Motie namens Rijswijk en ruim 30 andere gemeenten: meepraten over ‘afvalverantwoordelijkheden’ van producenten

Algemeen
Plastic afval.
Plastic afval. (Foto: Pixabay)

Nederland 100% circulair in 2050, dat is het streven. Om dit doel te bereiken is inzet nodig van inwoners, gemeenten, rijksoverheid én producenten. Via de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid maakt het ministerie van I&W afspraken met afzonderlijke producenten en branches. Ruim 30 gemeenten, waaronder hoofdindiener gemeente Rijswijk, willen als gelijkwaardige ketenpartners aan tafel zitten bij het ontwerpen van deze UPV’s en dienen hiervoor een motie in tijdens het VNG-congres van 28/29 juni 2022. Ook roepen zij met de motie de minister op om een sterkere regierol te pakken in het proces.

Circulaire economie

Zolang producenten zich niet verantwoordelijk voelen voor de milieuschade die hun producten aanrichten, blijft de productie van niet-duurzame producten doorgaan. Dat draagt niet bij aan meer hergebruik, minder verspilling en minder vervuiling. Voor steeds meer producten maakt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat afspraken met producenten over uitgebreide producentenverantwoordelijkheden (UPV’s). 

UPV

De UPV maakt de producent medeverantwoordelijk voor de inzameling, hergebruik, recycling en afvalwerking van hun producten. UPV is daarmee een belangrijk, maar zeker niet het enige instrument richting de circulaire economie waarbij het voorkomen van afval aan het begin van de keten het belangrijkst zou moeten zijn.

Niet optimaal

Inmiddels is voor een aantal producten of productgroepen UPV’s ingericht, zoals verpakkingen, matrassen, batterijen, auto’s en elektrische apparaten. Voor de meeste andere producten is dat nog niet het geval. Ook is de inzameling voor elke UPV net even anders geregeld, waardoor ze niet optimaal bijdragen aan een sluitende, efficiënte, afval- en grondstofketen en dus ook niet aan een circulaire economie.

Regierol voor het Rijk

Gemeenten hebben de wettelijke plicht tot inzameling van het (huishoudelijk) restafval. De gemeenten maken daarmee kosten voor de afzonderlijke inzameling van producten waarvoor een UPV is afgesloten. Voor de vergoeding wordt onderhandeld tussen VNG (Vereniging van Nederlandse gemeenten) en de betreffende branche. Maar er is geen escalatiemodel als die twee partijen er niet uit komen, zoals op dit moment het geval is met de inzamelvergoeding voor PMD.

Gemeenten mogen niet de enige partij zijn die opdraait voor de kosten van het inzamelen van afval

Met de motie willen de indienende gemeenten de minister vragen om een regierol te pakken in het proces rondom afvalbeheer en de afvalverwerking en te voorzien in een escalatiemogelijkheid indien producenten en gemeenten niet tot goede afspraken kunnen komen. Gemeenten mogen niet de enige partij zijn die opdraait voor de kosten van het inzamelen van afval.

Een plek aan tafel

De 35 gemeenten willen vanuit de VNG en hun gemeentelijke inzamelaars (NVRD) beter betrokken worden bij de gesprekken over de huidige werkwijze, inrichting en uitvoering van het instrument UPV. Vandaar dat ze er bij de minister sterk op aandringen om de regierol te pakken bij het proces rondom UPV’s en het inzamelen van afval conform de EU-richtlijn. Met als doel: een eerlijke rol voor de gemeenten die op een zo efficiënt mogelijke manier afval kunnen inzamelen en daarbij de belangen van de inwoners ook steeds meenemen.