The Clarks spelen voor tweede keer op het Strandwalfestival

Cultuur
De Haagse Clarks bandleden Jan Becking en Peter van Rhijn hebben zin in het Rijswijkse Strandwalfestival.
De Haagse Clarks bandleden Jan Becking en Peter van Rhijn hebben zin in het Rijswijkse Strandwalfestival. (Foto: Frans Limbertie)

De Haagse mannen van The Clarks komen opnieuw naar Rijswijk voor een optreden op het Strandwalfestival. Vrijdagavond 8 september staan de legendarische rockers op het podium van De Naald om te laten horen dat die tijdloze rockklassiekers nog steeds goed klinken. “Gewoon een lekker potje spelen, dat is het heerlijkste dat er bestaat.”

Door Frans Limbertie

Als band bestaan ze onderhand al meer dan veertig jaar. En elke ‘gig’ beleven ze nog steeds met het enthousiasme alsof het de eerste is. Voornamelijk omdat ze elkaar al wat jaartjes kennen en er zo langzamerhand echte vriendschap is ontstaan. Voor Jan Becking en Peter van Rhijn is een leven zonder The Clarks al haast niet meer voor te stellen. We ontmoeten de gitarist en de drummer op het terras van Florencia in de Haagse Torenstraat, waar ze minstens één keer per week met elkaar en met andere collega muzikanten bij elkaar komen en onder het genot van een ‘Haags bakkie’ van alles en nog wat bespreken.

Jan steekt z’n sigaretje op, neemt een slok van z’n koffie en laat weten dat bandleider en oprichter Micha Hasfeld na wat hartproblemen gelukkig weer aan de betere hand is. “Het Strandwalfestival komt te vroeg en ook aankomende optredens zullen we nog zonder hem moeten doen, maar we hebben er alle vertrouwen in dat hij weer snel aanwezig is. Micha is een taaie hoor, die geeft niet zo snel op.”

Peter zit bij de band sinds 1986. “En hoe vaak heb ik afgebeld, Jan?” roept hij met een ‘big smile’ richting zijn bandmaat, “Twee keer maar! En toen had ik echt een heftige griep.” De drummer vertelt dat hij “gewoon een huis-tuin-en- keukenschilder” was voordat The Clarks in zijn leven kwamen. “In het begin was dat nog wel aardig te combineren met elkaar, maar we kregen zoveel optredens dat ik uiteindelijk wel een keuze moest maken. En die keuze was natuurlijk niet zo moeilijk”, zegt hij met een knipoog. Het was ook een gouden tijd volgens Peter. “We deden heel Back to the Sixties festivals. Elke week stond je wel ergens in het land te spelen. Dat leventje beviel me wel.”

Jan werd een volmondig lid van The Clarks in 1988 en kwam bij de band dankzij Peter. Becking vertelt: “Er was een vacature vrij in de band omdat een van hun gitaristen, een Engelsman geloof ik, ermee kapte. We zagen elkaar met regelmaat bij muziekwinkel Servaas in de Schoolstraat, waar ik destijds mijn snaren haalde en Peet zijn drumstokken. Toen hij mij polste om eens te komen kijken omdat ze een gitarist zochten hoefde ik daar natuurlijk niet lang over na te denken.” 

Een hit scoren

Ooit waren The Clarks de huisband van muziekprogramma Nederland Muziekland en zo stonden ze ook te boek bij de voetbaltalkshow Veronica Inside. Daarnaast deden ze samen met Johan Derksen ook nog even een uitgebreide theatertournee. Met grote regelmaat schuiven ze aan bij VI Vandaag om een paar songs te spelen. “Kijk”, vervolgt Jan, “we mogen als band dan niet meer hip en jong zijn, maar die rockklassiekers die we spelen, vooral Stones en Earring, staan los van onze leeftijd. We zijn ook blij met Derksen die ons neerzet als meer dan alleen maar een coverbandje.”

Toch blijven songs van bijvoorbeeld Golden Earring verweven met The Clarks. “Zeker nu die gasten ze als band zelf niet meer spelen”, laat Van Rhijn weten. “We zien ze met regelmaat, Cesar en Rinus. Het zijn onze muzikale vrienden die we heel hoog hebben zitten. Echte Haagse iconen. We houden van ze.”

Is de setlist voor vrijdag in Rijswijk al bekend? “Nee joh, dat zien we daar wel.” Wel weten ze zeker dat ‘Radar Love’ van de partij is. “Het blijft een uitdaging voor een drummer”, stelt Peter met een triomfantelijke blik vast. “Vooral die drum shuffle blijft heerlijk om te doen. Maar je moet ‘m wel als een shuffle blijven spelen, anders gooit Cesar meteen een paar stokken naar je kop. En hij mikt best goed hoor!”.