Laatste raadsvergadering voor Bas Verkerk: ‘Burgemeester bedankt’
Na twee jaar en twee maanden gaat Bas Verkerk afscheid nemen van Rijswijk. In deze periode was hij waarnemend burgemeester van Rijswijk. Dinsdag 29 november zat hij voor het laatst de gemeenteraadsvergadering voor. Namens de raadsleden bedankte Ed Braam, de nestor van de gemeenteraad, hem voor zijn inzet. Op donderdag 8 december kunnen de inwoners afscheid nemen bij Te Werve.
Op 1 oktober 2020 werd Michel Bezuijen benoemd als burgemeester van Zoetermeer. Bas Verkerk, die velen nog kennen als burgervader van Delft, werd gevraagd als waarnemend burgemeester.
Op kundige wijze
“Het is een bijzonder moment vanavond voor u want u zit vanavond voor de laatste keer onze raad voor. Dat is een moment dat we niet zomaar voorbij kunnen laten gaan, dat bestaat natuurlijk niet”, aldus Ed Braam. “Als raad hebben we u als een waardig tijdelijke opvolger van de heer Bezuijen zien werken. Een moeilijke tijd, coronatijd natuurlijk, maar ook vanwege veel zaken die in gang moesten worden gezet. Met uw steun kunnen we zeggen dat wij als raad de afgelopen twee jaar, samen ook met de moeilijke taak van de benoeming van een nieuwe burgemeester, heel erg blij zijn geweest met de kundige wijze waarop u Rijswijk draaiende hebt gehouden. Dat is toch wel iets dat we hier willen laten blijken”. Hierna overhandigde Ed Braam hem een mooie bos bloemen met de woorden: “Burgemeester bedankt.”
Hart van Haaglanden
“Het is de laatste raad, ik heb mij bijzonder welkom gevoeld en ben van Rijswijk gaan houden. Ik heb zeer veel waardering voor deze stad, waar veel mogelijk is en dat maakt het bestuurlijk ook heel erg interessant. Hier kan wat en deze raad kan wat en dit college doet wat”, sprak Bas Verkerk. “Dat vind ik zeer inspirerend om dat van dichtbij mee te maken. We gaan voorwaarts, we gaan vooruit in de transitie, er zit moed is, er zit kracht in, lef in. En dat is lang niet overal zo. Ik ben er echt trots op dat ik hier twee jaar en twee maanden als burgemeester wat heb mogen doen.” Hij sloot zijn toespraak af met zijn credo: “Rijswijk, Hart van Haaglanden.”
