Rijswijkers toen en nu: ‘Glastuinbouw in Sion’

Algemeen
Piets vader en moeder bij de molen in de buurt van zijn eerste tuinderij.
Piets vader en moeder bij de molen in de buurt van zijn eerste tuinderij. (Foto: Privécollectie)

Piet Goeyenbier (1954) is geboren en getogen in Rijswijk. Eerder lazen wij over zijn avonturen als krantenbezorger en zijn ervaringen in de schoonmaak bij het HBG-gebouw. Over de glastuinbouw in Sion kan Piet zich ook het een en ander herinneren. 

Rijswijkers toen en nu

“Zo’n dertig jaar geleden had Rijswijk de nodige tuinbouwgebieden, te weten:

De Strijp;

De Lange Kleiweg en het Haantje;

Sion.

Ik ga het hier hebben over Sion, omdat mijn voorouders daar deels aan de basis gestaan hebben van de glastuinbouw in dat gebied.

De afgelopen jaren is als laatste de glastuinbouw in Sion en het Haantje verdwenen en zijn deze gebieden getransformeerd tot de nieuwe woonwijk Rijswijk-Buiten. In mijn lagere en middelbare schooljaren waren deze gebieden volop in bedrijf als tuinbouwgebied.

Mijn vader is geboren en getogen in Sion. Zijn ouderlijk huis staat er nog, aan de Pastoor Verburchweg 8. Zijn moeder heette Van Rijn en is een dochter van boer Van Rijn, naar wie de Van Rijnweg is genoemd. Ook haar voormalige woning is er nog, dit is de gerenoveerde oude boerderij (de ‘Kitswoning’) aan de van Rijnweg 3, waar nu Hoveniersbedrijf Jansen gevestigd is.”

Te klein voor vee

“Haar vader (mijn overgrootvader) was een boer met redelijk wat grond, maar ook zes dochters en vier zonen. Zijn grond is als het ware verdeeld onder de kinderen. En ieder kind kreeg toen een stuk grond van bijna twee hectare, waar ook een kleine woning op werd gebouwd. Deze stukken grond waren te klein om te boeren en er vee op te houden. Daarmee had de tuinbouw haar intrede gedaan in Sion. Naast Goeijenbier en Van Rijn zijn het Arkesteijn, van Diepen die zo aan een tuinbouw avontuur konden beginnen in Sion. Eerst werd er vooral geteeld onder wat men noemt ‘plat glas’. Dit waren lage kastjes van minimaal ca. 60 cm hoog, waarvan de bovenkant (de ramen) open konden. Deze onverwarmde kastjes waren geschikt voor koolsoorten, sla en andijvie. Mijn opa heeft ook ‘druivenkassen’ gehad. Een druivenkas was een lange smalle kas van ca. 8 meter. Aan beide zijkanten waren dan de druivenbomen en hun takken groeiden langs de gevel.”

Gestookte kassen

“Mijn vader trad ook toe tot het tuindersvak. Hij had een stukje grond gehuurd, waar nu de A4 ligt en voorheen de molen stond. Daar had hij enkele gestookte druivenkassen. Naast die druiven werd in het voorjaar en het najaar ook nog iets anders geteeld (kool, sla of andijvie). Die verwarming werkte op kolen. Ik ben daar in mijn jonge jaren nog wel geweest. Deze kolen moesten dan eerst van de schuit af en daarna de ketel in, dat was op zich al arbeidsintensief werk. In de winter huurde mijn vader dan een stoker in, die in de nacht de kolen in de ketel gooide. Helaas werd er, als de druiven goed waren, ook weleens ingebroken en werden druiven gestolen.”


Piets vader met een kennis in een druivenkas. - Privébezit

Groenteveiling

“Mijn vader en mijn oom hebben ieder een deel van de grond van mijn opa overgenomen en beiden hebben er toen houten kassen op laten bouwen. In de beginjaren werden deze kassen ook gestookt met kolen, die per schuit werden aangevoerd. Mijn vader had ook een eigen schuit, zonder motor. Daarmee bracht hij de groenten naar de Delftse groenteveiling, iets voorbij Den Hoorn. Later zijn een aantal van die vaarwegen gedempt en zijn er autowegen voor in de plaats gekomen.”

Helpen plukken

“Uiteraard hebben mijn broers en zussen mijn vader in de tuin geholpen met het plukken van tomaten en vooral met het plukken van komkommers. Deze werden door transportbedrijf Van der Gaag, van oorsprong uit Rijswijk, naar de Delftse veiling gebracht en later naar veiling Westerlee nabij De Lier.

Mijn vader en mijn oom hebben allebei, toen bleek dat zij niet echt opvolgers hadden, een deel van hun grond verkocht aan fa. Van der Maarel. Deze firma voorzag evenementen van onder meer bloemen, planten, bomen, en later ook andere benodigdheden.”

Sion Parck

“Uiteindelijk, toen mijn vader tegen de 70 liep, heeft hij de resterende grond overgedaan aan mijn jongste broer, die daar vervolgens een vouwwagenstalling is begonnen. Helaas is daar in 2020 een eind aan gekomen en toen zijn de stukken grond die ooit van mijn oma en opa waren, verkocht aan een projectontwikkelaar. Die gaat daar nu het project Sion Parck realiseren.

Toen zijn de laatste (inmiddels ijzeren en aluminium) oude kassen gesloopt en is er een definitief einde gekomen aan de (glas)tuinbouw in Rijswijk.”

Ook een Rijswijks verhaal delen? Mail naar redactie.gr@uitgeverijwestmedia.nl.