Vraag naar geschoold bouwpersoneel nog steeds aanzienlijk

Algemeen
Hoewel het aantal WW-uitkeringen ook in de bouw toenam is het algemene beeld dat de sector relatief stabiel is.
Hoewel het aantal WW-uitkeringen ook in de bouw toenam is het algemene beeld dat de sector relatief stabiel is. (Stockfoto)

REGIO - Het aantal WW-uitkeringen daalt, al verschilt de ontwikkeling per sector laat het UVW weten. Hoewel de daling een positieve indicatie is voor de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, is het totaal aantal WW-uitkeringen in de drie Noord-Hollandse regio’s samen nu 28% hoger dan in december vorig jaar. Daarmee is de stand van zaken vergelijkbaar met de situatie medio maart 2018.

Aantal WW-uitkeringen daalt, ontwikkeling verschilt per sector 

Voor de arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord is de stijging met 21% sinds december 2019 nog relatief beperkt, waarschijnlijk omdat deze regio meer profiteert van seizoenswerkgelegenheid. In de andere twee regio’s was de toename aanzienlijk sterker met een stijging van 32% in Zuid-Kennemerland en IJmond en 37% in Zaanstreek/Waterland. Landelijk steeg het aantal WW-uitkeringen sinds december met 25%.

Ontwikkeling verschilt per sector

Niet in elke sector ontwikkelt de werkgelegenheid zich gelijk onder invloed van de coronacrisis. Twee sectoren die onderling een duidelijk andere ontwikkeling laten zien zijn de bouw en de combinatiesector cultuur, sport en recreatie. In de bouwsector worden nog steeds vakkrachten gezocht, terwijl de cultuursector moeite heeft om personeel te behouden. Voor beide heeft UWV een sectorbarometer geschreven om de huidige ontwikkelingen in kaart te brengen.

Bouw gematigd positief

Vóór corona had de bouwsector vooral last van de PFAS- en stikstofproblematiek en een tekort aan geschikt, beschikbaar personeel. Hoewel het aantal WW-uitkeringen ook in de bouw toenam is het algemene beeld dat de sector relatief stabiel is. Het aantal vacatures ligt nog wel lager dan een jaar geleden. Ondanks het toegenomen aantal bouwvakkers in de WW is de vraag naar geschoold bouwpersoneel nog steeds aanzienlijk en is het lang niet altijd mogelijk geschikte kandidaten te vinden voor openstaande vacatures. Werkgevers zijn nu ook weer iets positiever over de ontwikkeling van het werknemersbestand dan in het eerste kwartaal van 2020.

Harde klappen

Anders dan in de bouw zijn de vooruitzichten in cultuur, sport en recreatie een stuk somberder. In deze sectoren werken bijvoorbeeld veel kunstenaars en sporttrainers, maar ook horecamedewerkers en ondersteunend administratief personeel. De daling van 9% van de werkgelegenheid is niet helemaal representatief voor de totale werkgelegenheid in de sector omdat het hierbij alleen gaat om mensen in loondienst. Hoewel werkgevers in cultuur, sport en recreatie het derde kwartaal iets positiever zijn dan eerder in het jaar zijn de vooruitzichten nog steeds somber. Het blijft voor veel werkgevers lastig winstgevend of zelfs kostendekkend te zijn.

Voor zowel de bouw als voor cultuur, sport en recreatie geldt dat het aantal mensen dat als zelfstandige werkt naar verhouding groot is. De ontwikkeling van het aantal mensen in loondienst is daarmee wel een goede indicatie van de ontwikkeling op de arbeidsmarkt, maar geeft geen volledig beeld.