Rijswijk betuigt solidariteit met Oekraïense gemeenschap in Bonifatiuskerk

Algemeen
Locoburgemeester Armand van de Laar (D66) sprak zondagmiddag de Oekraïense gemeenschap toe tijdens de kerkdienst van de Orthodoxe kerk in de Bonifatiuskerk aan de Van Vredenburchweg. Naast hem de tolk.
Locoburgemeester Armand van de Laar (D66) sprak zondagmiddag de Oekraïense gemeenschap toe tijdens de kerkdienst van de Orthodoxe kerk in de Bonifatiuskerk aan de Van Vredenburchweg. Naast hem de tolk. (Foto: Robert Heijdemann)

Grote onzekerheid bij de Oekraïense gemeenschap in Rijswijk. Leven hun vrienden en familie nog? Zijn ze op de vlucht, wat is hun lot? Zondagmiddag toont Rijswijk, in de persoon van locoburgemeester Armand van de Laar, haar solidariteit met de Oekraïense gemeenschap. Van de Laar spreekt hen toe tijdens de kerkdienst van de Orthodoxe kerk in de Bonifatiuskerk aan de Van Vredenburchweg.

Oekraïne

Van de Laar: “Wij leven mee met Oekraïners die op de vlucht zijn en kijken wat ook wij kunnen doen. In deze regio vangen we tweeduizend Oekraïense vluchtelingen op. In Rijswijk maken we vooral gebruik van de hotels. Enkele tientallen kamers zijn al in gebruik genomen. Het worden er veel meer.” De toespraak wordt door veel telefoontjes opgenomen. ‘Sturen we gelijk naar familie in Oekraïne’ zegt één van hen. Een ander vertelt met tranen in de ogen dat haar dochter met twee kinderen onderweg is.

Drie uur vliegen

De locoburgemeester memoreert hoe het leven voor Oekraïne in nog geen drie weken tijd compleet veranderde. “Kanonnen die vuur spuwen, raketaanvallen, verwoeste steden en dorpen. Op maar een uur of drie vliegen van hier laat de oorlog zich van zijn smerigste kant zien. Oekraïne, het land dat u zo dierbaar is, heeft het zwaar te verduren.” Miljoenen mensen zijn al op de vlucht geslagen en zijn de wanhoop nabij. “Hun huis, hun bezittingen, hun vrienden en familie, hun werk en al dat andere dat nog geen drie weken geleden zo vertrouwd was, hebben ze moeten achtergelaten.”

Inzet burgers

Rijswijkse burgers steken de handen uit de mouwen. “Organisaties en particulieren helpen waar mogelijk. Deze vrouwen, mannen en jonge mensen zamelen kleding, levensmiddelen en medicijnen in, ze zetten zich in voor de opvang. Ze bieden in sommige gevallen woonruimte aan. Dat is hartverwarmend om te zien”, vertelt Armand van de Laar.

Meer dan een bed

Maar met alleen een bed ben je er niet. Daarom kijkt de gemeente wat ze we nog méér kunnen doen, voor nu en voor de langere termijn. “We werken ook volop samen met Vluchtelingenwerk Nederland. Deze organisatie is aanspreekpunt voor initiatieven vanuit de samenleving, en voor vragen van Oekraïners zoals u.”

Aan het eind van zijn toespraak staat Armand van de Laar stil bij de grote zorgen en angsten van de Oekraïners. “Maar wéét dat u er niet alleen voor staat. Wij willen u helpen voor zover dat mogelijk is, wij willen u tot steun zijn. En net als u hopen en bidden ook wij dat er aan alle verschrikkingen snel een einde komt. Wij laten Oekraïne niet in de kou staan. Geef de moed niet op. Hou vol. Ik wens u veel sterkte!” De tolk vertaalt het voor het Oekraïense publiek.