Focus op preventie allergie door grote toename aantal patiënten

Algemeen
Rik Rösken:
Rik Rösken: "Allergie heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van leven van de patiënt" (Foto: Nelleke Vogel)

ZAANDAM - Vijftig jaar geleden had één tot twee procent van de bevolking een vorm van allergie. Inmiddels is dat twintig procent, en dat percentage blijft groeien. Bekende boosdoeners zijn melk, noten, pinda, boom- en graspollen, huisstofmijt en huisdieren. Het toenemend aantal allergiepatiënten heeft (bijna) alles te maken met de westerse leefstijl. Internist, allergoloog en immunoloog Rik Rösken van het Zaans Medisch Centrum luidt niet de noodklok maar wijst wel op de ernst en omvang van dit probleem.

"Het gaat om erg veel mensen, waarbij de allergie grote gevolgen heeft voor de kwaliteit van leven van de patiënt. Wij kunnen veel allergieën behandelen maar preventie is beter dan genezen. Dat kan deels op individueel niveau maar sommige maatregelen moeten vanuit de samenleving komen."

Rösken is ook ervaringsdeskundige, hij kampt zelf met een inmiddels behandelde allergie. "Ik heb persoonlijk ervaren dat het lastig is om ermee om te gaan. De gevolgen van een allergie voor de patiënt en de wijze waarop het iemands leven beïnvloedt worden vaak onderschat. Hooikoorts bijvoorbeeld zorgt voor slaap- en concentratieproblemen. Je hoofd zit altijd vol."

Kostenpost

''Daarnaast heb je te maken met bijwerkingen van medicatie tijdens de behandeling. Het is een grote kostenpost als het gaat om verzuim op het werk. En omdat het pollenseizoen door de opwarming van de aarde steeds langer duurt, heb je er ook veel langer last van. Bovendien begint het steeds jonger, we zien hooikoorts soms al bij kinderen van 6 jaar."

Evenwichtige weerstand

Bij allergie gaat het om klachten van de luchtwegen, voedsel of contacteczeem. Dat het steeds vaker voorkomt is toe te schrijven aan de westerse leefstijl. "Hygiëne speelt hier een grote rol", licht Rösken toe. "In onze samenleving gaan we ervan uit dat je bacteriën en microben moet bestrijden en vermijden, door heel goed schoon te maken. Maar zo wordt het lichaam niet blootgesteld en bouwt het dus ook geen evenwichtige weerstand op. Dat creëert juist allergieën. Dat gaat nog een stap verder in de omgeving. Wanneer je opgroeit in een stad mis je delen van de natuur die je lichaam trainen zodat je niet allergisch wordt. Als je al op jonge leeftijd de natuur in gaat, of in een boerderijomgeving vertoeft, dan lijkt dat bescherming te bieden. Bij bewoners buiten de stad wordt minder hooikoorts, eczeem en andere variaties van allergie gezien."

Preventie

Vooralsnog kan alleen vanuit de samenleving een oplossing komen voor het terugdringen van de toename van allergieën in de stad. Wel kunnen we zelf invloed uitoefenen op het ontstaan van allergieën door het niet vermijden van voeding. Rösken: "Wanneer een aanleg voor allergie van jongs af goed wordt begeleid kunnen we al veel bereiken. We kunnen voorkomen dat het op latere leeftijd erger wordt. Die aanleg is groter wanneer de ouders allergie hebben, alleen zegt dat niets over het soort allergie dat het kind kan ontwikkelen. Daarom heeft het geen zin bepaalde producten te vermijden voor je dat precies hebt uitgezocht.''

Niet vermijden

''Vermijden vergroot juist de kans op allergie. Lastig is dat bloedtesten bij voedselallergie niet altijd goed uitsluitsel geven. Een allergoloog kan dat met nader onderzoek wel, en precies het allergeen traceren. Bij een kind met hoog risico op het krijgen van allergie moet je zo jong mogelijk die stoffen introduceren. Daarom loopt er nu een project bij huisartsen en consultatiebureaus om ouders en kinderen hierbij te helpen en te begeleiden. Onderzoek in het buitenland heeft laten zien dat vroege begeleide introductie bij kinderen met een verhoogde kans op allergie veel leed kan voorkomen."

Immuuntherapie

Er komt steeds meer kennis over hoe een allergie zich ontwikkelt, hoe het eventueel te voorkomen is en hoe het te behandelen is. "Daarin zijn drie keuzen: het allergeen vermijden, de allergie onderdrukken met medicatie, of immuuntherapie. Dat laatste wordt al succesvol toegepast bij allergie voor pollen, huisstofmijt, katten, en wespen of bijen, met als resultaat dat mensen daarna vaak minder of geen medicijnen meer nodig hebben.

Intensief

Het is een intensieve therapie van minimaal drie jaar maar als deze aanslaat is de kwaliteit van leven van de patiënt vergroot. Dat is heel waardevol. Maar nogmaals: voorkomen is altijd beter. Eén recept voor preventie hebben we helaas nog niet maar er zijn wel veel experimenten gaande. Dus dat gaat wel komen. En we hebben het nodig, als we niet willen dat in de toekomst de helft van de bevolking kampt met een allergie", besluit Rösken.

Immunologie in ZMC

Rik Rösken is sinds 1 januari jl. verbonden aan het Zaans Medisch Centrum. Met hem is ook klinische immunologie toegevoegd aan de poli allergologie. Waar de allergologie zich richt op de immunologische reactie op stoffen van buitenaf, houdt de klinische immunologie zich bezig met de gevolgen van een te sterke of te zwakke immunologische reactie vanuit het lichaam zelf. Patiënten met een auto-immuunziekte kunnen nu vaker in het ZMC worden behandeld waardoor ze niet hoeven uit te wijken naar een academisch ziekenhuis.