Rijswijkse helden tijdens de Watersnoodramp in 1953

Historie
Tijdens de Watersnoodramp werden zo’n 3.000 woningen en 300 boerderijen verwoest en meer dan 40.000 woningen en 3.000 boerderijen raakten beschadigd.
Tijdens de Watersnoodramp werden zo’n 3.000 woningen en 300 boerderijen verwoest en meer dan 40.000 woningen en 3.000 boerderijen raakten beschadigd. (Foto: Rijkswaterstaat)

Het is vandaag 70 jaar geleden dat de Watersnoodramp van 1953 plaatsvond. Een groot deel van Zeeland en een deel van Zuid-Holland kwamen toen onder water te staan. In de regio van Rotterdam en Den Haag, niet ver van het rampgebied vandaan, zetten veel mensen zich in om de slachtoffers van de ramp te helpen. Ook in Rijswijk.

Biologe Ant Post vertelt in het Jaarboek van 2013 van de Historische Vereniging Rijswijk (HVR) hoe zij de Watersnoodramp beleefde. De in Groningen geboren wetenschapper had op dat moment nog geen connectie met Rijswijk. Die kwam later pas toen ze, in 1963, directeur werd van Huis te Lande. Op het moment dat de Watersnoodramp in 1953 plaatsvond, woonde ze nog in Zeeland. Ze deed daar onderzoek bij het Proefstation voor de Fruitteelt, met een ‘leuk stel jonge mensen op het laboratorium’. Toen op 1 februari het noodlot toesloeg in het gebied, beleefde zij de ramp naar eigen zeggen intens mee. Met de Historische Vereniging Rijswijk deelt Ant: “Ruim een maand hebben we, drie jonge onderzoekers, voor het Rode Kruis gewerkt. Ik heb bijvoorbeeld geholpen om een kaartsysteem op te zetten voor het opsporen van vermiste personen. Ik hoorde echt bij de Zeeuwen.”


Te Werve noodhospitaal

Tijdens de Watersnoodramp werden zo’n 3.000 woningen en 300 boerderijen verwoest en meer dan 40.000 woningen en 3.000 boerderijen raakten beschadigd. 1836 mensen stierven. 47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee verdronken. Shell, in die dagen al gevestigd in Rijswijk, was een instantie die te hulp schoot. Zelf moest het de raffinaderij in Pernis stilleggen als gevolg van waterschade. Over heel de wereld zamelden Shell-medewerkers geld in voor hulpgoederen. In Rijswijk werd het clubgebouw van het Shell-sportcomplex Te Werve snel omgebouwd tot noodhospitaal voor ruim 40 personen. Een bekende anekdote is dat van een 92-jarige Stavenisser, die zeven uur op het dak van zijn huis zat voor hij werd gered en in Te Werve kon bijkomen van alle ontberingen.

Bescherming Bevolking

De watersnoodramp doet ook iets voor het net na de Tweede Wereldoorlog opgerichte Bescherming Bevolking (BB) op het bunkercomplex in Overvoorde. Een stichting die meer vrijwilligers moet werven voor de BB, Stichting Bevordering Bescherming Bevolking (SBBB), piekert op dat moment over de vraag hóe. Ze zijn in het najaar van 1952 een intensieve wervingsactie gestart. Het doel: meer dan 200.000 Nederlanders bereid vinden om zich bij de BB te voegen. Daarvoor moeten de vrijwilligers een opleiding volgen in de avonduren en regelmatig meedoen aan oefeningen. Dan kunnen ze in een oorlogssituatie inzetten voor anderen. Door de watersnoodramp in Zeeland zijn mensen extra gemotiveerd om zich bij de BB aan te sluiten. Helaas kan de BB nog weinig bij deze ramp betekenen, stelt Mark Witte in het Jaarboek 2010 van de HVR. De nieuwe organisatie was ‘nog niet voldoende voorbereid’.

In militaire dienst

De ervaringen die ik daar heb opgedaan, staan in mijn geheugen gegrift

In het Jaarboek 2011 deelt Theo van der Kooij, in een stuk over de geschiedenis van de posterijen in Rijswijk, zijn herinneringen aan de watersnoodramp. Hij schrijft: “Op 9 november 1951 moest ik mij melden in Arnhem bij het station voor het vervullen van mijn militaire dienstplicht. Daar stonden auto’s klaar om ons te brengen naar de Menno van Coehoornkazerne bij de Garde Grenadiers. Na mijn opleiding werd ik overgeplaatst naar de Saksen Weimar kazerne en vervolgens ingekwartierd in kamp Oirschot. Wij hadden veel oefeningen in Duitsland en Limburg. Op 1 februari 1953 werden wij ingezet ten behoeve van de watersnoodramp. De ervaringen die ik daar heb opgedaan, staan in mijn geheugen gegrift. Mensen van daken redden, lijken ruimen, dijken herstellen, nooddijken aanleggen. Dankbaar, maar zowel lichamelijk als geestelijk zeer zwaar werk.”

In het gebied waar de ramp zich voltrok, is ook nog een bijdrage uit Rijswijk te vinden, maar dan ter nagedachtenis aan de Watersnoodramp. In de Johanneskerk te Kruiningen bevinden zich gebrandschilderde ramen uit 1956, ontworpen door Wim Wagemans uit Rijswijk. Deze glazenier en mozaïekkunstenaar ontwierp in 1967 ook een mozaïek voor het stadhuis in Rijswijk.