Oekraïense vluchtelingen in Rijswijk: ‘Mijn droom is Nederlands kunnen praten na de vakantie’

Cultuur
Tanja (50), wiskundedocent, vindt vooral goede zinnen maken in het Nederlands moeilijk.
Tanja (50), wiskundedocent, vindt vooral goede zinnen maken in het Nederlands moeilijk. "Soms denk ik dat ik alles goed zeg, maar dan blijkt dat ze me toch niet begrijpen." Op de achtergrond vrijwilliger Huib. (Foto: Debbie van Eijk)

Twee keer per week komt er een groep Oekraïense vluchtelingen samen bij de Bibliotheek aan de Vliet in Rijswijk om Nederlands te leren. Vorige week vonden de laatste lessen plaats voor de zomerstop.

Oekraïne

Door Debbie van Eijk

Vrijwilliger Hans begint deze les met het voorlezen van een Whatsapp-berichtje. De Oekraïense Alisa, voormalig cursist, laat weten dat ze naar Amsterdam is verhuisd. “Bedankt voor alles,” schrijft ze. “Ik heb het boek teruggebracht naar de bibliotheek zoals jij het me hebt geleerd. Zeg hallo tegen Colette. Heel veel succes aan iedereen.” Het berichtje eindigt met een hartje.

Niet anders

Colette van Heck is NT2-docent bij de Bibliotheek aan de Vliet en daarnaast coördinator van het Taalhuis. Zij geeft al langer les aan mensen die Nederlands willen leren. De groep Oekraïense vluchtelingen is nieuw, sinds twaalf weken. Al vindt Colette deze doelgroep niet anders dan normaal: “Behalve dat je er qua planning rekening mee moet houden dat er regelmatig weer mensen teruggaan.”

‘Hoe gaat het?’ Met die vraag begint iedere les

Na twaalf weken is de groep niet meer zo groot als begin april. “Sommige Oekraïners zijn verhuisd of teruggegaan. Of ze hebben werk gevonden dat niet te combineren is met de lessen.” De lessen vinden overdag plaats, op dinsdag en donderdag van 13.00 tot 15.00.

“Hoe gaat het?” Met die vraag begint iedere les. Ook vandaag. “Het gaat goed”, zegt een cursist. Meer wil ze niet kwijt, en dat is prima. De vrouw naast haar heeft goed nieuws: ze heeft werk gevonden als docent Engels, drie dagen in de week. Vanaf augustus vijf dagen.

Zichzelf meteen redden

Bij de taallessen worden er veelvoorkomende woorden en zinnen geleerd om mee te komen in de maatschappij. Zeker in het begin. Colette legt uit: “Het was nodig dat ze zichzelf meteen konden redden, dus heel praktisch: wat zeg ik als ik naar de gemeente ga? Hoe begroet ik iemand?”

De harde “g” is lastig

Wat de Oekraïners het moeilijkst vinden aan de Nederlandse taal? “De, het en een,” antwoordt een van hen. Ook de harde ‘g’ is lastig. Wat wel makkelijk is: de woorden die op het Engels lijken, zoals ‘bus’, ‘appel’ en ‘kat’. De goedlachse Tanja (50) is wiskundedocent en hard op zoek naar werk, het liefst een beetje op haar niveau. Maar dat is lastig. “Soms praat ik tegen mensen, en zeggen ze daarna: ‘Was dat Nederlands?’ Mijn droom is goed Nederlands kunnen praten na de vakantie.”

Iedere les staat er een thema centraal. Vandaag is dat reizen. Met een tekenfilmpje wordt helder uitgelegd hoe het reizen met een OV-chipkaart werkt. Een cursist vraagt zich af: “Wat als je vergeet uit te checken met je OV-chipkaart?” Er ontstaat een gesprek. Dit, sociale interactie, is ook belangrijk bij de lessen. Misschien nog wel belangrijker dan het beter leren van de taal.


Hans Lunter, een gepensioneerde vrijwilliger die ook actief is voor de Voorleesexpress en Buurtpreventie, zet zich met hart en ziel in voor de cursisten. “Ik ga niet zeggen wat de deelnemers moeten doen, maar vragen wat ze nodig hebben.”

Goudse kaas

Er zijn deze middag drie vrijwilligers aanwezig: Huib van de Donk, Hans Lunter en Peggy Seelig. Door gesprekken met hen te voeren, leren de cursisten op een natuurlijke manier beter Nederlands. Hans gaat nog een stapje verder: “Ik ging een keer met een Braziliaanse cursist en haar kind een dagje naar Gouda, voor de kaas. Ik vind het belangrijk dat mensen kunnen visualiseren wat ze leren. Ik beeld ook veel uit.” Via Whatsapp spreekt Hans soms een boek in, zodat cursisten het thuis kunnen beluisteren tijdens het lezen. Een Iraanse cursist heeft hij zo goed geholpen, dat hij inmiddels inburgeringsexamen kan doen en uitzicht heeft op een goede baan.

Colette: “Veel vrijwilligers bij de bibliotheek hebben een groot netwerk. Daarmee helpen ze de Oekraïners ook, zo van: ‘Ik zal wel even die bellen en misschien heeft die nog wel mensen nodig.”

Zomervakantie

Tijdens de zomervakantie liggen de taallessen stil, maar is er wel iedere donderdag koffiedrinken om 13.00. Op 30 augustus starten de lessen weer. Ook is er dan weer de leesclub, waarbij cursisten op woensdag en donderdag samen een krant lezen in vereenvoudigd Nederlands. En één keer in de maand, op donderdag, is er een Taalcafé: hierbij kunnen mensen zonder aanmelden binnenlopen, koffie of thee drinken en Nederlands praten.