Op de pijp met... Jeroen Beelen

Nieuws
Afbeelding
(Foto: )

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Jeroen Beelen.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Het is een uitdaging om een regio die ooit de titel ‘lelijkste in Nederland’ droeg te promoten, maar Jeroen Beelen (56) gaat die uitdaging graag aan. En hij is niet eens een Westlander. “Westland is geen Toscane, maar dat wàt Westland heeft is fascinerend.” Jeroen is getrouwd met Suzanne en woont in Delft.

Waar kom je vandaan?

Ik ben geboren in Breda, tien minuten na mijn tweelingbroer. Mijn vader was waterbouwkundig ingenieur en werkte onder andere aan de aula van de TU Delft. Daar lag dus al een link met Delft, waar ik later zou gaan wonen. Mijn moeder was voor haar huwelijk sociaal werker en werkte later in de bejaardenzorg.

En wat wilde jij worden toen je klein was?

Matroos of kapitein! Wij gingen toen we klein waren geregeld naar Zweden met de Thor Line. Fascinerend vond ik dat, ook al werd ik zeeziek. Het was ook niet meer dan een jeugdbevlieging want ik heb er nooit iets mee gedaan.

Wat werd het wel?

Na de lagere school besloten mijn ouders naar België te verhuizen, en daar ging ik naar het Koninklijk Atheneum (VWO).

Dat was vast wennen...

Dat was het zeker. Het eerste half jaar kon ik niemand verstaan, zelfs al spraken ze Vlaams. Vlamingen hadden enerzijds ontzag voor Nederlanders, maar aan de andere kant was je ook gewoon een ‘stomme kaaskop’. België is een prachtig land, maar het is niet mijn land. Na het Koninklijk Atheneum ging ik naar de Hotelschool in Anderlecht. Dat heb ik een jaar gedaan. Toen ze me vertelden dat die opleiding niet geschikt was om general manager te worden ben ik ter plekke gestopt en ging ik Bedrijfskunde studeren in Rotterdam. Na mijn studie kwam ik in het bank- en verzekeringswezen terecht. Tot ik me realiseerde dat ik helemaal geen zin had in die wereld van vergaderzalen en pakken. Ik heb mijn baan opgezegd en ben samen met mijn toenmalige vrouw een wereldreis gaan maken.

Zomaar?

Zomaar. Op de bonnefooi. De ene dag het stuur naar links, de andere dag het stuur naar rechts. Onderweg douchen in jachthavens of politiebureaus. ‘s Ochtends wakker worden en ontdekken dat de weekmarkt om je camper heen werd opgebouwd, om dan in je onderbroek achter het stuur te kruipen om de camper te gaan verzetten.

Hoe betaalde je dat?

Door te werken. We hebben voor een touroperator in Val Thorens gewerkt. Het was aan de ene kant eng om je zekerheden te verliezen, maar aan de andere kant was het zo’n mooie ervaring. Ik kan me nog herinneren dat ik tijdens een sneeuwscootertocht tranen in mijn ogen had: ‘anderen zitten nu in een vergaderzaal, en ik mag dit doen’. Ik heb ook alleen maar gedaan wat ik leuk vond.

Frankrijk alleen is geen wereldreis...

Vanuit Frankrijk gingen we naar de Costa Brava, voor dezelfde werkgever. Vervolgens naar Zuid-Afrika, voor Djoser. We zijn in Thailand, Singapore en Indonesië geweest. Hebben met een camper rondgetrokken in Australië, bezochten Egypte, Israël, Jordanië en Syrië om tenslotte via Turkije weer in Nederland terug te komen.

Dat was weer wennen?

Je had de merkwaardige ervaring dat hier niks veranderd was terwijl ik zoveel had meegemaakt. Ik zat vervolgens twee jaar in het bestuur van een inkomende touroperator in Amsterdam en werkte daarna bij Landal GreenParks. Daar leerde ik (inkomend) toerisme en toeristische marketing goed kennen en ik heb er veel geleerd over gastvrijheid.

Hoe zou jij gastvrijheid omschrijven?

Gastvrijheid is de kunst om mensen zich echt welkom te laten voelen. Ooit was ik in Engeland. Terwijl we daar op de stoep stonden, een beetje zoekend, kwam een Engelsman, mét bolhoed, vragen of hij iets voor ons kon doen. Dát is gastvrij!

Je bent ook citymarketeer van Delft geweest...

Nadat het VVV daar failliet was werden er nieuwe wegen gezocht om Delft te promoten. Van 2002 tot 2011 heb ik me daarvoor ingezet. Ook daar heb ik veel van geleerd.

Zoals?

Het hele principe van citymarketing. En ook dat gebiedsmarketing hard werken is. Dat ondernemers vaak wel willen, maar dat ze hulp nodig hebben om dingen vorm te geven. Iemand die de richting uitzet.

En toen kwam je naar Westland...

In de vacature stond dat ze het liefst een Westlander hadden, maar ik heb toch gesolliciteerd. Ik fietste geregeld door Westland en meende het gebied aardig te kennen. Toen ik eenmaal begonnen was bleken er toch we heel wat verborgen plekjes te zijn die ik nog niet kende. We zijn in Westland geen Toscane, maar wat we hier hebben is fascinerend.

Bezoek Westland is een stichting...

We zijn een stichting (www.bezoek-westland.nl), maar meer nog zijn we een netwerk van ondernemers en organisaties uit verschillende branches. In totaal hebben we meer dan honderd partners. We werken ook intensief samen met Gemeente Westland. Samen met mijn collega Leanne Reijgers doe ik het praktische werk. Daarnaast hebben we een vrijwillig bestuur dat ons ondersteunt. We houden ons bezig met toeristische marketing, promotie van het Westland en branding van het Westland als merk. Daar hoort dus ook aandacht voor het imago bij. Toen vrienden hoorden dat ik voor Westland ging werken zeiden ze: ‘Westland? Dat is lelijk en de mensen zijn bot’. Niet echt een goed uitgangspunt. Het is aan ons om ook die andere kant van Westland te laten zien, en mensen hierheen te krijgen.

Waarom zouden mensen Westland willen bezoeken?

Die vraag stelde ik me in het begin ook. Kijk, Delft is prachtig en op en top Nederlands. Het is niet zo moeilijk om dat te promoten. Hoogstens om te kiezen wàt je precies wilt promoten. De vraag die je dan moet stellen is: ‘wat missen mensen die Westland niet bezoeken?’ En daar kwamen twee dingen uit: als eerste de mooie kust met de bijzondere zandmotor, en als tweede dat wat er in de kassen gebeurt. Want dat maakt Westland uniek.

Maar zitten tuinders wel op toeristen te wachten?

Zeker niet allemaal. Het is dus zoeken naar manieren om zonder het werkproces te verstoren tòch te laten zien wat er in de kas gebeurt. Dat kan op verschillende manieren. Zoals Tomatoworld dat doet bijvoorbeeld. Framblij is ook een mooi voorbeeld hoe je de kas toegankelijk maakt. Westland Horti Tours maakt steeds meer bezoeken aan kassen mogelijk. We hebben natuurlijk ook Kom in de Kas. Denk ook aan een initiatief zoals Fietsen voor m’n eten. Dat zijn concepten die heel goed aanslaan. Agrotoerisme past bij wat de wereld momenteel vraagt: aandacht voor duurzaamheid, lokale teelt, gezondheid...

Krijg je daar drommen toeristen mee naar Westland?

Dat denk ik niet, maar dat willen we ook helemaal niet. De tijd dat we in toerisme alleen maar dachten in meer, meer, meer is voorbij. We zijn ons er van bewust dat reizen ook impact heeft op de planeet. Dus we richten ons niet op massatoerisme, maar op betekenisvol toerisme. Dat mensen na afloop denken: het was leuk, maar ik heb ook iets geleerd. We richten ons dus op families, gezinnen en vijftig plussers. Een doelgroep die ook geen overlast veroorzaakt.

En wat heeft de gewone Westlander daar dan aan?

Met toerisme komen faciliteiten mee die er anders niet waren geweest. Meer restaurants, meer strandtenten, meer activiteit. En dat brengt weer werkgelegenheid mee. Denk ook aan andere zaken zoals infrastructuur en leefbaarheid. Marketing heeft ook te maken met kijken: wat is er, maar ook; wat ontbreekt er? En dat wat van nut blijkt voor de bewoners, is dat uiteindelijk ook voor de bezoeker. Zo versterkt het elkaar.

Hoe zijn jullie de coronatijd doorgekomen?

De coronatijd heeft ons geleerd dat we ons ook op de Westlanders zelf kunnen richten. Toen alle toerisme stilviel en we hier helemaal geen mensen naartoe wilden halen, hebben we ons juist lokaal geprofileerd: koop lokaal. Steun de horeca. Deel je mooiste foto’s van Westland met ons. En misschien hebben we de Westlanders ook wel een beetje kunnen verrassen met wat er allemaal in hun eigen gebied te vinden is. Dat geldt niet alleen voor Westland zelf, maar ook voor de directe omgeving. Vaak hebben ze daar ook geen idee wat er hier allemaal te vinden is.

Je bent dus aardig op weg...

Ja. Het is pionieren, maar dat past wel bij me. Er is een goede start gemaakt. Maar er is nog genoeg te doen. We mogen best een grotere broek aantrekken en onze potentie laten zien. Westland fascineert me nog steeds!

Op de pijp met is naar een idee van Peter en Ton van Zeijl.