Varen in de Zaanstreek: wat mag wel en niet?
ZAANSTREEK – Op het land komt ons gewone leven langzaam maar zeker weer op gang met anderhalve meter afstand als vuistregel. Op de Zaan en in de sloten en vaarten is die afstand – en meer – al vanzelfsprekend. Met de vakantie voor de boeg en vakantielanden die worstelen met de opstart voor de toerist, zal menig Nederlander kiezen voor een verblijf in eigen land. En dus zal het ook drukker op het water worden. Dan is het goed nog even de regels door te nemen die gelden in de Zaanstreek.
We geven het toe, het is leuk het gas open te draaien en over het water te planeren, maar juist nu er veel watervogels jongen hebben gekregen moet je dit echt niet willen. Los van de boetes.
De toegestane snelheid in de Zaanse polders is 6 km/h. Op de Zaan is dat 12 km/h voor een pleziervaartboot (of leeg vrachtschip). In de Zaanbocht geldt 6 km/h en op de Nauernasche Vaart 9 km/h. Net als op de weg geldt: vaar zoveel mogelijk aan de rechterkant.
Goed om te weten: een schipper van een snelle motorboot moet een vaarbewijs hebben, geregistreerd zijn, reddingsvesten voor iedereen aan boord hebben, een brandblusser mee hebben en een dodemanskoord gebruiken.
Vaarbewijs?
Sommige coronaregels zijn vaag, maar wie op het water gaat zal soms ook moeten puzzelen. Want er geldt ‘soms een minimum leeftijd’. Voor een snelle motorboot is dat 18 jaar. Soms is een vaarbewijs nodig heeft. Een klein vaarbewijs is nodig ‘voor wie een schip bestuurt die 20 kilometer per uur kan varen en/of 15 meter of langer is.’ Wie een boot(je) heeft, beseft dat dit vaag is. Want als je alleen in een visbootje zit met een 10 pk motor haal je met gemak de 20 km/uur. Maar met zes man en wat tegenwind op de Zaan mag je blij zijn met de helft…
Wie hierover meer wil weten, kan kijken op: www.rijksoverheid.nl. Zie ‘aan welke eisen moet mijn pleziervaartuig voldoen’.
