Wethouder Johanna Besteman blikt terug op acht jaar Rijswijks bestuur

Algemeen
Wethouder Johanna Besteman op het bouwterrein van de toekomstige Woonfonds-woningen voor middenhuurders in RijswijkBuiten.
Wethouder Johanna Besteman op het bouwterrein van de toekomstige Woonfonds-woningen voor middenhuurders in RijswijkBuiten. (Foto: Frank Jansen)

Een sterke vrouw met een groot hart voor het welzijn van anderen. Maak daar een wethouder Welzijn, Cultuur, Onderwijs & Wonen van, en je oogst veel prachtige initiatieven voor Rijswijk. In dit artikel een terugblik op Johanna Bestemans (CDA) grootste successen in de afgelopen drie jaar.

Na vijf jaar raadslidmaatschap en drie jaar als wethouder in Rijswijk, vindt Johanna Besteman (CDA) het tijd om een stapje terug te doen. Ze stopt in elk geval als wethouder.

Middenhuur

In deze tijd van crisis op de woningmarkt, had Besteman met het woondossier geen gemakkelijke taak. “Ik keek naar de lokale markt en stelde vast wat er nog nodig is.” Het antwoord: middenhuur. “Er moest meer in het middensegment gebouwd worden, want dat ontbeer je eigenlijk in Rijswijk.”

Haar collega’s noemen haar ook wel ‘Wethouder Middenhuur’. Besteman heeft er op allerlei mogelijke manieren voor gezorgd dat Rijswijk meer middenhuur krijgt. “Voor de politie-agent, de medewerker in de zorg en de onderwijzer. Zij verdienen te veel om in aanmerking te komen voor een sociale woning in de regio, maar te weinig om te kopen. Dat probleem wil ik oplossen. Daarom heb ik de corporaties gevraagd om meer middenhuur te bouwen, en afspraken gemaakt met de ontwikkelaars. Daarbij is ook vastgelegd dat die woningen op lange termijn betaalbaar blijven.” Het woonfonds in RijswijkBuiten geldt als een unicum. “Het moest snel, dus vorige maand is de eerste paal geslagen.”

Het gaat niet om mij, je ziet problemen

Met de toevoeging van meer middenhuur slinkt het aandeel sociale woningen, van 50% naar 44%. Daarmee heeft Rijswijk nog steeds relatief veel sociale huur. En ook voor die woningen had de wethouder oog. Besteman stelde de Woonvisie vast, waarin het onderhoud van sociale huurwoningen prioriteit is. als voorbeelden noemt zij onder meer de woningen aan de Rembrandtkade, de Jolandaflat, Te Werve en De Schakel. Besteman verduidelijkt: “We hebben als gemeente zorg voor iedereen. Ons aanbod sociale woningen is fors, maar een grote groep zit klem. Dat heb ik me aangetrokken als wethouder Wonen. Daarbij gaat het niet om mij, je ziet problemen.”

CDA-nest

Waar die maatschappelijke betrokkenheid vandaan komt? “Enerzijds ben ik zo opgevoed; ik kom uit een CDA-nest. ‘Je leeft niet alleen voor jezelf’, zeiden mijn ouders altijd. Anderzijds: ik ben geadopteerd, in Beiroet geboren. Ik heb het geluk gehad om bij hele lieve, fantastische Friese ouders terecht te zijn gekomen. Zij namen mij mee terug naar Beiroet in 1990, net na de Burgeroorlog. Het hele land was platgeschoten. Toen ik daar stond, dacht ik: geluk is soms iets wat je toevalt. Het is mij toegevallen. Daarom voel ik denk ik die verantwoordelijkheid voor een ander, aan wie het niet toevalt.”

Eén uur kan zoveel verschil maken

Na Wonen komt Welzijn als belangrijkste thema met stip op 2. “Ik wil dat mensen zich zo gelukkig mogelijk voelen”, legt Besteman uit. “Ik vind dat je als overheid je best moet doen om mensen daarbij te faciliteren waar je kunt. We hebben een welzijnsbeleid vastgesteld. We moeten zorgen dat we mantelzorgers nog beter ondersteunen vanuit de gemeente. In de welzijnsnota stelde ik verder voorop dat ik wilde werken aan een inclusief Rijswijk. Iedereen moet zich hier thuis voelen. Omdat de eenzaamheidscijfers hier door het plafond schoten, werd de bestrijding van eenzaamheid een prioriteit.”

”Mijn vader zei altijd: als je in staat bent om voor jezelf te zorgen moet je dat doen, maar je moet eigenlijk twee keer zo hard werken, omdat je ook voor iemand verantwoordelijk moet nemen die dat zelf niet kan. In Friesland heb je mienskip, ‘gemeenschap’. Je moet omzien naar elkaar. Vrijwilligers in Rijswijk voelen dat ook, willen dat ook.”

Als voorbeeld noemt Besteman een vrijwilliger die een mantelzorger bezocht; een vrouw, die zorgde voor haar dementerende man. “Ik mocht mee en vroeg aan die mantelzorger: ‘Gaat het wel?’ De vrouw antwoordde: ‘Ik ben zo blij dat die vrijwilliger komt. Dan kunnen we even ontspannen, gezellig koffiedrinken, even een kaartje leggen. Dat maakt mijn hele leven goed.’ Die vrijwilliger kwam maar één uur per week! Eén uur kan zoveel verschil maken. Met het welzijnsbeleid zijn we op zoek gegaan naar meer van zulke kleine ingrepen, met een groots effect.”

Een laatste belangrijke taak was voor Besteman het integraal huisvestingsplan. “Hierbij hebben we als gemeente samen met de schoolbesturen afspraken gemaakt over goede, duurzame huisvesting. Daarbij letten we op een goede aansluiting van de verschillende leergangen van kinderen op elkaar: dat ze van vroegschoolse educatie in hetzelfde gebouw naar de basisschool kunnen doorstromen, bijvoorbeeld.”

Wat Besteman na haar vertrek als wethouder gaat doen, staat nog niet vast. Zeker is in elk geval dat zij zich zal blijven inzetten voor anderen: “Er is zoveel te doen.”