Ingezonden brief

‘Niet één wethouder of minister van Cultuur die met de vuist op tafel slaat en zegt: tot hier en niet verder’

Algemeen
"Het lijkt erop dat er nu sprake is van willekeur. Of dat de meest luide stem wel gehoord wordt."
"Het lijkt erop dat er nu sprake is van willekeur. Of dat de meest luide stem wel gehoord wordt." (Foto: aangeleverd)

ZAANSTAD - Geen versoepelingen voor de horeca en culturele sector. Als we de uitgelekte informatie mogen geloven over wat er vanavond wordt gezegd in de corona-persconferentie. Het deed Niels Busch, directeur Cultureel Centrum Bullekerk, in de pen klimmen met onderstaande noodkreet.

Middels deze ingezonden brief wil ik mijn grote verontwaardiging bij u kenbaar maken over de Culturele sector en waarom het vanuit die hoek tijdens de pandemie zo oorverdovend stil is. Al bijna twee jaar lang heeft deze sector te maken met verregaande overheidsmaatregelen, die bol staan van beperkingen en sluitingen. Hoe kan het toch dat tal van sectoren wel (en terecht) hun stem laten horen binnen de politiek en daar klaarblijkelijk gehoor vinden en er binnen deze sector kennelijk niemand van enig statuur is die zijn/haar stem namens hen laat horen?

Natuurlijk, tijdens talloze talkshows is er wel eens iets door een bekende BN’er op dit vlak gezegd. Maar waar is die persoon die bij het kabinet namens ons aan tafel zit? Een zachte bries vanaf de waterkant is vele malen beter hoorbaar dan “ons” geluid. Sterker nog: die bries levert in dat opzicht bijna gehoorschade op….

Ik ben zelf directeur van een niet-gesubsidieerde culturele instelling en ik verbijt mij keer op keer als ik de kranten opensla of de berichtgeving op radio en tv tot mij neem. Niet één wethouder of minister van Cultuur die landelijk de pers haalt en met de vuist op tafel slaat en zegt: tot hier en niet verder. Niet één!

Maar het antwoord weet ik helaas ook. Onze sector is een oververwende en gesubsidieerde wereld waar iedere vorm van ondernemerschap in ontbreekt. Zij hoeven niet te reageren, krijgen toch wel hun geld. Met het schaamrood op de kaken moet ik constateren dat deze sector volstrekt niet denkt aan al die artiesten die geen subsidie krijgen, maar waar men wel hun bestaansrecht aan ontleent. 

De grote artiesten: geen zorg voor hen. Zij hebben hun schaapjes op het droge. Hoor je ook niet, ze krijgen immers veelal gewoon doorbetaald. Maar niet de artiesten uit de vrije sector. Die hebben het heel zwaar net als al die niet-gesubsidieerde instellingen. Van hen wordt het uiterste gevraagd. Vormen economisch geen factor van belang. Dus niet belangrijk..

En daar gaat het mis. Want de cultuursector is juist een factor van belang! Niet alleen op sociaal en mentaal vlak, maar zeer zeker ook op economisch vlak. Wat te denken namelijk van al die mensen die daarin werkzaam zijn, aangevuld met toeleveranciers, onderhoudsbedrijven, reclamebureaus tot aan ramenlappers aan toe. Tienduizenden! Een wereld op zich! Dat de politiek dat niet inziet en daarvoor opkomt is mij een raadsel.

Waar is die stem….

Zorgvuldigheid tijdens deze crisis: vanzelfsprekend. We moeten het met elkaar oplossen. Doet het pijn? Zeker, dat kan niet anders. Maar het lijkt
erop dat er nu sprake is van willekeur. Of dat de meest luide stem wel gehoord wordt.

Ben zelf helaas niet de persoon van enig statuur, maar o wat had ik in dat geval graag namens deze sector bij het kabinet met m’n vuist op tafel
geslagen…

Niels Busch, directeur Cultureel Centrum Bullekerk