‘Dat krijg je, als je in Rijswijk opgroeit’

Cultuur
Ilja Leonard Pfeijffer tijdens de Nacht van de Poëzie in 2015.
Ilja Leonard Pfeijffer tijdens de Nacht van de Poëzie in 2015. (Foto: Vera de Kok/Wikipedia)

De Week van het Lezen en Schrijven is nog volop bezig. In dat licht is het interessant om te beseffen dat Rijswijk in elk geval één grote schrijver heeft voortgebracht: Ilja Leonard Pfeijffer. Onlangs vertelde deze meervoudig bekroonde dichter en classicus over zijn jeugd in Rijswijk, in de podcastserie Jonge Jaren. Dit programma werd 12 september gerecenseerd door Vincent Bijlo (NRC).

Door Debbie van Eijk

Bijlo schrijft in zijn recensie: “Pfeijffer sprak in zijn jeugd vloeiend Mocaans, de taal van het zelfbedachte land Mocanië. Dat krijg je, als je in Rijswijk opgroeit.” In het programma Jonge Jaren vertelt Pfeijffer inderdaad dat hij het land Mocanië tussen zijn achtste en achttiende heeft uitgedacht - de periode waarin hij in Rijswijk woonde. Zodra hij ging studeren, liet hij zijn gefantaseerde steden achter zich. 

Steppoli bedacht in Rijswijk

In de podcastserie vertelt Pfeijffer ook over zijn favoriete fantasiestad ‘Steppoli’. Zijn debuutroman was ‘Rupert. Een bekentenis’ (Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2002). De bedoeling was dat deze titel, en een andere, deel uit zouden maken van een vierdelig werk: de Steppoli-tetralogie, genoemd naar een fictieve, mediterrane stad. Pfeijffer heeft Steppoli bedacht in Rijswijk. Hij vertelt: “Het moest een relatief zuidelijke stad aan zee zijn, een oude stad met veel historie, een uitgebreid historisch centrum.” In retroperspectief lijkt de Italiaanse stad Genua op de stad die hij in gedachten had - waar hij toen nog nooit was geweest. 


Eerste dichtbundel

Pfeijffer vertelt ook dat hij op zijn 16e besloot dat hij wou schrijven. Aan de eettafel in zijn ouderlijk huis in Rijswijk, op een multomapblaadje, schreef hij “heel doelbewust” zijn eerste gedicht. Toen het af was, zette hij er nummer 1 boven, in de vaste overtuiging dat er nog vele zouden volgen. Ook stelde hij in die tijd zijn eerste dichtbundel samen, ‘Brieven uit Genua.’ Hij weet zelf niet meer hoe hij op die plek kwam. “Misschien in een Bosatlas een plek geprikt. Of ik vond de naam mooi klinken.” Hij schreef de dichtbundel voor een dichtwedstrijd, waarbij hij niets won.

Stad met historie

Tegenwoordig woont Pfeijffer in Genua, waar hij het heel erg naar zijn zin heeft. Misschien dat de stad hem in de periferie van zijn bewustzijn, als stad met historie en een historisch centrum, ook een beetje aan Rijswijk doet denken? 

Bronnen: Jonge Jaren, NRC, DBNL.