Grote opkomst bij afscheid wethouders Johanna Besteman en Jeffrey Keus

Algemeen
Van links naar rechts: voormalig wethouder Johanna Besteman, waarnemend burgemeester Bas Verkerk en voormalig wethouder Jeffrey Keus.
Van links naar rechts: voormalig wethouder Johanna Besteman, waarnemend burgemeester Bas Verkerk en voormalig wethouder Jeffrey Keus. (Foto: Frans Limbertie)

Een grote opkomst in het Huis van de stad Rijswijk, donderdag 30 juni. Die middag werd er afscheid genomen van wethouders Johanna Besteman (Welzijn, Cultuur, Onderwijs & Wonen) en Jeffrey Keus (Financiën, Energietransitie, Mobilteit, Handhavingsbeleid en RijswijkBuiten). 

Door Frans Limbertie en Debbie van Eijk

De portefeuilles van Besteman en Keus zijn deels overgedragen aan de huidige, deels nieuwe wethouders: Mobiliteit behoort nu tot de portefeuille van wethouder Armand van de Laar (D66). Wethouder Gijs van Malsen (PvdA) is vanaf nu verantwoordelijk voor Welzijn en Wonen. Larissa Bentvelzen (Beter voor Rijswijk) neemt Onderwijs op zich, terwijl wethouder Mark Wit (GroenLinks) werkt aan Energietransitie en Cultuur. Aan wethouder Werner van Damme (VVD; eerder stond hier per abuis D66, red.) de belangrijke taak om Rijswijk vanaf nu financieel gezond te houden, met Financiën in de portefeuille.

Leidschendam-Voorburg

Johanna Besteman en Jeffrey Keus hebben in hun jarenlange termijn als wethouder veel betekend voor Rijswijk. Eerder verschenen hierover interviews in Groot Rijswijk, met zowel Besteman als Keus. In deze interviews blikken zij zelf terug op hun successen. Jeffrey Keus is vorige maand geïnstalleerd als wethouder in Leidschendam-Voorburg. Waarnemend burgemeester Bas Verkerk gaf onlangs aan tijdens een raadsvergadering dat dit goed is voor de regionale samenwerking.

Lovende woorden

Ook donderdag 30 juni uitte Verkerk lovende woorden: “Ze hebben het alle twee zeer goed gedaan. Ik ben trots op deze wethouders. We gaan ze zeker missen. Johanna en Jeffrey zijn twee betrokken bestuurders met veel inzet voor hun stad, die tevens diep ingeworteld zijn in de Rijswijkse samenleving.”