Commissie adviseert alternatieven te onderzoeken voor warmteleiding Rijswijk-Leiden

Algemeen
Voor de vergunning wordt verleend, moet eerst worden aangetoond dat de restwarmte uit de Rotterdamse haven de duurzaamste optie is om de 50.000 beoogde woningen in de Leidse regio via Rijswijk te verwarmen.
Voor de vergunning wordt verleend, moet eerst worden aangetoond dat de restwarmte uit de Rotterdamse haven de duurzaamste optie is om de 50.000 beoogde woningen in de Leidse regio via Rijswijk te verwarmen. (Foto: Pixabay)

Het is nog niet helemaal zeker of WarmtelinQ, behalve van Rotterdam via Rijswijk naar Den Haag, daarnaast ook van Rijswijk naar Leiden zal lopen. Een onafhankelijke commissie bracht 4 augustus op verzoek van Zuid-Holland een advies uit over de milieueffectrapportage. Het advies: onderzoek ook alternatieven voor de warmteleiding.

Hoewel de subsidies rond zijn, de medewerking van energiereus Vattenfall is toegezegd en de eerste afspraken zijn vastgelegd in een convenant op 11 juli, is de realisatie van het tracé Rijswijk-Leiden nog niet 100% zeker. De vergunningsaanvraag loopt nog. Hierbij heeft Zuid-Holland op 13 mei de onafhankelijke Commissie MER (Commissie voor de Milieueffectrapportage) om advies gevraagd.

Duurzaam alternatief

Het doel van WarmtelinQ is in totaal 120.000 woningen in de regio te verwarmen met restwarmte uit de Rotterdamse haven. De aftakking van Rijswijk naar Leiden zou 50.000 woningen verwarmen in de Leidse regio. Restwarmte is een duurzaam alternatief voor bijvoorbeeld gas, zo stellen de initiatiefnemers. Maar de commissie is nog niet zo zeker of restwarmte het béste alternatief is.

Waarom restwarmte? 

Op 4 augustus maakte de commissie haar advies bekend. Daarin stelden de onafhankelijke deskundigen dat nog niet duidelijk is gemaakt of de warmteleiding de meest geschikte oplossing is voor verduurzaming van de warmtelevering. In het milieueffectrapportage moet meer onderbouwd worden waarom voor restwarmte gekozen is. “Betrek andere mogelijke manieren in het alternatievenonderzoek”, zo schrijft de commissie.

Beste optie

Alternatieven zijn bijvoorbeeld het verwarmen van woningen met warmtepompen, het isoleren van gebouwen en het benutten van geothermie of aardwarmte, aldus de onderzoekers. Wat deze alternatieven doen voor het milieu, moet vergeleken worden met de warmteleiding. Alleen zo kan volgens hen voor de beste optie worden gekozen.

Niet voldoende in winter

“Op koude winterse dagen kan de leiding niet voldoende warmte aanleveren. Daarom worden er twee installaties gebouwd die voor extra verwarming kunnen zorgen. Deze installaties werken op aardgas en zorgen ook bij onderhoud of storingen voor voldoende warmte. Omdat ze deel uitmaken van het plan moet het milieueffectrapport ook de effecten van deze installaties laten zien”, zo schrijft de commissie tot slot.

Voor het tracé Rijswijk-Leiden loopt de vergunningsaanvraag nog tot eind 2023 of 2024, gaf Guido Custers, projectdirecteur van WarmtelinQ eerder aan. Pas als die rond is, wordt begonnen met de aanleg.

Bron: https://commissiemer.nl/.