Vuurwerkdealers spannen kort geding aan

Algemeen
Gaan we dit ooit nog meemaken?
Gaan we dit ooit nog meemaken? (Stockfoto)

ZAANSTREEK – Wat vuurwerkverkoper Willem Arends uit Wormer al vóór het verbieden van vuurwerk voorspelde, lijkt uit te komen: de toename van illegaal vuurwerk – en bijbehorende overlast - is groter dan ooit. Tel daarbij op de verhalen uit de horecawereld over het maandenlang uitblijven, niet of deels vergoeden van gederfde inkomsten, dan is het niet zo gek dat de Stichting Vuurwerkdealers Nederlands Consumentenvuurwerk het juridisch gevecht is aangegaan om het verkoopverbod teniet te doen.

‘Verbod zorgt voor extra druk op de zorg door illegaal vuurwerk’ 

“Na heel veel gesprekken met allerlei partijen zien wij ons genoodzaakt om het verkoopverbod, afsteekverbod en vervoersverbod van vuurwerk juridisch aan te vechten”, stelt de stichting in een brief naar de leden toe.

Verkapte maatregel

“Wij zijn van mening dat deze maatregelen, ook vanwege het late tijdstip waarop deze zijn genomen, onevenredig veel schade toe brengen aan onze branche. Er dreigt nu chaos. Er is heel veel onduidelijk over een eventuele compensatie van alle gedupeerden. Verder steunen wij de overheid en de mensen in de zorg in de aanpak van corona, maar wij denken dat dat de COVID-pandemie er nu met de haren wordt bijgesleept. Het lijkt te gaan om een verkapte maatregel om onze branche in het hart te treffen.”

Weinig vertrouwen

De stichting heeft te weinig vertrouwen in een goede afloop en wil er daarnaast gewoon alles aan doen/ hebben gedaan om hun handel en passie te beschermen. En dus wordt er een dagvaarding en kort geding aangespannen. De verwachting is dat het kort geding plaats kan vinden rond 10 december 2020.

De stichting brengt naar buiten bang te zijn dat het vuurwerkverbod, en de toename daardoor van illegaal vuurwerk, voor meer druk op de zorg zorgt. “Wij hebben dus juist ook oog voor de zorg; het verbod werkt wat dat betreft averechts. En dat is eigenlijk nu ook al te zien aan wat er allemaal in het land gebeurt.”

Horeca wacht op geld

Ondertussen staat ook bij de horeca het water al in de mond. Want van de toezeggingen als 2500 euro ‘bederfvergoeding’ blijkt in de praktijk slechts een derde van dit bedrag. 

“Ze berekenen aan tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 80 % van je omzet in de maanden januari en februari. Traditioneel de slechtste maanden van de horeca. In de berekening is ook de 2500 euro bederfvergoeding verwerkt. Maar je krijgt dat geld helemaal niet. Er wordt namelijk een percentage berekend over je omzet”, aldus een Zaanse horecaondernemer. 

De TVL gaat al helemaal niet op bij ondernemers die dit jaar zijn begonnen. Er zijn namelijk geen grote omzetcijfers omdat de zaak nu twee keer in een lockdown moest. “Bij mij dekt de vergoeding niet eens de huur”, verzucht de horecaondernemer. 

Die heeft inmiddels ook nog geen cent gezien aan vergoeding voor zijn personeel. “Je kon pas halverwege november de aanvraag doen. Terwijl de zaak op 13 oktober weer dicht moest. Voor mij denkt de regering ‘veel beloven, weinig geven doet dwazen en gekken in vreugde leven…”.