers naar het station en rechtstreeks zonder overstappen naar Schiphol het vliegtuig in.
Maar natuurlijk ook met de mogelijkheid om door te rijden naar Leiden en Den Haag. Natuurlijk zijn er niet alleen voordelen maar ook wat minpuntjes, zoals de Sprinters op de Kennemerlijn die in dat geval niet verder rijden dan Uitgeest, waardoor dit station de komende jaren op de schop gaat voor de bouw van twee eilandperrons een belangrijk overstapstation gaat worden. Het inkorten van de Kennemerlijn tot Uitgeest is noodzakelijk, omdat het anders te druk wordt op het spoor tussen Uitgeest en Alkmaar.
Van Ooijen stelt daarbij “Doortrekking van de Noord-Zuidlijn scoort, samen met doortrekking Ringlijn van Sloterdijk naar Amsterdam CS, zeer hoog in het kader van Wobke/Wiebes Groeifonds. Als alles meezit kan verlenging van de Noord-Zuidlijn in 2032 gerealiseerd zijn. Dus ongeveer in dezelfde tijd dat PHS 2.0 tussen Alkmaar en Amsterdam (acht Intercity’s) gerealiseerd kan zijn.
Beide projecten in Amsterdam zijn nodig om ruimte op de Westtak en in de Schipholtunnel vrij te maken om rechtstreekse treinen vanaf Alkmaar naar Schiphol en verder te laten rijden.”
Aanvullend onderzoek
Voor Castricum hebben rechtstreekse treinen naar Schiphol een positief effect op de dichtligtijden van de spoorovergang Beverwijkerstraatweg. Door het wegvallen van de Kennemerlijn en het niet stoppen van de vier van de acht Intercity’s in Castricum, wordt de tijd dat de overweg dicht is namelijk minder. Is het in dat geval mogelijk handhaving van de overweg in combinatie met het verkeersluw maken daarvan voldoende om de veiligheid op het spoor te kunnen garanderen? En wordt mogelijk een tweede ongelijkvloerse kruising (West, Zuid of door het midden) minder noodzakelijk?
“Linksom rechtsom, in het aanvullend onderzoek van de gemeente naar de vier varianten, inclusief FB-variant, gaat vanaf nu niet alleen naar de invoering van PHS met zes Intercity’s per uur per richting worden gekeken, maar ook naar de gevolgen van invoering van acht Intercity’s per uur op de Zaanlijn”, aldus van Ooijen. Hiermee ontstaat nieuw rekenwerk voor de deskundigen bij de NS, ProRail, Provincie en gemeenten.
