Rijswijk is eerder sterk gegroeid

Historie
In de jaren '50 en '60 moesten eeuwenoude boerenbedrijven in Rijswijk plaatsmaken voor nieuwbouw. Op deze foto staat een boerderij in groot contrast met de flat erachter.
In de jaren '50 en '60 moesten eeuwenoude boerenbedrijven in Rijswijk plaatsmaken voor nieuwbouw. Op deze foto staat een boerderij in groot contrast met de flat erachter. (Foto: Anoniem, De laatste dagen van boerderij Oud-Ockenburg, 1967, collectie Museum Rijswijk)

Het begon allemaal met een klein stoomtreintje dat door Rijswijk reed. Conservator Erfgoed Arjan Kwakernaak van Museum Rijswijk zette een tentoonstelling op, ‘Dorp in beweging’, die verheldert hoe Rijswijk sindsdien twee grote veranderingen doormaakte. En we zitten nu waarschijnlijk midden in de derde.

Debbie van Eijk

Medio 19e eeuw verscheen er voor het eerst een stoomtreintje in Rijswijk. “Niemand had toen in de gaten dat dit de voorbode was voor enorme veranderingen,” vertelt Arjan. “De industrialisatie kwam op gang. Er kwamen fabrieken. Daardoor was er ook steeds meer transport, en werd De Vliet, toen de belangrijkste transportweg, te smal geacht. Het gevolg: de hele Vliet ging op de schop. Dat was de eerste grote, belangrijke verandering van Rijswijk. Daarvóór was het landschap eeuwenlang onveranderd gebleven.”

Omdat er grotere boten over de Vliet konden varen, konden de ondernemers meer produceren, dus meer verkopen. Dat betekende ook dat er meer personeel nodig was. En dus begon de bevolking te groeien. 


Stoomtrein bij Station Rijswijk, ca. 1870 - Anoniem, collectie Museum Rijswijk

Meer huizen nodig

Waardoor er meer huizen nodig waren. “Dus rond 1900 ontstond er een steeds grotere vraag naar grond, om woningen op te bouwen. Buitenplaatsen werden verkocht. Op de plek van de voormalige buitenplaats Leeuwendaal ontstond vanaf 1902 een nieuwe wijk. Ook buitenplaats Hofrust werd opgeofferd voor woningbouw, net als Cromvliet in de jaren ‘20. De bijbehorende parken werden omgehakt. Dat leverde best veel kritiek op.”

De parken bij Hofrust en Cromvliet werden omgehakt

Tot aan de Tweede Wereldoorlog werd Rijswijk daarna stukje bij beetje groter. De stad veranderde wel, maar de impact was niet zo sterk als de impact die de verbreding van de Vliet teweeg had gebracht.

Maar toen verscheen burgemeester Archibald Th. Bogaardt, in 1952. En die had heel ambitieuze bouwplannen, waar hij na een jaar al mee begon.

Den Haag wilde Rijswijk annexeren

Arjan: “Hij was vooral zo snel omdat Den Haag ook grond nodig had. Den Haag wilde Rijswijk annexeren. Vanwege die dreiging is Bogaardt een enorm woningbouwproject gestart en zijn er in heel korte tijd heel nieuwe wijken verrezen: alles vanaf wat nu de Burgemeester Elsenlaan is, tot aan de Strijp. De Strijp liet hij met rust.”

15.000 woningen

Onder Bogaardt werden ongeveer 15.000 woningen gebouwd: een enorm aantal. “Vooral als je bedenkt dat er in die tijd nog geen prefab bestond. Alles werd toen gemetseld.” De groei van Rijswijk had ook een schaduwzijde: bijna alle boerenbedrijven zijn gesloopt. Daar kwam Bogaardt in de jaren ‘50 en ‘60 mee weg. Dat zou nu niet meer lukken. Het waren boerderijen uit de 17e en 18e eeuw: een verlies voor het cultureel erfgoed van Rijswijk.”


De verbreding van de Vliet, 1893-1894. - Anoniem, collectie Museum Rijswijk

Plaspoelpolder

Maar burgemeester Bogaardt deed het niet voor niets: er was ook vraag naar die woningen. Arjan: “Hij deed als burgemeester ongelooflijk goede dingen. Plaspoelpolder was ook een idee van hem. Dat heeft hij slim aangepakt, door ook omliggende gemeenten erbij te betrekken, die hielpen met de financiering van de wegen. Grote bedrijven als Shell en het Octrooibureau haalde hij ook binnen.”

Nieuwe groeistuip

Eind jaren ‘70 hield de groeistuip van Rijswijk op. Na bijna vijftig jaar bevindt Rijswijk zich nu, in 2022, in een nieuwe groeistuip. Er worden de komende jaren 10.000 woningen bij gebouwd.  Daar gaat de tentoonstelling in Museum Rijswijk niet over, maar dezelfde overweging speelt een rol: er zijn gewoon meer huizen nodig. Ook dezelfde emoties spelen, zoals zorgen om wat die groei gaat doen met de stad. Toch is de impact minder groot dit keer, verwacht Arjan, die zelf sinds 36 jaar in Oud-Rijswijk woont.

Impact minder groot dit keer

 ”Er wordt nu een al volgebouwd gebied veranderd. Met de sloop van leegstaande winkels heeft niemand moeite. Ook hadden mensen in de 19e eeuw geen idee wat er zou gebeuren met die Vliet, waarom al die troep en al dat gedoe nodig was. Dat is nu anders.”

De tentoonstelling ‘Dorp in beweging’, nu tot en met 13 november bij Museum Rijswijk, geeft nog veel meer inzichten in de grote veranderingen die Rijswijk doormaakte.