Rijswijkers toen en nu: Rijswijks opgevoed

Algemeen
Jean-Luc Tap heeft veel chauffeursdiploma's behaald in militaire dienst.
Jean-Luc Tap heeft veel chauffeursdiploma's behaald in militaire dienst. (Foto: Privébezit)

Jean-Luc Tap (86) woonde als kind in Den Haag, maar is 82 jaar van zijn leven verbonden geweest aan Rijswijk, en woont er vandaag de dag weer. Hij heeft kleurrijke herinneringen aan de meesters en juffen van de Bonifatiusschool, de Carel Nakken Ploeg en het behalen van al zijn chauffeursdiploma’s in militaire dienst.

“In mijn paspoort staat dat ik een Hagenaar ben, maar ik ben in Rijswijk opgevoed. Mijn vader was koster in de Johannes de Doperkerk in Den Haag. We verhuisden begin jaren ‘30 naar het Laakkwartier; dat hield in dat je, als katholiek, ingeschreven werd bij de Bonifatiuskerk aan de Van Vredenburchweg in Rijswijk en daar ook naar school ging. Vanaf mijn vierde jaar zat ik op de kleuterschool bij de nonnetjes naast de kerk, en toen ik zes was aan de overkant op de Bonifatiusschool naast jongensschool Pax Intrantibus. Je had toen de A- en B-kant. Later kwam ik erachter dat de B-kant voor de nette jongens was en de A-kant voor de bengels. Ik heb met veel plezier op allebei gezeten. Wij liepen altijd over de Genestetlaan, waar op de hoek een sigarenzaak was met automaten, via het Bakkerslaantje langs het Von Fisennepark en het Julialaantje naar school toe. In de Bonifatiuskerk ben ik jarenlang misdienaar geweest. Ik herinner me vooral pastoor Wiemers, een strenge man. Tegen mijn vader zei hij altijd: ‘In de kerk gedraagt Jean-Luc zich zó (duimpje omhoog), buiten de kerk zó (duimpje omlaag).’”

Drie musketiers

“Op het Julialaantje hebben wij nog meegemaakt dat de Burg. Elsenlaan werd uitgegraven met een dragline. Daar was een bewaker, Ome Chris, een gezette man met humor en een heel grote snor, die leuke verhalen kon vertellen. Mijn vrienden Wim, Aad en ik, werden de Drie Musketiers genoemd omdat wij onafscheidelijk waren. Ook hadden wij jongens van school waar wij op het speelplein achter de school mee voetbalden tijdens het speelkwartiertje. Onze bal ging wel eens over het hek. Er woonde daar iemand die onze bal dan niet wilde teruggeven. Maar de gymleraar, meester De Groot, ging hem altijd halen; zo konden wij weer verder. De gymleraar stond altijd bij het gymmen te kijken met een stok waar hij de maat mee sloeg.”

We zakten door de vloer, zó tussen de varkens

Carel Nakken Ploeg

“Ik zat ook bij de Carel Nakken Ploeg: een groep schoffies die onder leiding stond van Vaandrig Vos. Bij boer Hauser op het Julialaantje vonden we onderdak boven de varkensstal. Daar vertelden we elkaar verhalen en maakten plannen voor wat we zouden gaan doen. Op een dag zakten we door de vloer heen, zó tussen de varkens in het stro. Op woensdagmiddag in de schoolvakantie werden we soms naar Hoek van Holland gebracht met een vrachtwagen die Vos geregeld had. Van daaruit liepen we naar Kijkduin. Op woensdagsmiddag werden er ook films gedraaid in Pax. Zoals Old Shatterhand, de bloedbroeder van Winnetou, en Rin Tin Tin, over een herdershond.”

Militaire dienst

“Een zwager van mij was eierboer en had een pakhuis in de Kerklaan. Hij had een Opel Blitz 1 1/2 tonner. Ik mocht in de vakantie vaak meerijden naar Woudenberg, Scherpenzeel en Barneveld om eieren te halen die hij hier verkocht aan grossiers en winkeliers. Ik was 14 jaar toen ik bij hem op schoot mocht zitten om te sturen. Na een paar weken mocht ik ook schakelen, en weer wat later op een kussen de pendalen bedienen. Dat ging goed en na een paar ritten zei hij: ‘Rij jij maar, ik ga slapen.’ Het was een lange bank, dus hij knorren. Je had toen niet zo veel auto’s. Ik was meteen verkocht voor dit beroep.”

Na een paar ritten zei hij: “Rij jij maar, ik ga slapen.”

“Tijdens mijn militaire dienst, die in 1955 begon, kwam ik bij toeval bij de chauffeurs terecht. Ik heb toen alle rijbewijzen gehaald die er waren, inclusief het bus- en instructeursdiploma, waar ik later veel plezier aan heb gehad. Wij reden met luxewagens, vrachtwagens, en diepladers met tanks erop, met 4 TL en 9 TL:S kanonnen achter een vrachtwagen, en bussen om de jongens en officieren naar het station of schietbaan Harskamp en Delfgauw te brengen.” 

Echte Rijswijker

“In 1959 ben ik getrouwd en kwamen we te wonen in de Paulus Potterlaan in Rijswijk. Daarna in de Hendersonstraat, 47 jaar lang. Tussendoor even in Den Haag, en nu in de serviceflat tegenover de Bogaard, met plezier. Met bijna 82 jaar in Rijswijk, voel ik mij echt een Rijswijker.”