Twee maanden lang de handen uit de mouwen voor Oekraïne

Algemeen
Dick en José bij een eerder bezoek.
Dick en José bij een eerder bezoek. (Foto: aangeleverd)

HIPPOLYTUSHOEF - Dirk en José Krabbendam uit Hippolytushoef vertrokken zo’n anderhalve maand geleden met hun camper naar Roemenië waar ze woensdag 19 oktober aankwamen in de plaats Danes. Naast de baptistengemeente parkeerden zij daar hun camper om daar vervolgens voor bijna twee maanden te blijven staan.

Het doel was én is om er de vluchtelingen die vanuit Oekraïne Roemenië binnenkomen en waarvan er inmiddels meer dan driehonderd zijn terechtgekomen in Sighisoara en Danes te gaan ondersteunen. Al zeventien jaar zijn Dirk en José met hun stichting Netwerk Roemenië (SNR, red.) in deze omgeving actief. In deze periode werkten ze met meerdere stichtingen en kerken samen om iets te kunnen betekenen voor de allerarmsten in deze omgeving.

Al snel na het uitbreken van de oorlog - waarbij Rusland Oekraïne binnenviel - was de SNR met vijf personen in vier busjes met aanhangers, vol met bliksemsnel ingezamelde hulpgoederen bij vijf kerken aanwezig. In Roemenië bij de grens van Oekraïne, maar ook tussen Sighisoara en Siret (de grensovergang met Oekraïne) liggen de opvangplekken die hulp bieden aan de vluchtelingen die Roemenië binnen waren gekomen.

Het duurde niet lang voordat de grens werd gepasseerd en in Oekraïne zelf hulp werd geboden. Goederen in de vorm van kleding, medische artikelen en eten werden naar de stad Chernivtsi gebracht. De grote delen van het land die door raketten waren getroffen konden ook bevoorraad worden.

Ontstaan van het idee

Dirk en José ware half augustus nog in Roemenië met het Co en Tineke Kempeneers uit Wieringerwerf. Het was hier dat José en Tineke op een ochtend in gesprek raakten met een groep van vijftien Oekraïense moeders die met hun kinderen gevlucht waren voor het geweld in hun land. Schrijnende verhalen kregen ze te horen over wat deze vrouwen wel niet allemaal was overkomen. José was diep onder de indruk van de vele vrijwilligers waarvan meerderen al vanaf het uitbreken van de oorlog letterlijk dag en nacht voor de vluchtelingen klaarstonden. 

Eenmaal thuisgekomen van deze reis voelde José zich na een aantal dagen geroepen om mee te helpen en de hulpverleners te ondersteunen. Ze wilde dit twee maanden doen. Ze heeft een baan als ambulant begeleider. Haar baas en collega’s waren heel enthousiast over haar idee en met een overdaad aan overuren en wat rekenwerk werd het mogelijk om twee maanden weg te kunnen gaan. Toen haar man Dirk van haar plan hoorde stelde hij voor om met haar mee te gaan. Ze konden dan met de camper gaan waarmee het financieel ook haalbaar werd, want hotel- of pensionkosten werden hiermee voorkomen. Eenmaal aangekomen in Danes, werden ze meteen in het diepe gegooid. Gevraagd werd of ze meekonden in een konvooi van drie wagens naar Oekraïne. De bus die de stichting al in Roemenië had staan werd op donderdag gevuld met winterkleding en eten. Op vrijdagochtend werd de rit naar Chernivtsi, een kleine veertig kilometer over de grens van Roemenië aangevangen. Een reis van 375 kilometer die zeven uur duurde. Voor José werd het de eerste keer dat ze op Oekraïense bodem kwam, voor Dirk de vijfde keer sinds het uitbreken van de oorlog.

De volgende dagen bestonden uit het voor duizend euro kopen van gedroogd voedsel voor een ander opvangcentrum. De plaatselijk metro werd bezocht waar voor opnieuw duizend euro voedsel werd gekocht. Grote bedragen, maar wanneer je bedenkt dat in de stad Chernivtsi vele duizenden vluchtelingen worden opgevangen dan is wellicht net iets meer dan een druppel op de gloeiende plaat. 

Regionale chauffeurs

Drie weken later ondernamen ze opnieuw de reis naar Oekraïne, waarbij de grens een enorm obstakel vormde. Inmiddels was er een grote bus van Stichting Netwerk Roemenië gearriveerd, vol met winterkleding en alle mogelijke nuttige artikelen naast medische spullen en hygiënematerialen. De beide chauffeurs, Piet Montsma uit Julianadorp en Hans Hoekstra uit Schagen, vrijwilligers van de SNR, hielpen de dagen daarop. De twee heren keerden met het vliegtuig terug naar Nederland en Dirk en José vertrokken opnieuw naar Chernivtsi.

Elke twee weken gaat een auto met aanhanger, bemand met moedige mannen naar de frontlinie. Zij durven de meer dan duizend kilometer af te leggen met gevaar voor eigen leven. Eenmaal gearriveerd moeten zij in hooguit een half uur alles uitladen, want langer blijven kan betekenen dat een Iraanse drone ze in de picture krijgt en ze bombardeert.

Een derde en voorlopig laatste tocht naar Oekraïne staat gepland voor sinterklaasavond. In de bus en aanhanger worden dan opnieuw heel wat cadeautjes meegenomen. Maar dat zijn dan wel zeer noodzakelijke cadeautjes. Op dit moment voeren de twee een actie om geld gedoneerd te krijgen voor het kunnen kopen van zoveel mogelijk aggregaten om elektriciteit mee op te kunnen wekken. Die worden dan via het inmiddels opgebouwde netwerk verder getransporteerd naar gebombardeerde gebieden waar de Russen de energiecentrales hebben verwoest. Op 18 december hopen ze hun missie te beëindigen en weer terug te zijn in Nederland na ruim twee maanden van huis te zijn geweest.

De armoede in delen van Roemenië is schrijnend.